Nota naar aanleiding van het verslag Wet implementatie Nagoya Protocol

20-05-2015 Print this page
B913777

Regels ter implementatie van het Nagoya Protocol (Wet implementatie Nagoya Protocol), Kamerstukken II, 34142, nr. 6, Nota naar aanleiding van het verslag.

"De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vroegen of de Verenigde Staten plannen heeft om het protocol te ratificeren en of Nederland in haar contacten met de Verenigde Staten dit onderwerp aan de orde heeft gesteld.
Nee. Het Biodiversiteitsverdrag is internationaal één van de grootste verdragen, met 194 partijen. De Verenigde Staten zijn als enige land ter wereld geen partij bij het Biodiversiteitsverdrag. De Verenigde Staten heeft het Verdrag wel ondertekend, maar is niet tot ratificatie overgegaan. De Verenigde Staten hebben dan ook geen voornemens om partij te worden bij het protocol. De inzet is gericht op een goede implementatie bij en samenwerking met landen die daadwerkelijk deel willen nemen aan dit protocol.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vroegen of de activiteiten van internationale bedrijven die plaatsvinden in Europa onder het protocol vallen.
Bedrijven van wie het gebruik van genetische bronnen in de EU onder de reikwijdte valt van de ABS-verordening zullen zich volledig aan deze wetgeving moeten houden. Het door de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren genoemde voorbeeld valt hier dus onder. De afdelingen van deze bedrijven in Nederland zullen moeten laten zien dat zij de genetische bronnen rechtmatig hebben verkregen, op basis van de wetgeving van het land waaruit zij de bron hebben betrokken.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vroegen naar het belang van de landen en de bevolkingsgroepen waar genetische bronnen vandaan komen.
Het belang van de landen waar bronnen vandaan komen en de bevolkingsgroepen die daarbij zijn betrokken is groot. Voor een land als Nederland is internationale samenwerking vanzelfsprekend en noodzakelijk, juist ook op het gebied van genetische bronnen. Het protocol is er dan ook op gericht een eerlijke en billijke verdeling van de voordelen uit het gebruik van genetische bronnen te realiseren, mede door het verschaffen en kunnen benutten van die bronnen. Daarmee zijn ook de belangen van de landen van herkomst en hun bevolkingsgroepen zeer gediend.
Al voor de inwerkingtreding van het protocol hadden gebruikers en overheden in derde landen de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat toegang en gebruik rechtmatig plaats konden en zouden vinden. Voor alle Nederlandse bedrijven gelden de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Deze richtlijnen helpen bedrijven om beleid ten aanzien van goed gedrag te implementeren ten behoeve van duurzame ontwikkeling, waaronder ook ten aanzien van belangen van lokale bevolkingsgroepen."

Lees hier meer.