Prejudiciële vraag over of betekenis teken mee moet worden genomen in beoordeling verwarringsgevaar

20-05-2014 Print this page
B912975
(Met dank aan Christian Dekoninck, Crowell & Moring LLP)

Zaak C-147-14, Loutfi Management Properiété Intellectuelle. Prejudiciële vraag Hof van Beroep Brussel naar aanleiding van tussenarrest van 17 maart 2014, Loufti v AMJ Meatproducts en Halalsupply.

Merkenrecht. Geschil over de vraag of er sprake is van verwarringsgevaar tussen de oudere Gemeenschapsmerken "EL BENNA" en "EL BNINA" en het Beneluxmerk "EL BAINA". De dominerende elementen van de tekens zijn Arabische woorden in zowel Latijns schrift als Arabisch schrift. Er is een zekere visuele overeenstemming tussen de woorden in het Latijnse schrift en de woorden in het Arabische schrift. De Arabische woorden op de tekens hebben echter een verschillende betekenis. Omdat de woorden geen betekenis hebben in een officiële taal van de Unie, is het de vraag of deze verschillende betekenis bij beoordeling van auditieve/begripsmatige overeenstemming mag worden meegenomen. Het Hof van Beroep stelt daarom een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie EU.

Prejudiciële vraag: "Dient artikel 9.1.b.) GMV, mede gelet op de bepalingen van de artikelen 21 en 22 van het Handvest van de grondrechten van de Unie, aldus te worden uitgelegd dat, bij de beoordeling van het verwarringsgevaar tussen een gemeenschapsmerk waarin een Arabisch woord dominant is en een teken waarin een ander maar visueel overeenstemmend Arabisch woord dominant is, het verschil in uitspraak en betekenis tussen deze woorden door de bevoegde rechterlijke instanties van de lidstaten mag of zelfs moet worden onderzocht en in rekening gebracht, ook al is het Arabisch geen officiële taal van de Unie en van de lidstaten ?"

Lees het arrest hier.