B9 9855. Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 juni 2011, HA ZA 07-1758, Stichting De Thuiskopie tegen Gedaagden
Auteursrecht. Thuiskopiezaak. Proceskosten. Redelijk gebruikelijk thuiskopie-vonnis over o.a. verantwoordelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid. Wellicht vermeldenswaardig is dat de rechtbank de lijn van het Hof Den Haag volgt waar het de 1019h proceskosten betreft: de handhavingsrichtlijn is niet van toepassing op procedures die uitsluitend gaan over de inning van thuiskopievergoedingen.
2.3. De Stichting vordert een bedrag van in totaal € 23.091,30 als vergoeding voor de door haar gemaakte advocaatkosten. De Stichting baseert deze vordering op haar betoog dat artikel 237 Rv in dit geval moet worden geïnterpreteerd conform de handhavingsrichtlijn (Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, Pb EG L 195/16) omdat de dagvaarding is uitgebracht na de implementatietermijn van die richtlijn (maar voor de inwerkingtreding van de aanpassingswet die de betreffende richtlijn implementeert). Dat betoog kan niet slagen omdat de handhavingsrichtlijn niet van toepassing is op procedures zoals de onderhavige zaak, die uitsluitend gaan over de inning van thuiskopievergoedingen (gerechtshof ’s-Gravenhage 29 maart 2011, LJN BP 9443, r.o. 8.7 [B9 9510]).
Lees het vonnis hier.
