Uit de enkele gelijkenis is inbreuk nog niet af te leiden

28-03-2012 Print this page

B9 11013. Vzr. Rechtbank Amsterdam, 22 maart 2012, KG ZA 12-92 HJ/JWR, Barts B.V. tegen Ferro Footwear c.s. (met dank aan Hein-Piet van Boxel, Novagraaf).

Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Sneeuwlaarzen. Eiseres Barts stelt dat groothandel Ferro inbreuk maakt op haar auteursrecht m.b.t. door haar geproduceerde sneeuwlaarzen, althans dat Ferro haar laarzen slaafs nabootst.  De voorzieningenrechter wijst de vorderingen echter af.

Op basis van ter zitting getoonde voorbeelden kan er, naar oordeel van de voorzieningenrechter, vanuit worden gegaan dat de door Barts gebruikte materialen, kleurstelling, vormgeving, het stikselpatroon en het aanbrengen van een bontkraag als afwerking als zodanig niet nieuw zijn. “Genoemde zaken kunnen worden beschouwd als basiselementen waaruit een sneeuwlaars kan worden opgebouwd en komen als zodanig niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking.” Ook de combinatie van de (op de markt verkrijgbare) elementen bezit onvoldoende oorspronkelijkheid om te kunnen spreken van een werk in de zin van de auteurswet.

De overweging ten overvloede is het vermelden waard: Opgemerkt wordt  dat zowel Barts als Ferro hun sneeuwlaarzen bij dezelfde fabriek in China hebben laten maken. “Aannemelijk is dat de (Chinese) maker van samples indien de instructies op elkaar lijken zal putten uit reeds eerder gebruikte materialen en methoden, teneinde het ontwerp zoals dat uit Nederland is ontvangen te realiseren. Derhalve is niet uit te sluiten dat om die reden ook zonder dat de ontwerpers in Nederland van elkaars ontwerp hebben kennis genomen, resultaten zouden kunnen ontstaan die een gelijkenis met elkaar vertonen. Zelfs al zou een werk in de zin van de auteurswet worden aangenomen, dan is gezien de voornoemde gang van zaken uit de enkele gelijkenis tussen de laarzen van Barts en Ferro nog niet af te leiden dat de laars van Ferro inbreuk maakt op de laars van Barts.” (4.9)

Ook van slaafse nabootsing is geen sprake. Een eigen plaats op de markt van de laarzen van Barts is niet aannemelijk gemaakt en niet is gebleken dat Ferro de laars van Barts als zodanig heeft nagebootst en Ferro heeft daarnaast alleen al door het aanbrengen van een andere merknaam voldoende afstand genomen. Verwarringsgevaar is daardoor niet aannemelijk. 1019h proceskosten eiseres: €15.575,00.

Lees het vonnis hier.