Intellectuele Eigendom & Reclamerecht (IER) - afl. 2 april 2019

21-05-2019 Print this page
B915748

Onderstaand vindt u een kort overzicht van artikelen, uitgegeven in IER 2019, afl. 2

 

Nr. 8 Van de brug af gezien - Kroniek over 2018 / Redactie

IER, jaargang 35, aflevering 2, april 2019, p. 99, Herman Speyart: "Op wetgevingsgebied geen schokkende ontwikkelingen dit jaar, maar eerder de afwachting van ontwikkelingen op het gebied van het auteurs- en octrooirecht. Op auteursrechtelijk gebied kwam de doorbrak vlak na het verslagjaar, op 13 februari 2019, toen de trialoogonderhandelaars van Commissie, Parlement en Raad politieke overeenstemming hebben bereikt over de omstreden Richtlijn Auteursrecht in de digitaal eengemaakte markt. Deze richtlijn wordt door de EU-instellingen gepresenteerd als een versterking van de positie van rechthebbenden ten opzichte van uitgevers en internetplatforms. Tegenstanders wijzen daarentegen op de gevolgen voor de vrijheid van meningsuiting."

 

Nr. 9 Het geharmoniseerde auteursrechterlijke werkbegrip: opmerkingen bij het Heksenkaas-arrest van het Hof van Justitie EU / Prof. mr. F.W. Grosheide

IER, jaargang 35, aflevering 2, april 2019, p. 136, F.W. Grosheide: "Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitleg van het begrip ‘werk’ in de zin van Richtlijn 2001/29/EG (de zogenoemde Auteursrechtrichtlijn (AR)), meer in het bijzonder het antwoord op de vraag of onder dat begrip werk ook kan worden gebracht de smaak van een voedingsmiddel, in casu een smeerdip met roomkaas en verse kruiden met de naam Heksenkaas. Deze vraag is door het Hof Arnhem-Leeuwarden in een hoger beroep van een uitspraak van de Rechtbank Gelderland, aan het Hof van Justitie EU (HvJ) voorgelegd. In deze annotatie bouw ik voort op mijn eerdere beschouwing over de auteursrechtelijke bescherming van een smaak naar aanleiding van de uitspraken in de feitelijke instanties over Heksenkaas en mijn annotatie bij het hierna uitvoerig te bespreken Kecofa/Smilde-arrest van de Hoge Raad in dit blad. Dit brengt mee dat ik nu en dan in herhalingen zal vervallen. Om de omvang van deze annotatie enigszins binnen de perken te houden, concentreer ik mij op de eerste (hoofd)vraag en zal ik geen afzonderlijke aandacht aan rechtsvergelijking besteden."