Noot Paul Geerts onder HvJ EU 28 oktober 2021, C-123/20 (Ferrari/Mansory Design)

10-03-2022 Print this page
B916349

Noot Paul Geerts onder HvJ EU 28 oktober 2021, C-123/20 (Ferrari/Mansory Design). Eerder gepubliceerd in IER 2021/49.

 

Uit noot: " [...] 4. In dit arrest staat centraal de vraag of art. 11 lid 2 GModVo aldus moet worden uitgelegd dat de beschikbaarstelling voor het publiek van afbeeldingen van een voortbrengsel in zijn geheel, zoals de publicatie van foto’s van een voertuig (zie hieronder afbeelding 1), de beschikbaarstelling voor het publiek van een model van een deel of onderdeel (zie hieronder afbeelding 2) van dat voortbrengsel met zich mee kan brengen (waardoor de beschermingstermijn van drie jaar een aanvang neemt).

 

5. Het antwoord van het HvJ EU op deze vraag is dat art. 11 lid 2 GModVo zo inderdaad moet worden uitgelegd, op voorwaarde dat bij de beschikbaarstelling van het geheel de verschijningsvorm van dat deel of onderdeel duidelijk herkenbaar is. Voor ontwerpers geldt dus niet de verplichting om elk deel van hun voortbrengselen waarvoor zij aanspraak willen maken op be-scherming als NIG, afzonderlijk voor het publiek beschikbaar te stellen.

 

[...]

 

10. Kortom: het HvJ EU heeft een duidelijk en helder arrest gewezen. Een arrest dat voor ontwerpers goed nieuws brengt. Niet alleen in het geval de ontwerper voor het gehele voortbrengsel geen modelrecht heeft ingeschreven (zoals i.c. Ferrari), maar ook in het geval de ontwerper dat wel heeft gedaan. Ik citeer en parafraseer uit de conclusie van de A-G (noot 42) bij dit arrest: het niet-ingeschreven gemeenschapsmodel biedt de ontwerper een flexibiliteit die het ingeschreven gemeenschapsmodel hem niet biedt. In het geval van een ingeschreven gemeenschapsmodel wordt het voorwerp van bescherming, te weten het model waarop aanspraak wordt gemaakt, in de inschrijvingsaanvraag nauwkeurig omschreven. Indien de ontwerper ervoor kiest niet het model van het hoofd van een pop, maar het model van de gehele pop in te schrijven, zal de inbreuk worden beoordeeld ten aanzien van laatstgenoemd voorwerp. Daar staat tegenover dat de ontwerper zich in een dergelijk geval zal kunnen beroepen op een niet-inge-schreven gemeenschapsmodel dat enkel bestaat uit de verschijningsvorm van het hoofd, mits deze verschijningsvorm overeenkomstig art. 11 GModVo minder dan drie jaar tevoren openbaar is gemaakt, en op zich voldoet aan de materiële voorwaarden van de GModVo."

 

Lees de volledige noot hier.