B9 10459. Vzr. Rechtbank Amsterdam, 24 november 2011, KG ZA 11-1567 Pee/TF, M. tegen S. (met dank aan Marc de Boer, Boekx).
Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Stukgelopen samenwerking. Executiegeschil na Vzr. Rechtbank Amsterdam, 17 mei 2011, B9 9679. Galeriehoudster en schilder/restaurateur verbreken relatie en samenwerkingsverband m.b.t. een galerie. Kern van het daaropvolgende geschil is de vraag aan wie het gebruik van de handelsnaam Galerie Wijdemeren toekomt. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van eiser en galeriehoudster S. toe, aangezien voldoende aannemelijk was S. degene was die sinds oktober 2005 feitelijk en rechtmatig de handelsnaam had gebruikt.
Het onderhavige executiegeschil betreft de naar mening van S. ontoereikende nakoming van het vonnis door M. Op de homepage na, zou onder de domeinnaam galeriewijdemeren.com een volledig functionerende website in de lucht zijn gebleven. M. stelt echter dat hij ‘geen invloed heeft op het rondzwervend materiaal dat achter is gebleven op het web.’ De voorzieningenrechter volgt deze stelling en oordeelt dat M. aan het vonnis heeft voldaan, nu vaststaat dat M. ‘de website heeft opgezegd en de opheffing heeft plaatsgevonden.’ De omstandigheid dat webpagina’s op het internet zijn achtergebleven kan hem niet worden tegengeworpen.
De inzendende advocaat bericht dat gedaagde spoedappel instelt en verwijst daarbij o.a. naar twee eerdere uitspraken van dit jaar, te weten voorzieningenrechter rechtbank Amsterdam 10 februari 2011 (LJN BP3926, Geen Stijl / “Majesteit”) en voorzieningenrechter rechtbank Breda 1 september 2011 (IEPT20110901, Benstout/Dreamgirl). Daar werd getoetst aan het criterium of de informatie na het opgelegde verbod nog op eenvoudige wijze door het gewone publiek kon worden gevonden.
Naar mening van de voorzieningenrechter is, wellicht opmerkelijk, de 1019h proceskostenveroordeling i.c. niet van toepassing, nu het geen ‘zuivere IE-zaak betreft, maar een eenvoudig executiegeschil.’
Lees het vonnis hier.
