Opmerkingen over de juridische bescherming van architectuur

07-09-2017 Print this page
B915107

IER 2017/4, p. 247-255, F.W. Grosheide: "1. Architectuur en auteursrecht vormen een problematisch paar. Dikwijls kijken niet-auteursrechtelijk ingevoerde medeburgers verrast op wanneer de combinatie architectuur/auteursrecht ter sprake komt. Dat kan zich bijvoorbeeld voordoen bij zulke onschuldige gevallen als wanneer een ondernemer een foto wil maken van zijn bedrijfspand om deze op te nemen in een reclamefolder. Aan de orde is dan het wettelijk gegarandeerde recht van de architect om exploitatiehandelingen met betrekking tot zijn werk afhankelijk te maken van zijn toestemming. Minder onschuldig is de situatie waarin dezelfde ondernemer zijn bedrijfspand wil verbouwen of zelfs geheel of gedeeltelijk wil slopen. Hij kan dan te maken krijgen met de eveneens wettelijk verankerde morele rechten (ook: persoonlijkheidsrechten) van de architect. Op de vraag: mag ik niet doen met mijn gebouw wat ik wil? is het enig juiste antwoord dat van deskundige zijde past: ja en nee. Het is duidelijk dat dit antwoord probeert de kool en de geit te sparen als gevolg van het feit dat architectuur nu eenmaal betrekking heeft op objecten met zowel een creatieve als een functionele kant.

2. In situaties zoals aan de orde in de hierboven gegeven voorbeelden kunnen gemakkelijk juridische conflicten ontstaan. Een stand van zaken die in het bijzonder aan de orde is wanneer de in deze annotatie te bespreken morele rechten van de architect in het geding zijn. Het blijkt dan niet eenvoudig te zijn om het vereiste sparen van kool en geit in rechtsregels zowel nationaal als internationaal – vast te leggen. [...]"