Toezicht op rechtenorganisaties, waar ligt de grens?...

09-10-2015 Print this page
B914047

Erwin Angad-Gaur (secretaris/directeur van Ntb en VCTN, en voorzitter van de Sena sectie Uitvoerend Kunstenaars), Toezicht op rechtenorganisaties, waar ligt de grens?..., Muziekwereld 3, 2015.

"Vlak voor de zomer werd het wetsvoorstel ter implementatie van de Europese Richtlijn Collectief Beheer aan de Tweede Kamer gestuurd. Het gaat om aanpassing van de Nederlandse Wet toezicht op collectief beheersorganisaties aan de nieuwe Europese regels. Dat lijkt wellicht een technische en misschien zelfs oninteressante juridische exercitie, maar er wringt iets tussen de Nederlandse benadering en die van Europa. […]

 

De nieuwe richtlijn dwingt echter tot het opnieuw afwegen van die vragen: nu CBO’s door Europa gedwongen worden tot concurrentie is van groot belang dat de Nederlandse rechtenorganisaties vrij zijn die concurrentie ook aan te gaan. Regels van de Nederlandse wetgever die verder gaan dan die in andere Europese lidstaten kunnen er potentieel voor zorgen dat de nationale organisaties de concurrentieslag vooral online zullen verliezen: een serieuze zorg. Terwijl andere regels overigens juist meer garanties kunnen bieden op een goed geleide organisatie en daarom positief uit kunnen pakken, ook binnen gedwongen concurrentie. Essentieel lijkt daarom om te streven naar een nieuw en zorgvuldig evenwicht.

 

Het is daarom verontrustend dat de Nederlandse regering nu juist die afweging niet lijkt te willen maken: implementatie van de nieuwe Europese regels wordt, als het aan het kabinet ligt, geheel losgekoppeld van de evaluatie van de bestaande wettelijke regels, waaraan men onverkort wil vasthouden. Een keuze waar diverse Kamerfracties inmiddels al terecht vraagtekens bij hebben gezet. De Nederlandse wet waarin rechtenorganisaties nieuwe tarieven eerst dienen voor te leggen aan het College van Toezicht beperkt bijvoorbeeld de handelingssnelheid ten opzichte van Europese concurrenten die een dergelijke ‘horde’ niet vooraf hoeven te nemen. Zoals ook de regels rond sociaal-culturele bestedingen en kostenpercentages zich moeilijk verhouden tot het Europese streven tot meer inspraak van rechthebbenden. Een verfijnde verdeling van een kleine geldstroom, waarbij rechthebbenden gedetailleerd datgene ontvangen waar zij recht op hebben kost meer dan een grofmazige verdeling waarbij het geld ‘op de grote hoop’ komt - of het een beter is dan het ander, is niet in een vaste regel te vangen - dat zijn afwegingen die auteurs en artiesten bij hun eigen rechtenorganisatie zelf moeten kunnen maken.

 

Al met al is te hopen dat de Tweede Kamer de regering dwingen zal de Nederlandse wet zorgvuldiger tegen het licht te houden dan nu het geval lijkt. Terwijl Nederland er goed aan zou doen in Europa te lobbyen voor het overnemen van de Nederlandse aanpak van toezicht: collectief beheer is een algemeen belang, waarbij uiteindelijk geen dominantie van marktwerking past. Binnen de huidige Europese regelgeving zullen wij echter het beste optimum moeten zien te vinden tussen beide."

Lees het artikel hier.