Optreden tegen inbreukmakende transitgoederen

06-01-2012 Print this page

B9 10630. Gie van den Broek, Deterink: Hof van Justitie EU trekt de grens voor optreden tegen inbreukmakende transitgoederen: tijd voor een wijziging van de Anti-Piraterij Verordening.

Op 1 december 2011 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof) uitspraak gedaan in twee gevoegde zaken waar de houders van Gemeenschapsmerken lange tijd op hebben moeten wachten. De uitspraak is een combinatie van twee zaken die langs de weg van prejudiciële vragen bij het Hof terecht kwamen. Een zaak van het Court of Appeal, Chancery Division, Engeland & Wales High Court, C-446/09 (Philips/Lucheng)  en een zaak van de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, C-495/09 (Nokia/Douane).

Houders van IE-rechten  wachtten al jaren lang op meer rechtszekerheid die het Hof mogelijk zou kunnen bieden door aan te geven wanneer de douaneautoriteiten van de Lidstaten kunnen ingrijpen bij een vermoeden van inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van zogenaamde transitgoederen . Met deze dubbele uitspraak zet het Hof van Justitie duidelijk neer wat het kader is. De houder van een IE-recht moet van goeden huize komen wil hij de douane overtuigen dat zij handhavend moet optreden tegen verdachte transitgoederen.

(…) In de gevoegde zaken C-495 en C-496 trekt het Hof van Justitie van de Europese Unie in mijn optiek het kleed onder de Philips/Princo uitspraak van de Hoge Raad vandaan, en daarmee is de vervaardigingsfictie zelf ook een fictie geworden. Zij kan nu niet meer worden toegepast. Wat betekent dit voor de praktijk? Het betekent in ieder geval dat houders van IE-rechten die bij de bestrijding van namaak in Nederland momenteel een stap terug moeten doen, omdat de douane het door de Hoge Raad geformuleerde concept van de vervaardigingsfictie niet meer mag toepassen.

Lees het volledige artikel hier.