Poetscrèmes

16-11-2011 Print this page

B9 10425. Gerecht EU, 16 november 2011, zaak T‑308/06, Buffalo Milke Automotive Polishing Products tegen OHIM / Werner & Mertz GmbH.

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v het oudere BÚFALO tegen de inschrijving van het beeldmerk BUFFALO MILKE Automotive Polishing Products (polijstcrèmes en (leder) crèmes). De kamer van beroep van het OHIM vernietigde eerder de afwijzende beslissing van de oppositieafdeling en verwees de  zaak voor naar die afdeling  voor verdere afdoening. In het onderhavige arrest concludeert het Gerecht dat de kamer van beroep terecht heeft geoordeeld dat van normaal gebruik van het oudere merk wel sprake was. Van ‘louter symbolisch, minimaal of fictief gebruik met als enig doel, de merkenrechtelijke bescherming te behouden’ is geen sprake.

67. Wat in de onderhavige zaak de bijkomende facturen en hun invloed op de beoordeling van de omvang van het gebruik betreft, heeft de kamer van beroep terecht geoordeeld dat deze facturen, tezamen met de overige onderdelen van het bewijs, „[...] het bewijs leveren (…) gebruik [dat] niet zo gering is dat het leidt tot de conclusie dat het gaat om een louter symbolisch, minimaal of fictief gebruik met als enig doel, de merkenrechtelijke bescherming te behouden”.

68. (…) De negen facturen hebben betrekking op verkopen ten bedrage van ongeveer 1600 EUR en zij tonen aan de BUFALO-artikelen in kleine hoeveelheden zijn geleverd (12, 24, 36, 48, 60, 72 of 144 stuks) aan verschillende klanten. Dit lijkt overeen te stemmen met de nogal geringe afzetcijfers die in de verklaring zijn genomen, die nauwelijks een miljoen EUR per jaar overschrijden voor veelgebruikte producten als schoenwas op de grootste Europese markt, namelijk Duitsland, die ongeveer 80 miljoen potentiële consumenten telt. Bovendien stemmen de in de facturen gehanteerde prijzen grotendeels overeen met die in de prijslijsten die als stuk (d) zijn overgelegd bij de oppositieafdeling”.

69. Deze conclusies voldoen aan de rechtspraak van het Hof dat zelfs een gering gebruik van het merk of een gebruik door slechts één importeur in de betrokken lidstaat kan volstaan om gewoon gebruik aan te tonen, wanneer het gebruik een werkelijk commercieel doel dient (arrest Ansul, reeds aangehaald, punt 39 en beschikking La Mer Technology, reeds aangehaald, punt 21).

Lees het arrest hier.