Valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken

23-04-2012 Print this page

B9 11125. Rechtbank Utrecht, 12 maart 2012, LJN: BW3491 (Strafzaak heling valse merkkleding).

Merkenrecht. Strafrechtelijke veroordeling voor heling en verkopen van valse merkkleding, “zulks terwijl verdachte het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend.” 80 uur werkstraf, waarvan 40 uur voorwaardelijk.

"A, werkzaam als controleur bij SNB-REACT heeft vastgesteld dat de volgende bij verdachte in beslag genomen producten vervalsingen zijn van producten van de benadeelden op grond van de inferieure kwaliteit van de gebruikte materialen, de onjuiste labels en de gebrekkige afwerking van de producten. Er is onomstotelijk vast komen te staan dat de aangetroffen producten niet door, dan wel in opdracht van, c.q. met toestemming van de rechthebbenden zijn vervaardigd, hier te lande ingevoerd en/of in het handelsverkeer gebracht. (...) Verdachte heeft verklaard dat hij handelt in valse merkkleding om in zijn levensonderhoud te voorzien."

De rechtbank is van oordeel dat op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich gedurende de gehele ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het verkopen van valse merkkleding. Uit de afgeluisterde telefoongesprekken blijkt dat verdachte zich vanaf 3 juli 2007 al bezig hield met de verkoop van kleding. Voorts blijkt uit de verklaring van getuige dat verdachte al jaren kleding verkoopt vanuit zijn woning. De rechtbank merkt ten overvloede op dat zij de verklaring van verdachte dat hij pas sinds december 2010 kleding verkoopt niet geloofwaardig acht.

De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op één of meer tijdstip(pen) in de periode van 3 juli 2007 tot en met 22 februari 2011 te Amersfoort, telkens opzettelijk waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, te weten een hoeveelheid namaakkleding (onder meer van de merken: Adidas, Burberry, Björn Borg, G-star, Diesel, Tommy Hilfiger, La Martina en Dolce & Gabbana), heeft verkocht, te koop heeft aangeboden en in voorraad heeft gehad, zulks terwijl verdachte het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend.

Lees het vonnis hier.