Intellectuele Eigendom & Reclamerecht (IER) - afl. 6 december 2019

17-01-2020 Print this page
B915947

Onderstaand vindt u een kort overzicht van artikelen, uitgegeven in IER 2019, afl. 6

 

Nr. 34 Het persuitgeversrecht – You ain’t seen nothing yet / Mr. dr. Stefan Kulk

IER, jaargang 35, aflevering 6, p. 335, Stefan Kulk: "Het persuitgeversrecht behoort samen met het ‘uploadfilter’ tot de meest controversiële onderwerpen in de auteursrechtrichtlijn die dit voorjaar werd aangenomen. Het persuitgeversrecht is een nieuw naburig recht voor uitgevers van perspublicaties dat specifiek betrekking heeft op het ‘onlinegebruik van hun perspublicaties door aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij’. Zonder een eigen naburig recht is het voor persuitgevers een hele klus om aan te tonen dat zij beschikken over de auteursrechten op de vele online artikelen die zij publiceren.[...]Tegenstanders van het persuitgeversrecht waren bang dat aan uitgevers een te veel omvattend recht zou geven met betrekking tot (het verwijzen naar) nieuws en andere informatie. Ook is de vraag gesteld of een nieuw intellectueel eigendomsrecht daadwerkelijk nodig is. Hadden we niet afgekund met een bewijsvermoeden van eigenaarschap of overdracht van auteursrechten? En maakt een nieuw intellectueel eigendomsrecht de licentiepraktijk niet alleen maar complexer?[...]"

 

Nr. 35 Een alleenrecht op intelligentie - De nieuwe richtlijnen van het Europees octrooibureau voor het octrooieren van kunstmatige intelligentie / Prof. mr. P.H. Blok

IER, jaargang 35, aflevering 6, p. 337, P.H. Blok: "[...]De ontwikkeling van kunstmatige intelligentie en daarmee werkende producten en diensten gaat gepaard met gigantische investeringen en creëert een enorme economische waarde voor bedrijven: dit jaar circa 1,7 biljoen euro. Dat roept de vraag op of die investeringen kunnen worden terugverdiend via de bescherming van intellectuele eigendomsrechten.[...]Dit artikel beantwoordt die vragen aan de hand van de nieuwe richtlijnen voor kunstmatige intelligentie die het Europees octrooibureau (EOB) eind vorig jaar heeft geïntroduceerd bij de aanpassing van zijn Guidelines for Examination. Daarnaast wordt onderzocht hoe de nieuwe AI-richtlijnen zich verhouden tot de bestaande beoordelingspraktijk van het EOB, de Kamers van Beroep en nationale rechters met betrekking tot gerelateerde onderwerpen zoals software, tot de kritieken op die beoordelingspraktijk en tot de grondslagen van het octrooirecht. Het artikel geeft daarmee ook een antwoord op de vraag of de opkomst van AI-technologie heeft geleid en/of zou moeten leiden tot wezenlijk nieuwe criteria voor de beoordeling van octrooien.[...]"

 

Nr. 36 Schadebegroting bij inbreuk op het auteursrecht van een fotograaf: een bespreking aan de hand van vonnissen gewezen door kantonrechters in 2019 / Mr. R.C. Meurkens

IER, jaargang 35, aflevering 6, p. 347, R.C. Meurkens: "Deze bijdrage betreft de begroting van schade bij inbreuk op het auteursrecht van een fotograaf. Het zonder toestemming en zonder naamsvermelding openbaar maken van een foto levert in veel gevallen een inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van de fotograaf op, wat onrechtmatig is en daarom in beginsel tot schadeplichtigheid van de inbreukmaker leidt. Op zichzelf lijkt dit niet direct heel ingewikkeld. Toch spelen er in een dergelijke casus, afgezien van uiteenlopende facetten van het intellectuele eigendomsrecht, lastige vragen van aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht. Op die laatste ligt in deze bijdrage de nadruk.

Een belangrijke thema in dit verband is hoe de schade van de fotograaf dient te worden begroot en welke schadevergoeding passend is. Kritiek op het huidige ‘systeem’ van schadebegroting betreft de grote verschillen in de hoogte van schadevergoedingen toegewezen door kantonrechters. Er wordt vooral kritisch gedacht over (de noodzaak en het nut van) het preventieve en bestraffende karakter van een eventuele schadevergoeding.[...]"

 

Nr. 37 Implementatie van de trademark package in het BVIE: procedurele aspecten / Mr. P. Veeze

IER, jaargang 35, aflevering 6, p. 360, P. Veeze: "Het is inmiddels zes maanden geleden dat de tweede Merkenrichtlijn in het BVIE is geïmplementeerd. Deze bevat, in tegenstelling tot de eerste Merkenrichtlijn, niet alleen materiële bepalingen, maar ook een aantal procedurele regels. De procedures bij BOIP zijn dus ook op een aantal punten gewijzigd. In dit artikel worden, na enkele algemene opmerkingen over de aanpassing van het BVIE, de meest in het oog springende wijzigingen en de ervaringen daarmee in het afgelopen half jaar besproken.[...]"

 

Nr. 38 Normaal gebruik van merken voor geneesmiddelen. Een analyse aan de hand van Viridis/Hecht-Pharma (Boswelan) / Mr. M. Meddens-Bakker & mr. D.L. Frowijn

IER, jaargang 35, aflevering 6, p. 368, M. Meddens-Bakker & mr. D.L. Frowijn: "Op 3 juli 2019 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in de zaak Viridis/Hecht-Pharma, ten aanzien van de vraag of er normaal gebruik is gemaakt van het merk BOSWELAN. In dit artikel beschouwen wij deze uitspraak in het kader van de ontwikkeling van geneesmiddelen en het bijbehorende merkgebruik. In dit kader zal allereerst worden gekeken naar de ontwikkelingen vóórdat een geneesmiddel op de markt komt. Na een korte herhaling van de vereisten voor normaal gebruik van een merk, zal het arrest uiteengezet worden. Hierna zal gekeken worden op welke manieren een geneesmiddel voorgeschreven kan worden aan een patiënt, zonder dat voor dat middel een handelsvergunning is afgegeven. Na een analyse van de onderhavige uitspraak wordt afgesloten met enkele conclusies en aanbevelingen.[...]"