Traptreden in een lint (HB)

06-07-2011 Print this page

B9 9886. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 5 juli 2011, HD 200.078.137, Eestairs Nederland B.V. tegen Dirrix (met dank aan Rutger van Rompaey & Rik Geurts, QuestIE).

Auteursrecht. Architect Dirrix (eiser) stelt auteursrechthebbende te zijn met betrekking tot een trap met “traptreden in een lint van 'gevouwen' stripstaal” (afbeelding, links) en maakt bezwaar tegen de door gedaagde Eestairs aangeboden ZigZagtrap (rechts).

Het hof volgt het eerdere oordeel van de voorzieningenrechter (vzr. Rechtbank Breda, 20 oktober 2010) en wijst de inbreukvorderingen van architect Dirrix toe. Het hof vernietigt het vonnis slechts waar het de toegewezen rectificatie betreft, nu die, naar oordeel van het hof, niet in verhouding staat tot de inbreuk (‘niet is aannemelijk geworden dat Eestairs bewust verwijtbaar heeft gehandeld’).

Met betrekking tot het auteursrecht oordeelt het hof dat de trap niet technisch of functioneel is bepaald en in beginsel in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming. De trap is niet ontleend aan de als prior art ingebrachte oudere ´buitentrap´. “Voor zover in het auteursrecht al gesproken kan worden van verwatering”, is onvoldoende onderbouwd dat daar in het onderhavige geval sprake van is. Architect Dirrix wordt aangemerkt als auteursrechthebbende. Geen opdrachtgeversauteursrecht eigenaar woning, geen beroep op het ‘Elextrolux-modellenrecht’ (B9 7581). Inbreuk wordt aangenomen nu de totaalindrukken van beide onvoldoende verschillen.

Procesrecht: Nieuwe (grondslag) grief Dirrix (‘oorsponkelijkheidsschadelijke’ prior art) is tijdig aangevoerd, deskundigenrapport Eestairs is te laat toegezonden aan Dirrix. Aanvullende stellingen Eestairs tijdens pleidooi worden als ontoelaatbare nova beschouwd. Het overleggen van een factuur is geen vereiste in het regime van de 1019h proceskostenverordening.

Auteursrecht: 4.7.8. De vraag die voorligt, is of de trap, in haar specifieke vormgeving, auteursrechtelijke bescherming toekomt. Uit de overgelegde afbeeldingen van diverse trappen in onder meer producties 1 en 2 van Eestairs volgt dat er veel onderling afwijkende uitvoeringen van trappen bestaan. Uit het veelvoud van trappen leidt het hof af dat er kennelijk ruimte is voor creatieve keuzes bij de vormgeving van trappen en dat het niet zo is dat een trap, bijvoorbeeld vanwege de aard van het voorwerp en de veiligheidsnormen, enkel of in belangrijke mate kan bestaan uit technisch of functioneel bepaalde of gebruikelijke kenmerken, die niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Het hof is, net als de voorzieningenrechter, van oordeel dat bij de vormgeving van de trap creatieve keuzes zijn gemaakt die niet technisch of functioneel bepaald zijn of in belangrijke mate gebruikelijk zijn. De specifieke vorm van het gevouwen stripstaal met de bevestiging van één zijde aan de muur, waardoor een ruimtelijk en rechthoekig effect is gecreëerd en de zich van boven tot halverwege de trap strekkende, naar de muur toe aflopende, trapleuning zijn, naar het voorlopig oordeel van het hof, trekken die voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen en ertoe leiden dat de trap het persoonlijk stempel van de maker draagt.

4.7.10. (…) Het hof is op grond daarvan voorshands van oordeel dat de trap voldoende beschermde trekken bezit, die maken dat de totaalindrukken van de trap en de buitentrap in zodanige mate verschillen dat de trap als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt (vergelijk HR 29 november 2002, LJN AE8456, IER 2003,17, Una Voce Particulare, r.o. 3.5). Het hof is aldus van oordeel dat de trap niet is ontleend aan de buitentrap.

Verwatering: 4.7.1 1. Eestairs stelt eveneens dat er sprake zou zijn van verwatering van het auteursrecht op de trap, omdat op intemet en meer in het bijzonder op de eerder genoemde website stairporn.org heel veel materiaal voorkomt dat gelijk is aan of sterk overeenkomt met de trap. Voor zover in het auteursrecht al gesproken zou kunnen worden van verwatering, in die zin dat een in aanvang beschermd werk verworden is tot een onbeschermde stijl, heeft Eestairs onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd waarom daar in het onderhavige geval sprake van is. Het hof acht niet aangetoond dat de auteursrechtelijk beschermde trekken van de trap in die mate terug te vinden zijn in andere trappen dat daaruit afgeleid zou moeten worden dat deze trekken van de trap (inmiddels) verworden zijn tot algemene stijlkenmerken.

Opdrachtgever: 4.8.3. Eestairs stelt dat niet Dirrix, maar Kruit als opdrachtgever de auteursrechthebbende zou zijn op de trap, omdat de trap een door Dirrix uitgewerkt ontwerp van Kruit zou zijn. Het hof maakt uit deze stelling op dat Eestairs een beroep doet op art. 6 Aw, dat inhoudt dat indien een werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander en onder diens leiding en toezicht die ander als de maker wordt aangemerkt. Het is liet hof niet gebleken dat Kruit de trap zou hebben ontworpen, noch dat dat onder haar leiding en toezicht zou zijn gebeurd. In de opdracht, zoals overgelegd in productie 9 bij de inleidende dagvaarding zijn onder meer als werkzaamheden opgenomen ‘het voorlopig ontwerp’ en ‘het definitieve ontwerp’ en daarbij staat in de bijzondere bepalingen onder meer: ‘er is in deze overeenkomst uitgegaan van een uitwerking van een door de opdrachtgeefster aanvaard voorlopig ontwerp’. Hieruit volgt eerder dat de ontwerpwerkzaamheden door de opdrachtnemer Dirrix zijn uitgevoerd. Dat ligt ook voor de hand, omdat Kruit nu juist Dirrix voor het architectonisch ontwerp van het woonhuis, waarvan de trap een onderdeel uitmaakt, ‘heeft ingeschakeld. Dit wordt bevestigd door de verklaring van Kruit, die door Dirrix als productie B bij de memorie van antwoord is overgelegd.

Elextrolux: 4.8.4. Hetgeen is overwogen in het arrest van het Hof Amsterdam van 3 februari 2009 (LJN BH2939), leidt niet tot een andere conclusie. In die zaak is sprake van een modelrecht, waarvan in deze zaak geen sprake is. Voor zover Eestairs zou betogen dat het hier om een niet geregistreerd model zou gaan, gaat dit niet op. De trap dateert van voor de inwerkingtreding van de Gemeenschapsmodellenverordening, waarbij het niet geregistreerde model in het leven is geroepen.

4.9.5. Het hof is van oordeel dat de voorzieningenrechter in r.o. 3.7 terecht heeft overwogen dat vergelijking van de beide trappen uitwijst dat de zigzagtrap in zodanige mate auteursrechtelijke beschermde trekken van de trap vertoont dat de totaalindrukken die de beide trappen maken te weinig verschillen om te kunnen oordelen dat de zigzagtrap als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt. De zigzagtrap heeft, net zoals de trap, de specifieke rechte, strakke vorm van een als lint gevouwen stripstaal waarbij de treden steeds twee aan twee met elkaar zijn verbonden en de trap aan één zijde, met het verticale gedeelte van de constructie, aan de muur is bevestigd. De zigzagtrap geeft ook hetzelfde ruimtelijke en rechthoekige effect door de plaatsing in de ruimte en de verhouding tussen de afmeting van het horizontale deel van de treden ten opzichte van de verticale gedeeltes. Op de trapleuning na heeft Eestairs met de zigzagtrap alle hierboven opgenomen auteursrechtelijk beschermde kenmerken van de trap overgenomen. De door Eestairs genoemde verschillen acht het hof voor de totaalindruk van ondergeschikt belang.

Rectificatie: 4.12. De zesde grief komt op tegen het door de voorzieningenrechter in 4.5 van het dictum opgelegde bevel tot het plaatsen van een rectificatie op de website van Eestairs. Deze grief slaagt, Het hof is van oordeel dat de bevolen rectificatie niet in verhouding staat tot de inbreuk, zoals door Eestairs gepleegd. Niet is aannemelijk geworden dat Eestairs bewust verwijtbaar heeft gehandeld. De stelling van Eestairs dat een eenmalige rectificatie gebruikelijk is begrijpt het hof als een eenmalige brief aan de afnemers van de inbreukmakende zigzagtrap en niet als vermelding op de webpagina. Gezien de omvang en de duur van de inbreuk, die beperkt is tot de kortstondige plaatsing van foto’s van de zigzagtrap op de website van Eestairs, die hebben geleid tot de verkoop van twee zigzagtrappen, is het hof van oordeel dat de gevorderde en opgelegde rectificatie, gezien het verstrekkende gevolg van een dergelijke vermelding op het internet, disproportioneel is.

Lees het arrest hier.