Reclame voor buitenlandse casino’s mag verboden worden

12-07-2012 Print this page

B9 11454. HvJ EU, 12 juli 2012, zaak C-176/11, HIT hoteli & HIT LARIX tegen Bundesminister für Finanzen (prejudiciële vragen Verwaltungsgerichtshof, Oostenrijk).

Reclamerecht. Kansspelen. Reclame voor buitenlandse casino’s mag onder bepaalde voorwaarden verboden worden. Een lidstaat mag reclame voor casino’s in een andere lidstaat verbieden wanneer daar geen gelijkwaardige spelersbescherming wordt geboden.

In Oostenrijk is voor het maken van reclame voor casino’s in het buitenland een voorafgaande vergunning nodig. Om die te krijgen dient de exploitant van een in een andere lidstaat gelegen casino aan te tonen dat de wettelijke spelersbescherming in die staat „ten minste overeenkomt” met die van de Oostenrijkse wettelijke regeling ter zake. De Sloveense vennootschappen HIT en HIT LARIX exploiteren casino’s in Slovenië. Zij hebben bij de Bundesminister für Finanzen (bondsminister van Financiën, Oostenrijk) een vergunning aangevraagd om in Oostenrijk reclame te maken voor hun in Slovenië gelegen casino’s. Het ministerie heeft die aanvragen afgewezen.

Het HvJ oordeelt dat het recht van de Unie zich niet verzet tegen de Oostenrijkse regeling wanneer voor de verkrijging van de vergunning om reclame te maken enkel het bewijs wordt geëist dat de toepasselijke regeling van de andere lidstaat bescherming van een in wezen gelijkwaardig niveau tegen de gevaren van het spel biedt als zijzelf. Een dergelijke regeling, die de vrijheid van dienstverrichting beperkt, wordt gerechtvaardigd door het doel om de bevolking te beschermen tegen de gevaren van kansspelen. Gelet op dit doel, lijkt zij exploitanten van buitenlandse casino’s geen overdreven last op te leggen en is zij bijgevolg mogelijkerwijs in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Anders is het evenwel – zodat een dergelijke regeling als onevenredig moet worden beschouwd –, indien die regeling eist dat in de andere lidstaat identieke regels gelden, of indien zij regels zonder rechtstreeks verband met de bescherming tegen de gevaren van het spel stelt. Het staat hoe dan ook aan de nationale rechter om zich ervan te vergewissen dat de bestreden wettelijke bepalingen de vergunning om reclame te maken voor in een andere lidstaat gevestigde kansspelinrichtingen enkel afhankelijk stellen van de eis dat de regeling van deze laatste in wezen gelijkwaardige waarborgen biedt als de nationale regeling ten aanzien van het rechtmatige doel particulieren te beschermen tegen de gevaren van het kansspel. (Perscommuniqué).

Lees het arrest hier en het perscommuniqué hier.