BMM Bulletin 2016/1, p. 37-42, Enghardt en Hekker: “De hervormingen van het Europese merkenrecht en het merkenrecht van de nationale Lidstaten van de EU codificeren deels bestaande jurisprudentie en brengen voorts nieuwe aspecten met zich mee die van invloed zijn op de dagelijkse merkenpraktijk. Voor de classificatie van waren en diensten in nieuwe merkaanvragen is de codificatie van het IP Translator-arrest van belang. Vanaf de inwerkingtreding van de UMVo (23 maart 2016) gaat een zes maanden-termijn lopen voor merkhouders op wiens bestaande inschrijvingen, die dateren van vóór het IP Translator-arrest, belangrijk overgangsrecht van toepassing kan zijn. Gedurende deze termijn kan actie worden genomen om de beschermingsomvang die men veronderstelde te hebben, ook voor de toekomst te behouden. Merkhouders (en hun adviseurs) doen er verstandig aan om zo spoedig mogelijk na te gaan of een zogeheten artikel 28 lid 8-verklaring moet worden ingediend. Maar wat houdt zo’n verklaring in? Wanneer moet deze worden ingediend en wanneer hoeft of kan dit niet? En met welke andere punten dient u rekening te houden? In dit artikel zetten wij dit stapsgewijs voor u uiteen. [...]"
