Portretrecht & vetorecht

03-02-2012 Print this page

B9 10750. Vzr. Rechtbank Amsterdam, 27 januari 2012, LJN: BV2741, Geportretteerde zoon tegen de stichting NTR.

Portretrecht, althans portretrechtcomponent in zaak die uiteindelijk draait om het al dan niet bestaan van een veto-recht over het uitzenden van een televisieprogramma. “De NTR heeft opnamen gemaakt van een minderjarige die op last van de rechter in een opvanghuis zit. Nadat de opnamen zijn verwerkt in een televisieprogramma krijgt de vader - voorafgaand aan uitzending - inzage. Hij weigert namens zijn minderjarige zoon alsnog toestemming. Omdat onduidelijk is onder welke voorwaarden er aanvankelijk medewerking is toegezegd, of er een veto is, wordt de uitzending verboden, met daaraan verbonden de voorwaarde dat een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt.” Mocht er van een vetorecht echter geen sprake zijn, dan kunnen geportretteerde en diens vader geen bezwaar maken op grond van het portretrecht:

4.2. (…) Het portretrecht van [zoon] is echter niet absoluut. Het dient te worden afgewogen tegen, in dit geval, het recht van de NTR op vrijheid van meningsuiting, zoals neergelegd in artikel 10 EVRM. Om te beoordelen aan welke van beide grondrechten, die in beginsel van gelijke rangorde zijn, in een concreet geval voorrang toekomt, dienen aan de hand van alle omstandigheden van het geval de belangen van partijen tegen elkaar te worden afgewogen.

4.3. Ter terechtzitting is de documentaire zoals de NTR deze wil uitzenden bekeken. Het inhoudelijke verwijt dat de film schadelijk is voor de beeldvorming van [zoon] treft naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen doel. De film geeft een indringend, maar respectvol beeld van het leven van [zoon] in JJC, met de ups en downs die daar bij horen, en eindigt zeer positief.

4.4. Ten aanzien van twee concrete bezwaren die ten tijde van het bekijken van de film zijn genoemd wordt als volgt geoordeeld. In de film is het paspoort van [zoon] te zien. De opname vertoont echter niet diens foto of persoonsgegevens, zodat een buitenstaander dit beeld niet met [zoon] in verband zal brengen. Het paspoortnummer is deels te lezen, maar is kort in beeld, zodat onaannemelijk is dat dit tot identificatie van [zoon] zou kunnen leiden. Bovendien heeft de NTR ter zitting verklaard bereid te zijn het paspoortnummer alsnog onleesbaar te maken. Verder legt één van de in de documentaire aan het woord komende personen een verband tussen de opname van [zoon] en diens thuissituatie. Nu over de thuissituatie geen details worden prijsgegeven acht de voorzieningenrechter dit een bezwaar van relatief licht gewicht. De NTR heeft zich echter bereid verklaard ook deze opmerking uit de documentaire te verwijderen.

4.5. Het voorgaande laat onverlet dat het maken van de documentaire (in zijn huidige vorm) slechts mogelijk is indien er voor het maken van de betreffende opnamen toestemming is gegeven.

Lees het vonnis hier.