Technische alternatieven

14-03-2012 Print this page

B9 10938. Rechtbank ‘s-Gravenhage, 14 maart 2012, Fatboy The Original tegen Garden Impression (met dank aan Rik Geurts, QuestIE).

Auteurs-en modellenrecht. Fatboy (houdster van een gemeenschapsmodel voor hangmatten) brengt onder de naam Headdemock een hangmat op de markt. Garden Impressions verhandelt tuinmeubilair en heeft tot in ieder geval oktober 2011 een hangmat verhandeld onder de naam Ottowa. Volgens Fatboy maakt de Ottowa inbreuk op haar modelrecht, nu de Ottowa geen andere algemene indruk wekt dan haar model. Door overname van de auteursrechtelijk beschermde trekken van de Headdemock, kan de Ottowa volgens Fatboy niet als zelfstandig werk worden aangemerkt. De door Fatboy ingeroepen auteursrechte bescherming heeft overigens alleen betrekking op de hangmat als zodanig, het frame wordt buiten beschouwing gelaten.

Vorderingen op basis van het modelrecht worden door de voorzieningenrechter afgewezen omdat uit de verschillen van de hangmatten vooralsnog moet worden geoordeeld dat de Ottowa een andere algemene indruk maakt dan het model. Inbreuk op het auteursrecht van Fatboy wordt niet aangenomen wegens de technische functionaliteit van de volgens Fatboy auteursrechtelijk beschermde trekken. Het gevorderde wordt afgewezen, Fatboy wordt veroordeelt in de proceskosten.

Inbreuk op het gemeenschapsmodelrecht

4.10 Fatboy stelt (met verwijzing naar HR 24 februari 2006, NJ 2007/37, HvJEU 22 december 2010, NJ 2011/289 en Rb. ’s-Gravenhage 11 april 2011, IEPT 20110411) dat slechts datgene noodzakelijk is voor het bereiken van een technisch effect van bescherming is uitgesloten, maar niet wanneer uit alternatieven gekozen kan worden omdat de keuze op een subjectieve afweging kan berusten en kan leiden tot modelrechtelijke/auteursrechtelijke bescherming. Voor zover Fatboy hiermee wil betogen dat een technisch kenmerk op een specifieke – niet technisch noodzakelijke – wijze kan zijn uitgevoerd die, wat dit specifieke aspect betreft, beschermd kan zijn, is deze stelling juist maar niet relevant omdat dergelijke aspecten door Fatboy niet zijn aangewezen. Voor zover Fatboy heeft willen betogen dat een technisch kenmerk voor bescherming in aanmerking komt indien er technische alternatieven voorhanden zijn, wordt die stelling vooralsnog onjuist geoordeeld (vergelijk voor het merkenrecht HvJEU 14 september 2010 (Lego/BHIM), IEPT 20100914, onder 53 e.v.). Dat volgt ook geenszins uit de door Fatboy aangehaalde jurisprudentie.

4.11 Voor het eigen karakter van het model is gezien het voorgaande vooral bepalend het (stiksel)patroon op voor- en achterzijde dat doorloopt rond een rond bevestigingspunt en het nadrukkelijk uitstekende rechthoekige (mogelijk als label bedoelde) vla aan de bovenzijde. De Ottowa vertoont in zoverre hetzelfde patroon dat de bovenzijde evenals het model is onderverdeeld in zes evenwijdige banen. Omdat Fatboy de onderzijde niet in haar vergelijking heeft betrokken moet worden aangenomen dat de Ottowa aan die zijde geen vergelijkbaar patroon heeft. Ook ontbreekt het opvallend uitstekende vlak en is het bevestigingspunt van Ottowa niet rond, maar rechthoekig.
4.12 Gelet op deze verschillen moet vooralsnog worden geoordeeld dat de Ottowa een andere algemene indruk maakt dan het model en dus geen inbreuk maakt op het modelrecht.

Inbreuk op het gestelde auteursrecht

4.14 Naast de hiervoor besproken kenmerken van de Headdemock noemt Fatboy in dit verband tevens de keuze voor een stevige, ruwe stof en de wattering van de stof.

4.15 Om redenen als hiervoor overwogen is de basisvorm van de Headdemock niet aan te merken als een auteursrechtelijk beschermde trek en moet de omzoomde band geacht worden een technische functie te hebben, waardoor het eveneens van auteursrechtelijke bescherming is uitgesloten.

4.16 Dat laatste geldt ook voor de brede maatvoering (nodig om de hangmat geschikt te maken voor gebruik door meerdere personen), het gebruik van stevige stof (dat de duurzaamheid en veiligheid van de hangmat dient) en de wattering van de stof (waardoor de hangmat zachter zal aanvoelen). De in de Headdemock gebruikte, naar de voorzieningenrechter begrijpt, polyester stof zoals getoond ter zitting is voor een hangmat zoals Garden Impressions onweersproken heeft gesteld, een gebruikelijk materiaal voor producten die buiten huis gebruikt worden omdat het goed weerbestendig is. Ook dit kenmerk kan niet als een auteursrechtelijk beschermde trek worden aangemerkt. De onderverdeling van de wattering in banen heeft, naar Garden Impressions onweersproken ter zitting heeft aangevoerd, de technische functie te voorkomen dat de wattering zich op een plek ophoopt.

4.17 Aldus resteert van de mogelijke auteursrechtelijk beschermde trekken waar Fatboy zich op beroept niet meer dan de keuze van het stikselpatroon, waarvan uitsluitend de verdeling ins zes banen in het ontwerp van de Ottowa terug te vinden is. Vooralsnog moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat in de bodemprocedure zal worden geoordeeld dat dit onvoldoende is om aan te nemen dat de Ottowa in zodanige mate de auteursrechtelijk beschermde trekken van de Headdemock mat vertoont dat de totaalindrukken die de beide werken maken te weinig verschillen voor het oordeel dat de Ottowa als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt, als de mat al als een auteursrechtelijk beschermd werk zal worden aangemerkt. De gevorderde voorzieningen kunnen daarom ook niet worden toegewezen op basis van de gestelde inbreuk op het auteursrecht.

Lees het vonnis hier.