Nu de uitvinder niet tevens de octrooihouder was

18-08-2011 Print this page

B9 10043. Gerechtshof ’s-Gravenhage, 26 juli 2011, LJN: BR5340, Vetus N.V. tegen  Inno Nautic B.V.

Octrooirecht, althans verbintenisrechtelijk arrest in de reeks procedures tussen partijen (zie eerder vanaf hier). Stukgelopen samenwerking over ontwikkelen en vermarkten van een opblaasbare vloeistoftank voor schepen tussen licentiegever Inno Nautic en beoogde licentienemer. Beoogd licentienemer Vetus heeft gedwaald bij het aangaan van de tussen partijen gesloten (intentie)overeenkomst op grond waarvan hij diverse bedragen moest betalen, nu de uitvinder niet tevens de  octrooihouder was. Deze verkeerde voorstelling van zaken is voldoende reden is voor vernietiging van de overeenkomst. De vernietiging van de overeenkomst brengt mee dat de door Vetus betaalde bedragen onverschuldigd zijn betaald.

Beoogd licentienemer Vetus heeft wel gehandeld in strijd met geheimhoudingsverplichtingen door van vertrouwelijke informatie gebruik te maken bij het buiten de uitvinder om op de markt (willen) brengen van de tank. Het gebuik van de informatie betrof de aanschaf van een speciale lamp. Zonder de informatie had het Vetus een jaar gekost om die specifieke lamp te vinden en kan slechts sprake kan zijn geweest van overtreding door Vetus van de geheimhoudingsverklaring voor die periode. Die tijd was, kort gezegd, al voorbij en het verbod om de tank te verhandelen, wordt afgewezen.

Vetus moet de octrooipositie welke aan haar was overgedragen door beschikkingsonbevoegde derde op naam van Inno Nautic laten stellen. Geen handhaving IE-rechten, geen 1019h proceskostenveroordeling.

Lees het arrest hier.