Infopaq II

26-01-2012 Print this page

B9 10711. Hof van Justitie EU, 17 januari 2012, zaak C‑302/10, Infopaq International A/S tegen Danske Dagblades Forening (prejudiciële vragen Højesteret).

Auteursrecht. Beschikking van het HvJ EU in de zaak Infopaq II. Bij arrest van 16 juli 2009 (Infopaq I) heeft het Hof op eerdere vragen geantwoord dat, kort gezegd, een uit elf woorden bestaand fragment  onder het begrip 'gedeeltelijke reproductie' kan vallen, wanneer die bestanddelen een werk zijn" of, uitgebreider geformuleerd, dat de in het kader van een data-captureprocedé verrichte handeling waarbij een uit elf woorden bestaand fragment uit een beschermd werk in het computergeheugen wordt opgeslagen en wordt geprint, onder het begrip gedeeltelijke reproductie in de zin van artikel 2 van richtlijn 2001/29 kan vallen, indien, hetgeen de verwijzende rechter diende na te gaan,  de aldus weergegeven bestanddelen de uitdrukking zijn van de eigen intellectuele schepping van de auteur ervan. Verder heeft het Hof geoordeeld dat de laatste handeling van het in het hoofdgeding aan de orde zijnde data-captureprocedé, waarbij Infopaq de fragmenten van elf woorden print, geen dergelijke handeling van voorbijgaande of incidentele aard is en niet zonder de toestemming van de betrokken auteursrechthebbenden kunnen worden verricht en uitgevoerd.

In vervolg op Infopaq I heeft het Deense Højesteret geoordeeld dat het mogelijkerwijze nog dient uit te maken of Infopaq richtlijn 2001/29 heeft geschonden door dit procedé zonder het printen van het fragment van elf woorden toe te passen, met andere woorden door alleen de eerste drie reproductiehandelingen te verrichten. Daarop antwoord het Hof in het onderhavige arrest dat: 

1)  Artikel 5, lid 1, van [de auteursrecht]richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat in het kader van een zogenoemd „data-captureprocedé” verrichte tijdelijke reproductiehandelingen als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn,

– voldoen aan de voorwaarde dat deze handelingen een integraal en essentieel onderdeel van een technisch procedé moeten vormen, ondanks het feit dat zij aan het begin en aan het einde van dit procedé worden verricht en menselijke tussenkomst vereisen;

– voldoen aan de voorwaarde dat de reproductiehandelingen als enig doel moeten hebben, rechtmatig gebruik van een werk of van beschermd materiaal mogelijk te maken;

– voldoen aan de voorwaarde dat deze handelingen geen zelfstandige economische waarde mogen bezitten, wanneer enerzijds door het verrichten van die handelingen geen extra winst kan worden gemaakt die boven op de winst komt die uit het rechtmatige gebruik van het beschermde werk wordt gehaald, en anderzijds de tijdelijke reproductiehandelingen niet op een wijziging van het werk uitlopen.

2)  Artikel 5, lid 5, van richtlijn 2001/29 moet aldus worden uitgelegd dat in het kader van een zogenoemd „data-captureprocedé” verrichte tijdelijke reproductiehandelingen als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, moeten worden geacht te voldoen aan de voorwaarde dat de reproductiehandelingen geen afbreuk mogen doen aan de normale exploitatie van het werk en de wettige belangen van de rechthebbende niet onredelijk mogen schaden, wanneer zij voldoen aan alle voorwaarden van artikel 5, lid 1, van deze richtlijn.

Lees het arrest hier.