Nu eiser zeer herkenbaar op de foto staat

24-05-2012 Print this page

B9 11267. Rechtbank Rotterdam, 8 mei 2012, LJN: BW6551, Eiser tegen Gedaagden.

Auteursrecht. Portretrecht. Wereldtijdschrift. Wel spoedeisend belang bij auteursrechtelijke portretrechtinbreuk, maar niet meer m.b.t. aantasting van de persoonlijke levenssfeer.

Adequate samenvatting rechtspraak.nl: Publicatie van een eerder gemaakte foto van Eiser uit een voormalig tijdschrift (Sportswomen.nl) van Eiser bij een artikel op de website van Gedaagden (“eiser verkocht luchtkastelen, loog over de oplage (sprak over 90.000 en 135.000.....het was een tienvoud, misschien wel twintigvoud van de verschenen oplage). Hij kopieerde advertenties, plaatste ze en stuurde een bedrijf vervolgens een factuur..”) brengt een aantasting van de persoonlijke levenssfeer van Eiser met zich mee.

Echter heeft Eiser geen spoedeisend belang bij dit gedeelte van de vordering, nu het artikel bijna vier jaar geleden (mei 2008) op het internet is geplaatst. Bovendien is het niet aannemelijk dat het artikel thans als één van de eerste zoekresultaten wordt weergegeven als men - via Google - zoekt op de naam van Eiser. De bij het artikel geplaatste foto betreft een zonder opdracht vervaardigd portret in de zin van art. 21 Aw. Nu Eiser een redelijk belang heeft bij verwijdering van de foto wordt dit gedeelte van de vordering door de voorzieningenrechter toegewezen.

“Tussen partijen is niet in geschil dat de bij het Artikel geplaatste Foto een zonder opdracht vervaardigd portret in de zin van artikel 21 Auteurswet (Aw) betreft en dat [eiser] geen toestemming heeft verleend aan [gedaagden]. om de Foto bij het Artikel of elders op de website van [W] te plaatsen. [eiser] komt mitsdien in beginsel het recht toe om deze publicatie van deze Foto - op grond van het hem toekomend portretrecht in de zin van artikel 21 Aw - te (doen) verbieden, reeds op grond van het enkele feit dat de Foto zonder zijn toestemming bij het Artikel is geplaatstt.

Dit recht kan [eiser] alleen ontzegd worden indien geoordeeld moet worden dat hij geen redelijk belang heeft bij een verzet tegen openbaarmaking. Binnen dit kort geding is voldoende aannemelijk geworden dat een redelijk belang van [eiser] zich tegen de publicatie van de Foto bij het Artikel verzet, nu [eiser] zeer herkenbaar op de foto staat in de context van een artikel waarin zijn persoonlijke levenssfeer wordt aangetast; er worden immers gedetailleerde en niet vleiende mededelingen omtrent zijn wijze van zakendoen gedaan. Uit het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer vloeit voort dat indien de openbaarmaking van een portret inbreuk maakt op dit recht, in beginsel sprake is van een redelijk belang van de geportretteerde als bedoeld in artikel 21 van de Auteurswet dat zich tegen die openbaarmaking verzet (HR 1 juli 1988, NJ 1988, 1000). Dat de belangen van [gedaagden]. bij plaatsing en handhaving in deze zwaarder wegen dan het belang van [eiser] bij verwijdering van de Foto bij het Artikel is niet aannemelijk geworden. Weliswaar is sprake van een zeker belang van [gedaagden]. (zie hierna onder 5.9) bij het verstrekken van informatie, maar niet aannemelijk is geworden dat daartoe de Foto noodzakelijk zou zijn; daarbij is in aanmerking genomen dat de aard van de waarschuwing niet meebrengt dat voor het algemene publiek, dat [eiser] van de Foto zonder meer zal herkennen, zodanige herkenning zinvol, laat staan nodig is. [gedaagden]. hebben op dat punt ook niets concreets gesteld.

Het voorgaande brengt met zich mee dat de door [gedaagden]. bij het Artikel geplaatste Foto van [eiser] op de website van [W] dient te worden verwijderd. Het onder III gevorderde zal mitsdien worden toegewezen als volgt.

Lees het vonnis hier.