Trademark package en de Benelux nietigheids- en vervalprocedure

03-05-2016 Print this page
B914421

BMM Bulletin 2016/1, p. 30-36, Camille Janssen: "Artikel 45.1 van de nieuwe Europese Merkenrichtlijn (hierna: “NMRl” of “nieuwe Richtlijn”) verplicht de Lidstaten om een verval- en nietigheidsprocedure te hebben bij hun nationale IE bureau. Dat treft, zo concludeert de snelle lezer, de Benelux-landen hebben de protocollen om deze in het BVIE in te voeren, net afgerond. Dat scheelt werk. Helaas is de werkelijkheid weerbarstiger. De NMRl verplicht namelijk niet alleen om een dergelijke procedure te hebben, maar geeft ook aan welke gronden er beschikbaar moeten zijn voor de gebruikers om er zich op te beroepen. En juist op dat punt sluit het werk dat de Benelux-wetgever heeft gedaan niet volledig aan bij de NMRl. Hij zal dus aan de slag moeten om deze nieuwe, op dit moment nog niet eens in werking getreden, procedure meteen al aan te passen.
[...]
De nieuwe Richtlijn heeft de Benelux-wetgever rechts ingehaald. Bij het besluit uit 2014 een procedure voor vervallen- of nietigverklaring van een merk bij het BBIE in te stellen, werd er bewust gekozen voor een “light procedure”. De NMRl verplicht de lidstaten zowel tot het hebben van een procedure voor vervallen- of nietigverklaring, alsook tot het daarin een beroep kunnen doen op kwade trouw en overeenstemming met beschermde geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen, traditionele benamingen voor wijn en gegarandeerde traditionele specialiteiten. Daarmee wordt een aantal principiële beslissingen, die in de Benelux werden genomen, terzijde geschoven en zal de nieuwe procedure bij het BBIE dus al snel na invoering alweer worden gewijzigd. Daarnaast heeft de nieuwe Richtlijn ook invloed op de regels van procesvoering en het vermogensrecht. Dit alles dwingt de Benelux-wetgever om nogmaals kritisch te kijken naar nietigheid en verval van merken. "