Vergelijkbaar met het Beneluxgerecht

21-10-2011 Print this page

B9 10312. Kamerstukken Tweede Kamer. Brief van minister Verhagen (EL&I), mede namens staatssecretaris Zijlstra (OCW), aan de Tweede Kamer met het verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 29 en 30 september 2011.

Octrooirecht. Uniforme octrooigeschillenbeslechting. De Raad wisselde van gedachten over de inrichting van een uniform systeem voor de beslechting van octrooigeschillen (octrooirechtspraak) in navolging van een informele discussie tijdens de lunch. Het voorzitterschap koppelde terug uit de informele lunchbespreking en benadrukte dat het unitaire octrooi één van de belangrijkste prioriteiten is van het Pools voorzitterschap en een cruciaal element in de groeiagenda van de EU. (…). Op tafel ligt een voorstel voor de inrichting van een uniform octrooigerecht, met de volgende kenmerken: het toekomstig octrooigerecht wordt gesitueerd als een gerecht gemeenschappelijk aan de deelnemende lidstaten, in veel opzichten vergelijkbaar met het Beneluxgerecht; het octrooigerecht krijgt exclusieve rechtsmacht ten aanzien van Europese en unitaire octrooien; de EU en derde landen zijn uitgesloten van deelname. Het voorstel bevat garanties voor de naleving van EU-recht en de aansprakelijkheid van de deelnemende lidstaten voor het octrooigerecht, conform de eisen in het advies van het Hof van Justitie over dit onderwerp. De juridische dienst van de Raad bevestigde in een voorlopig oordeel dat het voorliggende ontwerp voor octrooigeschillenbeslechting verenigbaar is met de Verdragen en (met enkele aanpassingen) het acquis en recht doet aan het advies van het Hof van Justitie.

Het voorzitterschap verzocht de Raad op dit punt om politieke sturing over de weg voorwaarts met het oog op een politiek akkoord over het octrooipakket voor het eind van het jaar.

Ook de Commissie, bij monde van Commissaris Barnier, benadrukte de hoge prioriteit die het dossier heeft. Commissievoorzitter Barroso gaf dit ook aan in zijn ‘State of the Union’ voor het Europees Parlement. De Commissie gaf aan snel met voorstellen te zullen komen voor de benodigde aanpassingen/verduidelijking van de Brussel I Verordening.

Een grote meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, sprak steun uit voor de juridische structuur van het uniform octrooigerecht, zoals neergelegd in het voorstel van het voorzitterschap. Een aantal lidstaten drong nog wel aan op een schriftelijk advies van de juridische dienst van de Raad. Een octrooigerecht gemeenschappelijk aan de lidstaten is de enige weg vooruit. Nu er overeenstemming bestaat over de juridische structuur van het octrooigerecht, kan verder worden gewerkt aan andere cruciale elementen, zoals de financiering van het octrooigerecht. Een aantal lidstaten wees daarbij op de conclusies van december 2009 over octrooigeschillenbeslechting die als basis dienen voor de verdere onderhandelingen. Veel lidstaten spraken de ambitie uit om snel tot een akkoord te komen.

Lees de gehele brief hier.