Kamerbrief over grace period in het octrooirecht

11-02-2019 Print this page
B915642

Kamerbrief van Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes, Grace period in het octrooirecht.

 

Bij gelegenheid van de behandeling van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het jaar 2018 werd door het lid Veldman gevraagd naar een onderzoek naar de wenselijkheid van de introductie van een grace period in het octrooirecht. Met verontschuldiging voor de vertraagde beantwoording, bied ik u deze hierbij aan. Ik verwijs daarbij naar de bijlage bij deze brief.

 

Hierin bespreek ik eerst de plaats van de grace period in het octrooirecht en ga ik ook in op de Nederlandse en Europese inzet in de internationale context. Alles afwegende, ben ik van mening dat aan de introductie van een grace period in het octrooirecht zowel voor- als nadelen zijn verbonden, maar dat de voordelen daarvan op dit moment niet opwegen tegen de nadelen. Daarbij speelt het belang van rechtszekerheid dat in het Europese octrooistelsel altijd zwaar wordt gewogen.

 

De vraag van het lid Veldman naar de wenselijkheid van een eventuele grace period is gesteld tegen de achtergrond van de wens om de snelheid van het innovatieproces niet te verstoren en samenwerking tussen verschillende partijen in dat proces te bevorderen. Dat is een niet te onderschatten belang, wat door het juridisch stelsel zo veel mogelijk zou moeten worden gefaciliteerd. Een belangrijke ontwikkeling in dit verband is de betere bescherming van bedrijfsgeheimen in Europa, die in Nederland is vormgegeven in de Wet bescherming bedrijfsgeheimen, die op 23 oktober 2018 in werking is getreden. Dat stelt bedrijven immers in staat om, in de fase voorafgaand aan een octrooiaanvraag, afspraken te maken over de uitwisseling van vertrouwelijke kennis zonder dat dit de nieuwheid van een latere octrooiaanvraag schaadt. Dat bevordert de onderlinge samenwerking tussen bedrijven en kan ook behulpzaam zijn bij publiek-private samenwerking in het kader van het missiegedreven innovatiebeleid. Gebruik zou kunnen worden gemaakt van een (geheim) i-depot.

 

Dat creëert weliswaar geen prioriteit voor een latere octrooiaanvraag, maar daarmee kan wel de status van de uitwisseling van informatie worden vastgelegd. Voorts wil ik in het kader van de vereenvoudiging van de Rijksoctrooiwet 1995 zo veel mogelijk administratieve belemmeringen wegnemen, opdat het starten van de octrooiaanvraag zo eenvoudig mogelijk is. Dat scheelt de ondernemer tijd en kosten. [...].

 

Lees de gehele kamerbrief hier.