Octrooirecht: Rechtbank Den Haag bij uitsluiting bevoegd

10-04-2012 Print this page

B9 11071. Rechtbank Arnhem, 28 maart 2012, LJN: BW1378, De Steeg c.s. tegen Alpha Nova c.s.

Octrooirecht. Stukgelopen samenwerking. Door Alpha Diagnostic (dochter Alpha Nova Holding) is op 13 juli 2007 een octrooi aangevraagd voor het op simpele en doeltreffende wijze scheiden van bepaalde stoffen uit cannabis. De kosten van het depot zijn betaald door De Steeg. Tevens hebben De Steeg c.s. een aantal betalingen gedaan aan Alpha Nova c.s., waarvan een drietal niet ondertekende overeenkomsten van geldlening zijn overgelegd.  

Volgens De Steeg c.s. is er een samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen die inhield dat gedaagde sub 5 in zijn hoedanigheid als bestuurder van Alpha Nova Holding een kit zou vervaardigen met behulp van investeringen en leningen van De Steeg c.s. aan Alpha Nova Holding en haar dochtervennootschappen. De kit zou onder meer exclusief worden verkocht via de winkel van De Steeg. Het oogmerk was winst te behalen waarmee de door De Steeg gedane financiële investeringen en injecties zouden worden terugbetaald. Volgens gedaagde sub 5 is dit geld door De Steeg geïnvesteerd in ruil voor het verkrijgen van 30 % aandelen in Alpha Nova Holding. Bovendien zou De Steeg onvoldoende hebben geïnvesteerd om het product van de grond te krijgen.

De samenwerkingsovereenkomst is volgens de rechtbank gesloten tussen De Steeg c.s. en gedaagde sub 5 en betrokkene 1 en 2. Alpha Nova c.s. zijn weliswaar partij in deze procedure, maar geen partij bij de samenwerkingsovereenkomst. In zoverre is daarom ook geen sprake van een tekortkoming in de nakoming aan hun zijde, wel aan de zijde van gedaagde sub 5. Gedaagde sub 5 is daarom ook (bestuurders)aansprakelijk voor de tekortkoming in de nakoming van de samenwerkingovereenkomst. Het bedrag dat zij zal moeten betalen dient nader op te worden gemaakt. Eveneens zijn Alpha Nova c.s. aansprakelijk voor de schade (€ 160.297,-) die is ontstaan op grond van onrechtmatige daad, onder meer omdat er uitvoerig overleg is geweest over de ontwikkeling van de kit; er in dat verband een aparte vennootschap is opgericht; en uit de overgelegde stukken blijkt dat De Steeg c.s. in ruil voor de investeringen aan hun zijde, winst zouden krijgen op aandelen in de vennootschap(pen) die zij hadden dan wel zouden verkrijgen via het terugkooprecht dat zij hadden bedongen. Alpha Nova c.s. wordt als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

4.2 Voorop staat dan dat deze rechtbank niet bevoegd is om kennis te nemen van vordering (sub f) tot het verlenen van een verklaring voor recht met betrekking tot de intellectuele eigendomsrechten op het octrooi. Ingevolge het bepaalde in artikel 80 Rijksoctrooiwet is de rechtbank ’s-Gravenhage bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van vorderingen met betrekking tot opeising van octrooien. De zaak zal, voor zover zij betrekking heeft op de desbetreffende vordering, worden verwezen naar de rechtbank ’s-Gravenhage ter verdere afdoening. Er is onvoldoende samenhang met de overige vorderingen om de gehele zaak te verwijzen. De overige vorderingen zullen daarom door deze rechtbank worden beoordeeld.

 

Lees de uitspraak hier.