Kwekersrecht & Octrooirecht

21-11-2011 Print this page

B9 10443. Kamerstukken Tweede Kamer, documentnr 2011D56359. Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake het Hongaars compromisvoorstel inzake teelt van genetisch gemodificeerde gewassen (ggo) en (on)mogelijkheden van vrijwaringen.

Kwekersrecht. Octrooirecht. “Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hebben enkele fracties de behoefte om over de volgende brieven enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.” Verreweg de meeste vragen zijn afkomstig van de SGP.

De leden van de fractie van de SGP: De terughoudende formuleringen roepen bij de leden van de SGP-fractie enkele vragen op. Staat het kabinet nog steeds achter de brede veredelingsvrijstelling in de Europese bio-octrooirichtlijn, mits recht gedaan kan worden aan de belangen van chemie en de farmaceutische industrie?

(…) De leden van de SGP-fractie wijzen daarbij op de positie die het Europese patentenbureau recent heeft ingenomen en het momentum wat daarmee is gecreëerd voor politieke stellingname en politieke discussie op Europees niveau. Zij heeft recent de behandeling van een patentaanvraag van het Israëlische landbouwministerie met betrekking tot een zogenaamde ‘schrompeltomaat’ opgeschort, omdat zij zich eerst wil buigen over de principiële vraag of plantenrassen die via klassieke veredeling zijn ontwikkeld gepatenteerd mogen worden. Deelt het kabinet de mening van de SGP-fractie dat het Europese patentenbureau deze principiële vraag terecht op tafel heeft gelegd?

(…) De leden van de SGP-fractie hebben kennis genomen van de juridische analyse van het kwekers- en octrooirecht door het ministerie en de visie van Plantum, gebaseerd op de analyse van de expert op het gebied van Intellectueel Eigendom bij Hogan Lovells.

Zij leggen het kabinet de volgende gedachtegang voor: Een belangrijk onderdeel van de plantenveredeling is veredeling op ziekteresistentie. De kern daarvan is doorontwikkeling en multiresistentie. Dat betekent: voortbouwen op bestaande rassen. De leden achten het maatschappelijk ongewenst als door een octrooi op een resistentie-gen één bedrijf zijn octrooirechten kan laten gelden op alle plantenrassen met deze resistentie. Zeker niet als dat betekent dat zo’n ras resistenties bevat die er door andere bedrijven in zijn gebracht, met hulp van het kwekersrecht. Dit is een belangrijk bezwaar van de leden van de SGP-fractie tegen de brede reikwijdte van de octrooibescherming van planteigenschappen, tegen de uitholling van de niet-octrooieerbaarheid van plantenrassen (artikel 4 van de bio-octrooirichtlijn), en tegen de uitholling van het International Union for the Protection of New Varieties of Plants (UPOV) verdrag. De leden vragen aandacht voor de artikelen 7 en 8 van het TRIPS-verdrag waarin het ook gaat over het wederzijds voordeel van producenten én gebruikers en over evenwicht tussen rechten en verplichtingen. Zij vinden dat het evenwicht ten aanzien van octrooiering van planteigenschappen zoek is. Een uitgebreide veredelingsvrijstelling in de bio-octrooirichtlijn zou dit evenwicht terug kunnen brengen.

(…) Het belang van goede co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen en niet gemodificeerde gewassen wordt breed gedeeld. Is de veronderstelling juist dat nationale maatregelen ook gebaseerd mogen zijn op de mate waarin co-existentie mogelijk is? Zo niet, wil het kabinet daar in het kader van de onderhandelingen over het Hongaarse compromisvoorstel voor pleiten?

PVV-fractie: Wat zijn de gevolgen van eventueel invoeren van het Hongaars compromis voorstel? Creëert Nederland daarmee een (negatieve) uitzonderingspositie voor ggo’s? Bent u bereidt tot het toelaten van ggo’s als dit voorstel ingevoerd wordt? Zo neen, waarom niet?

De leden van de PvdA-fractie zijn voorstander van het in Europees verband vastleggen van een volledige kwekersvrijstelling binnen de Bio-octrooirichtlijn (98/44/EG). Mogen deze leden u zo begrijpen dat ook u nog steeds voorstander bent van een tweesporenbeleid en dus ook het wijzigen van de richtlijn, zoals u aangaf tijdens het algemeen overleg van 18 mei 2011? Zo ja, welke initiatieven heeft u tot op heden ondernomen om dit te realiseren?

(…) Het is de leden van de PvdA-fractie niet duidelijk waarom bedrijven die geen activiteiten hebben op het gebied van plantenveredeling, zich mengen in het debat over intellectueel eigendom in de plantenveredeling.

De leden van de CDA-fractie constateren dat het kabinet de motie van het lid Ormel c.s., Kamerstuk 27428, nr.198, nog niet heeft uitgevoerd. Het kabinet wordt in deze motie verzocht een onafhankelijk voorzitter te benoemen die het overleg met alle direct belanghebbenden met betrekking tot kwekers- en octrooirecht vormgeeft.

(…) De leden achten het verstandig om op korte termijn een apart advies te vragen van de Raad van State over de mogelijke strijdigheid van veredelingsvrijstelling in het octrooirecht met de TRIPS-overeenkomst en de bio-octrooirichtlijn98/44/EG, voorafgaand aan de toezending van het wetsontwerp beperkte veredelingsvrijstelling. Graag een reactie.

Leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden het kwekersrecht van groot belang voor het beschikbaar maken en houden van uitgangsmateriaal voor boeren wereldwijd, hier en in ontwikkelingslanden. Dat gaat over het vrij beschikbaar stellen van zaadjes van genetisch materiaal, omdat dat van niemand is en dus van iedereen. Patenten op het leven, of het nu soorten, eigenschappen, genen of techniek van veredeling betreft, vinden de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren ethisch volstrekt onverantwoord.

De genetische rijkdom van het leven behoort toe aan de hele wereld, en niet aan een paar machtige multinationals die hun kans schoon zien om eigenaar te worden van onze voedselvoorziening. Deelt het kabinet deze uitgangspunten?

Lees alle vragen hier.