Noot Geerts bij HvJEU Easy Sanitary Solutions v Group Nivelles

26-01-2018 Print this page
B915271

P.G.F.A. Geerts, Universiteit Groningen en bureau Brandeis, Noot onder HvJ EU 21 september 2017 (Easy Sanitary Solutions/Group Nivelles); gepubliceerd in IER 2017/66, p. 459-477.

 

"1. Easy Sanitary Solutions (hierna: ESS) is houder van een ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht voor een douchegoot (zie de afbeelding in r.o. 19 van het onderhavige arrest). Group Nivelles heeft de nietigverklaring van dit modelrecht gevorderd. Volgens Group Nivelles is het model van ESS niet nieuw en heeft het geen eigen karakter. Ter staving van die vordering heeft Group Nivelles afbeeldingen overgelegd van (onderdelen van) uit de industrie afkomsti-ge afvoergoten die reeds voor de datum van indiening van het modeldepot van ESS in gebruik waren (zie r.o. 23 van het onderhavige arrest). Dit laatste is van groot belang: de (onderdelen van de) oudere afvoergoten waren bestemd voor industrieel gebruik en niet voor gebruik als (onderdeel van) een douchegoot in een sanitaire ruimte.

 

[...] 

 

6. De centrale vraag in de onderhavige zaak was nu of de verzoekende partij in de nietig-heidsprocedure (Group Nivelles) erin geslaagd was om een ouder individueel model nauw-keurig en volledig aan te duiden, waardoor zij het bewijs had geleverd dat het litigieuze model (van ESS) niet geldig was. Om dat aan te tonen heeft (vereenvoudigd weergegeven) Group Nivelles een catalogus overgelegd waarin afgebeeld waren illustraties van een afdekplaat en een afvoerbak, die in combinatie een afvoergoot vormen. Het prangende punt was echter dat beide onderdelen op verschillende pagina’s in de catalogus afgebeeld waren en hoewel in de catalogus er uitdrukkelijk op gewezen werd dat de afdekplaat met de afvoerbak gecombineerd moest worden, bevat de catalogus geen enkele afbeelding van het geheel van de afvoergoot (de volledige verschijningsvorm van het model, te weten een combinatie van afdekplaat met afvoerbak).

 

[...]

 

15. Dan nu aandacht voor het belangrijkste punt uit het arrest: het antwoord op de vraag of in het geharmoniseerde modellenrecht nog plaats is voor de kinderkapperstoelleer van de Hoge Raad (het specialiteitsbeginsel). In de onderhavige zaak komt deze problematiek concreet neer op de volgende vraag: is de ‘betrokken sector’ in de zin van art. 7 Gemeenschapsmodel-lenverordening beperkt tot die van het voortbrengsel waarin het litigieuze model zal worden verwerkt (doucheafvoeren voor particuliere woningen; de enge (specialiteits)leer, of moet daaronder ook worden verstaan de sector waar het model in een ander voortbrengsel is ver-werkt of op is toegepast (industriële afvoergoten; de ruime leer)? Het antwoord op deze vraag maakt nogal wat uit. Immers, in de ruime leer is het vormgevingserfgoed waarmee het litigi-euze model vergeleken moet worden (veel) groter, waardoor de kans dat het litigieuze model nieuw is of een eigen karakter heeft kleiner is. Het spreekt voor zich dat ESS zich op de enge (specialiteits)leer heeft beroepen (zie al eerder nr. 11) en Group Nivelles op de ruime leer.

 

16. Het HvJ EU kiest voor de ruime leer. Het Hof wijst op art. 5 Gemeenschapsmodellenver-ordening waaruit volgt dat de nieuwheid van een model niet afhangt van de voortbrengselen waarin het kan worden verwerkt of waarop het kan worden toegepast; r.o. 90. Het belangrijk-ste argument ontleend het Hof echter aan de ruime beschermingsomvang van het (ingeschre-ven of niet-ingeschreven) Gemeenschapsmodelrecht. Die bescherming omvat elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt (r.o. 91) en wordt niet be-perkt tot modellen die tot een bepaalde sector behoren (r.o. 92). Ten aanzien van het inge-schreven Gemeenschapsmodelrecht voegt het Hof daaraan toe dat dit recht aan de houder er-van het uitsluitende recht verleent om voor alle types van voortbrengselen – en niet alleen voor het voortbrengsel dat in de inschrijvingsaanvraag is opgegeven – het betrokken model te gebruiken; r.o. 93. Zoals uit art. 36 lid 6 Gemeenschapsmodellenverordening volgt kan de indeling in Locarno klassen niet leiden tot een beperking van het ingeschreven modelrecht; r.o. 94." 

 

Lees de volledige noot hier.