HvJ EU Bonnier: Afgifte NAW-gegevens bij auteursrechtinbreuk

19-04-2012 Print this page

B9 11110. HvJ EU, 19 april 2012, zaak C-461/10, Bonnier Audio AB c.s. tegen Perfect Communication Sweden AB (prejudiciële vragen Högsta domstol, Zweden).

Auteursrecht. Afgifte NAW-gegevens bij gestelde auteursrechtinbreuk (in casu door het ter beschikking stellen van luisterboeken via een filesharingprogramma). De (strafrechtelijke) Richtlijn Bewaring van Gegevens (2006/24) staat niet in de weg aan de toepassing van op de Handhavingsrichtlijn (2004/48) gebaseerde nationale bepalingen, volgens welke in een civielrechtelijke procedure een internetprovider kan worden gelast aan een auteursrechthebbende informatie te verstrekken over de abonnee aan wie de internetprovider het IP-adres heeft toegewezen, dat is gebruikt om inbreuk te maken op het auteursrecht.

Het Hof van Justitie oordeelt dat de betrokken wettelijke regeling een ander doel nastreeft dan dat van richtlijn 2006/24. Deze regeling heeft immers betrekking op het verstrekken van gegevens in het kader van een civielrechtelijke procedure om een inbreuk op intellectuele- eigendomsrechten te doen vaststellen en de wettelijke regeling valt bijgevolg buiten de werkingssfeer ratione materiae van richtlijn 2006/24. De omstandigheid dat de betrokken lidstaat richtlijn 2006/24 nog niet in nationaal recht heeft omgezet (ofschoon de termijn daarvoor is verstreken), is in het hoofdgeding irrelevant.

Het Hof merkt wel op dat ingevolge de betrokken nationale wettelijke regeling een bevel tot mededeling van de betrokken gegevens slechts kan worden gegeven indien duidelijke bewijzen van een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht op een werk zijn overgelegd, de gevraagde gegevens de opsporing van een inbreuk op het auteursrecht kunnen vergemakkelijken en het belang van de redenen voor dit bevel opweegt tegen de ongemakken of andere nadelen ervan voor degene tot het wie het is gericht, of tegen enig ander daarmee strijdig belang.

Het Hof van Justitie verklaart voor recht:

Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken en tot wijziging van richtlijn 2002/58/EG moet aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staat aan de toepassing van een op artikel 8 van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten gebaseerde nationale wettelijke regeling volgens welke een internetprovider met het oog op de identificatie van een internetabonnee of -gebruiker kan worden gelast aan een auteursrechthouder of diens vertegenwoordiger informatie te verstrekken over de abonnee aan wie de internetprovider het IP-adres (Internet Protocol) heeft toegewezen dat is gebruikt om inbreuk te maken op dit auteursrecht, aangezien een dergelijke wettelijke regeling buiten de werkingssfeer ratione materiae van richtlijn 2006/24 valt.

De omstandigheid dat de betrokken lidstaat richtlijn 2006/24 nog niet in nationaal recht heeft omgezet ofschoon de termijn daarvoor is verstreken, is in het hoofdgeding irrelevant.

Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) en richtlijn 2004/48 moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling als die in het hoofdgeding, voor zover deze regeling de nationale rechterlijke instantie waarbij door een persoon met procesbevoegdheid een verzoek om een bevel tot mededeling van persoonsgegevens is ingediend, in staat stelt om de in het geding zijnde tegengestelde belangen af te wegen op basis van de concrete omstandigheden van de zaak en daarbij terdege rekening te houden met de uit het evenredigheidsbeginsel voortvloeiende vereisten.

Lees het arrest hier.


Artikel 1 lid 1 Richtlijn Bewaring van Gegevens: 1. Deze richtlijn heeft tot doel een harmonisatie tot stand te brengen van de nationale bepalingen van de lidstaten waarbij aan aanbieders van elektronische communicatiediensten of een openbaar communicatienetwerk verplichtingen worden opgelegd inzake het bewaren van bepaalde gegevens die door hen gegenereerd of door hen worden verwerkt, teneinde te garanderen dat die gegevens beschikbaar zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit zoals gedefinieerd in de nationale wetgevingen van de lidstaten.

Artikel 8 Handhavingsrichtlijn: 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde rechterlijke instanties tijdens een gerechtelijke procedure wegens inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht, op gerechtvaardigd en redelijk verzoek van de eiser kunnen gelasten dat informatie over de herkomst en de distributiekanalen van de goederen of diensten die inbreuk maken op een intellectueleeigendomsrecht, wordt verstrekt door de inbreukmaker en/of door een andere persoon die: a) de inbreukmakende goederen op commerciële schaal in zijn bezit blijkt te hebben; b) de inbreukmakende diensten op commerciële schaal blijkt te gebruiken.