Smaakbescherming in optima forma: over de juridische bescherming van smaak

21-06-2018 Print this page
B915450

IER 2018/23, p. 229-236, M. van Tiel: "Smaak is een complex en belangrijk fenomeen. Van oorsprong vormde het smaakzintuig een noodzakelijke poortwachter voor het ingenomen voedsel.2 Zo kon het zintuig ogenblikkelijk opmerken of iets voedingsrijk of juist schadelijk voor ons lichaam was: giftige of onverteerbare planten zijn bitter, fruit is zoet en zout is onmisbaar om te overleven.

 

[...]

 

Maar wat als deze intellectuele prestatie wordt nagebootst? De jurist komt in dat geval al snel uit bij het intellectuele eigendomsrecht. Het intellectuele eigendomsrecht vormt immers het belangrijkste gereedschap om immateriële rechtsobjecten, die ontstaan door toedoen van de mens, te beschermen.6 Van dit beschikbare gereedschap zal de jurist, conform de rechtspraak,7 als eerste uitkomen bij het auteursrecht.8 Kan smaak auteursrechtelijke bescherming genieten? Deze fundamentele vraag ligt momenteel bij het Hof van Justitie.9 In dit artikel wordt alvast gespeculeerd over de mogelijke uitkomst van deze prejudiciële vraag aan het Europese Hof. De vraag die centraal staat is: Kan smaak via het auteursrecht beschermd worden als corpus mysticum en zo niet, wat zijn waardige alternatieven voor bescherming? Om deze vraag gestructureerd aan te pakken, is het van belang eerst een beter beeld te krijgen van wat smaak is en wat de onderscheidende kenmerken zijn ten opzichte van de overige zintuigen. Vervolgens zal uitgebreid worden besproken of auteursrecht op smaak mogelijk is. Daarvoor neem ik de relevante rechtsbronnen (wetgeving, jurisprudentie en opvattingen uit de literatuur) integraal mee in de analyse. Tot slot zal ik ingaan op alternatieve beschermingsmiddelen die voor de bescherming van smaak mogelijk een rol kunnen spelen: slaafse nabootsing en naburige rechten."