Tuchtrecht: Inkijken mag

23-01-2012 Print this page

B9 10693. Hof van Discipline, 19 december 2011, zaak 6065, Verwerende advocaten tegen Klagende advocaat (met dank aan Bert Gravendeel, Gravendeel Advocaten).

Hoger beroep klachtzaak advocaten. Inkijken bij sequestratie mag, maar gemaakte foto’s zijn mogelijk onvoldoende betrouwbaar. Kort voor het kort geding verzoekt cliënte van verwerende advocaten  te bezien of het mogelijk is om de (door cliënte) in beslag genomen zaken te bekijken. De deurwaarder noch de bewaarder blijken daartegen bezwaar te hebben, mits de bezichtiging zou plaatsvinden in tegenwoordigheid van (vertegenwoordigers van) hen beiden. Na afloop van de bezichtiging door de cliënte van verweerders (die zelf niet aanwezig waren), en nadat cliënte foto’s had gemaakt, is de container wederom verzegeld door de bewaarder en/of de deurwaarder. De  gemaakte foto’s zijn overgelegd bij de behandeling van het kort geding. De Raad van Discpline berispte de verwerende advocaten eerder, het Hof van Discipline vernietigt die beslissing.

“Het hof acht het echter niet evident dat de foto's die door de cliënte van verweerders zijn gemaakt naar geldend bewijs- en beslagrecht moeten worden aangemerkt als onrechtmatig verkregen, ook niet als zijdelings rekening wordt gehouden met artikel 1019d Rv. Het hof acht het denkbaar dat naar geldend bewijs- en beslagrecht ermee kan worden volstaan om bij de bewijswaardering rekening te houden met de omstandigheid dat de overgelegde foto's niet zijn gemaakt door de deurwaarder maar door de cliënte van verweerders, Wat ertoe zou kunnen leiden dat ze terzijde worden gelegd als onvoldoende betrouwbaar. Het faciliteren van de vergaring van (mogelijk) onvoldoende betrouwbaar bewijs is evenwel niet tuchtrechtelijk laakbaar.”

5.5. De raad heeft zijn gegrondverklaring van het onderdeel in de tweede plaats doen steunen op de vaststelling dat het ging om een geschil omtrent intellectuele eigendomsrechten, en dat verweerders schending van de belangen van klagers cliënte hadden kunnen voorkomen door voorafgaand rechterlijk verlof en klagers instemming te vragen. Het hof houdt het ervoor dat de raad daarmee aanhaakt aan het betoog van klager dat de bezichtiging van de beslagen zaken in strijd is geweest met (de bedoeling van) de artikelen 1019b-1019bRv, en daardoor onrechtmatig verkregen bewijs heeft opgeleverd.

5.6. In de toelichting op hun tegen deze overweging gerichte grief wijzen verweerders op het vaststaande feit dat zij beslag tot afgifte hebben laten leggen, niet beslag ter bescherming van bewijs in zaken betreffende rechten van intellectuele eigendom als voorzien in de zojuist genoemde Rv-artikelen.

5.7. Voorzover klager heeft gesteld dat het beslag tot afgifte is gelegd met het oneigenlijke doel de beslagen zaken te bezichtigen, verwerpt het hof die stelling als onaannemelijk. Bij het beslag tot afgifte bestond immers een zelfstandig belang, te weten voorkoming dat de beslagen zaken in de handel zouden komen. Voorts meenden verweerders kennelijk dat zij reeds beschikten over voldoende bewijs voor de gestelde inbreuk (zie slotzin van 4.4), van de resultaten van de bezichtiging is gebruik gemaakt in een andere context (zie 4.6). Tenslotte is er het tijdsverloop tussen de datum van de beslaglegging (8 oktober 2009) en die van de bezichtiging (kort voor de behandeling van het kort geding, die plaatshad op 25 november 2009).

5.8 Voorzover naar geldend bewijs- en beslagrecht (na het in 5.6 en 5.7 overwogene) niettemin zijdelings rekening gehouden moet worden met de artikelen 1019b-1019d Rv, overweegt het hof het volgende. Artikel 1019d belast de deurwaarder met beschrijving (waaronder mede wordt gerekend het fotograferen) van het beslagen bewijsmateriaal. Aldus vergaard bewijs is door de wetgever kennelijk beschouwd als betrouwbaarder dan foto’s die gemaakt zijn door de beslagleggende partij zelf. Het hof acht het echter niet evident dat de foto's die door de cliënte van verweerders zijn gemaakt naar geldend bewijs- en beslagrecht moeten worden aangemerkt als onrechtmatig verkregen, ook niet als zijdelings rekening wordt gehouden met artikel 1019d Rv. Het hof acht het denkbaar dat naar geldend bewijs- en beslagrecht ermee kan worden volstaan om bij de bewijswaardering rekening te houden met de omstandigheid dat de overgelegde foto's niet zijn gemaakt door de deurwaarder maar door de cliënte van verweerders, Wat ertoe zou kunnen leiden dat ze terzijde worden gelegd als onvoldoende betrouwbaar. Het faciliteren van de vergaring van (mogelijk) onvoldoende betrouwbaar bewijs is evenwel niet tuchtrechtelijk laakbaar.

5.9 Het voorgaande brengt het hof tot de slotsom dat pleitbaar is dat letter noch geest van het bewijs- en beslagrecht zich ertegen verzet dat de cliënte van verweerders de (tot afgifte) beslagen zaken hebben bezichtigd. Daarvan uitgaande acht het hof niet tuchtrechtelijk laakbaar dat verweerders die bezichtiging hebben gefaciliteerd op de wijze als in 4.5 weergegeven.

Anders dan klager kennelijk meent behoefden verweerders zich niet te onthouden van iedere bemoeienis die zou bevorderen dat hun cliënte die zaken zou kunnen bezichtigen.

Lees de beslissing hier.