Schending Merkrecht?

05-08-2011 Print this page

10004. Oud nieuws is ook nieuws. Het Vaderland bericht op 16 maart 1935 in de rubriek 'Rechtswezen' over de ie-kamer van de rechtbank Den Haag in 1935, over pre-Stüssy parallelimport, IPR-kwesties, agentenmerken en, uiteindelijk, merkinbreuk:

"Schending Merkrecht? Gistermiddag werd de uitgestelde behandeling In kort geding voor den president der Haagsche rechtbank voortgezet. In de zaak van den importeur van Pond's Cream tegen Parfumerie-Magazijn City. Spuistraat. Den Haag. De president had dinsdag j.l. de behandeling uitgesteld, teneinde beide partijen In de gelegenheid te stellen bewijsmateriaal voor hun stellingen te verzamelen.

Mr Smalhout legde een notarieel opgemaakte verklaring over van den directeur der Engelsche Pond's Creamfabriek. waarin gezegd wordt, dat de eischer (de Nederlandsen importeur) eigenaar is van het in het geding zijnde handelsmerk en niet de Engelsche fabriek, die geen enkele aanspraak daarop doet gelden.

Pleiter betoogde, dat het monogram op verzoek van eischer op de Pond's cream wordt aangebracht. Voor 1929 is het niet als merk gebruikt. Gedaagde zal moeten bewijzen, dat de door haar overgelegde potten afkomstig zijn van voor 1929 en dat het merk er niet op verzoek van eischer is aangebracht. Gedaagde zou dan alleen Pond's Cream mogen verkopen van vóór 1929. Naar Engelsch recht was Pond', Cream in Engeland nimmer gebruiker. Mr Smalhout verwees daarvoor naar de jurisprudentie.

Mr Jalink, voor gedaagde pleitend, zegt dat eischer nimmer gebruiker was, doch importeur. Bovendien wijkt zijn recht dan voor het onderrecht van Pond's Cream Maatschappij in Engeland. Hoogstens zou er gelijktijdig gebruik zijn naast elkaar, dat geduld moest worden. De overgelegde verklaring is van een belanghebbende. De Engelsche Pond's cream is partij in het geding. Men kan zoo maar niet afstand doen van rechten op een merk. Pleiter heeft getuigen medebracht die verklaren kunnen, dat reeds jarenlang het monogram in kwestie gebruikt werd. Niet het Engelsche maar het Nederlandsche Recht is beslissend.

Mr Smalhout noemde het een misverstand van zijn tegenpleiter, dat deze beweerde, dat de fabriek en niet de importeur gebruiker was. Als mr Jallink zich beroept op rechten van een buitenlandsche fabriek, dan geldt het buitenlandsche recht. De Engelsche fabriek is geen belanghebbende: deze is tevreden als zij den bedongen prijs krijgt, onverschillig aan wien verkocht wordt. De eenige die schade lijdt is eischer. Rechten op een merk kunnen verloren gaan. zooals elk ander recht en de Engelsche Maatschappij stelt op die rechten geen prijs. Trouwens de voorgebrachte en voor te brengen getuigen zijn belanghebbenden, omdat zij in deze buiten den importeur om ingevoerde artikelen handelen en gedaagde leveren. Zij hebben dus ten deze belang bij de beslissing. Mr Jallink zeide dat deze menschen kunnen kopen waar zij willen, In kort geding dient deze zaak niet beslist te worden. De president zag van het door mr Jallnk aangeboden getuigenbewijs af en bepaalde de uitspraak op Maandag 18 Maart."

Het Vaderland, 18 maart 1935, uitspraak: "De president van de Haagsche Rechtbank beeft heden in kort geding uitspraak gedaan In de zaak van den importeur der Ponds Cream en Magazijn City in de Spuistraat alhier.

De president verbood den verkoop van de Ponds Cream die een inbreuk vormt op het merk van den Importeur en verwierp het verweer van gedaagde dat de Engelsche fabriek eerder gebruiker van het betrekkelijke merk was en dat dus Magazijn City met een beroep daarop, waren van dit merk voorzien in monogram, mocht verkoopen. De president verwierp dit verweer, omdat de Engelsche fabriek, zelf verklaard heeft, dat eischer eigenaar van het merk was en niet de Engelsche onderneming en dat zij daarop geen enkel recht deed of doet gelden. De gedaagde werd In de kosten van het proces veroordeeld."

 

Zie ook Het Vaderland, 4 mei 1935: De president der Haagsche Rechtbank heeft heden uitspraak gedaan in de zaak van de Engelsche Pond’s Ceamfabruek die het Haagsche „Magazin de Paris" gedagvaard had, stellende, dat gedaagde inbreuk zou maken op de rechten van de Engelsche fabriek, doordat haar het merk zou toebehooren.

 

De president heelt de ingestelde vordering toegewezen met verbod voor gedaagde om met den verkoop door te gaan. Bij overtreding van dit verbod moet voor elke tube. pakje of doosje f 50 worden betaald.

 

Lees de originele berichtgeving hier.