Pagina 16

14-09-2011 Print this page

B9 10127. Gerechtshof ’s-Gravenhage, 30 augustus 2011, LJN: BS8879, Stichting Indian Film And Music tegen Temptations Business Group B.V.

Auteursrecht. Sifam-zaak (Belangenorganisatie Indiase film). Kwalificatie filmproducent/auteursrechthebbende Bollywoodfilm. Uitleg samenwerkings- en exploitatieovereenkomst. IPR.

Eindarrest na tussenarrest Hof Den Haag, 7 december 2010, waarin Sifam in de gelegenheid werd gesteld om de ontbrekende bladzijde 16’ van de samenwerkings- en exploitatieovereenkomst in het in het geding te brengen, teneinde aan te tonen wie d e rechthebbende is op de Indiase film Victory. Sifam diende eveneens nader in te gaan op de rechtsgeldigheid en authenticiteit van de overeenkomst.

Het hof vernietigt vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. Walkwater Media kan(naar Nederlands recht) als producent/auteursrechthebbende van de film worden aangemerkt, en was gerechtigd de exploitatierechten over te dragen aan KMI, die op haar beurt SIFAM volmacht kon verlenen om KMI in rechte te vertegenwoordigen ter zake van alle rechten. Vervolgens wordt inbreuk door het verhandelen door gedaagde van (in ieder geval één niet officieel exemplaar van de DVD van de film aangenomen.

M.b.t. de 1019h proceskosten bevestigt het hof het oordeel van de rechtbank dat  matiging gerechtvaardigd was,  omdat de onderhavige zaak niet op zichzelf staat en partijen in meer procedures zijn betrokken, waarbij inhoudelijk vergelijkbare kwesties spelen.

Auteursrecht: 5.1  Vooropgesteld wordt dat, zoals in rechtsoverweging van 12 van voormeld tussenarrest reeds is overwogen, de vraag wie als auteursrechthebbende kwalificeert beantwoord moet worden naar Nederlands recht. Op de (uitleg van de) de overeenkomst is, zoals onder 3 is overwogen, het Indiase recht van toepassing. Dit laatste maakt dat ook het verlenen van toestemming tot exploitatie en/of een eventuele overdracht van rechten wordt beheerst door het Indiase recht (vgl. Hof Den Haag 20 september 2007, IER 2010/35).

5.4  Voor zover het gaat om auteursrechten van betrokken makers, zoals [betrokkene 2] als regisseur, geldt op grond van artikel 45d Aw dat de makers geacht worden hun exploitatierechten te hebben overgedragen, tenzij anders schriftelijk overeengekomen. De bewijslast van dit laatste rust op Temptations. Temptations heeft echter geen concrete feiten of omstandigheden gesteld die aannemelijk maken dat van schriftelijke andersluidende bedingen (waarop dan eveneens het Indiase recht van toepassing is) sprake is geweest.

6.  Nu Walkwater Media als producent/auteursrechthebbende van de film moet worden aangemerkt, was zij gerechtigd de exploitatierechten over te dragen aan KMI c.q. ter zake een licentie aan KMI te verlenen. Over de vraag of de wijze waarop zij dat heeft gedaan rechtsgeldig is geschied, verschillen partijen van mening.

6.2  (…)  Het hof acht daarmee voorshands voldoende aannemelijk dat [betrokkene 3] bevoegd was de overeenkomst te ondertekenen. Concrete feiten en omstandigheden die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, zijn niet gesteld of gebleken, zodat het betoog van Temptations op dit punt als onvoldoende gemotiveerd wordt gepasseerd. De bevoegdheid tot handhaving van de overgedragen rechten volgt uit artikel 2 van de exploitatieovereenkomst.

6.3  Het vorenstaande leidt er toe dat voorshands moet worden aangenomen dat KMI op grond van de exploitatieovereenkomst rechthebbende is geworden voor zover het betreft de (exploitatie)rechten op de DVD-film (“Home Video Rights”) in Europa, waaronder ook het recht op te treden tegen derden. (…)

Inbreuk: (…) 8. Rest nog de beoordeling van de vraag of Temptations inbreuk op deze rechten heeft gemaakt en zo ja, of de door haar ingestelde (neven)vorderingen alle toewijsbaar zijn.

(…) 8.2  Het hof is voorshands van oordeel dat sprake is geweest van (in ieder geval eenmalig) inbreukmakend handelen en overweegt daartoe als volgt. Uit het proces-verbaal met bijlagen van de deurwaarder (productie 5 dagvaarding eerste aanleg) blijkt dat de cover van de in beslag genomen DVD identiek is aan de cover van de officiële uitgave van de film “Victory” op DVD, als blijkend uit het promotiemateriaal. Voorts blijkt uit dit proces-verbaal dat de deurwaarder op het in beslag genomen exemplaar (uitsluitend) het serienummer DVD A16 heeft aangetroffen. Dit laatste maakt, gelet op het ontbreken van enige verwijzing naar KMI, voldoende aannemelijk dat het hier niet betreft een door KMI officieel uitgegeven exemplaar. Aan het ontbreken van SID-codes, komt daarbij geen gewicht toe, nu als onbetwist moet worden aangenomen dat de DVD nog niet officieel is uitgebracht op de Europese markt. Of SID-codes al dan niet daadwerkelijk zijn afgegeven, is derhalve evenmin relevant. Het nog door Temptations gevoerde verweer dat de in beslag genomen DVD is gekocht bij [betrokkene 4], waarmee zij gelet op haar toelichting bij memorie van antwoord kennelijk bedoelt te stellen dat KMI zelf, althans [betrokkene 4], illegale DVD’s verhandelt, passeert het hof als niet ter zake doende. Hoe curieus dit ook zou zijn, de vraag bij wie een inbreukmakend exemplaar is aangekocht, is ter beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk niet relevant. Dit zou hooguit een rol kunnen spelen bij de toerekenbaarheid. Of van dit laatste sprake is, kan buiten bespreking blijven, nu zoals hierna zal blijken voor het toekennen van (een voorschot op) schadevergoeding in dit kort geding geen plaats is.

Proceskosten: 11.2  De rechtbank heeft de salariskosten van de advocaat in eerste aanleg overeenkomstig voormelde indicatietarieven gematigd tot een bedrag van € 2.000, - en daartoe overwogen dat ter terechtzitting in eerste aanleg is gebleken dat de onderhavige zaak niet op zichzelf staat en partijen in meer procedures zijn betrokken, waarbij inhoudelijk vergelijkbare kwesties spelen. Nu dit in hoger beroep niet is bestreden, zal het hof de rechtbank hierin volgen.

11.3  SIFAM heeft haar proceskosten in hoger beroep (voor het laatst) bij akte van 20 april 2010 volledig gespecificeerd. Haar kosten tot aan voormeld tussenarrest heeft zij daarbij gesteld op € 4.816,23 inclusief explootkosten en exclusief griffierecht. Deze kosten komen het hof niet onredelijk voor, zodat deze conform worden bepaald.

 
Lees het arrest hier.