Verslag debat makers en beleidsmakers over auteursrecht

02-10-2018 Print this page
B915508

Verslag van debat Platform Makers van 27 september: "[…] In de inleiding schetst Van der Linden de huidige situatie rondom het auteursrecht. Hij haalt ter illustratie Kees Schaepman, vice-voorzitter van Lira, aan: ‘Soms, heel soms als ik tot mij laat doordringen hoe journalisten tegenwoordig met zich laten sollen, dan zinkt mij de moed in de schoenen. Zij werken voor minder dan een uurtarief van een pizzakoerier.’ Hoewel op 1 juli 2015 het auteurscontractenrecht werd ingevoerd om de culturele sector te beschermen tegen onbillijke voorwaarden en vergoedingen, lijkt er na drie jaar niet veel veranderd.

 

Verwachtingen

Van der Linden vraagt de deelnemers in de zaal wat zij van het debat ‘Werken voor een kratje bier’ verwachten. Een veel gehoord geluid is, dat makers gemaakte afspraken niet ter discussie durven stellen uit angst om geen opdrachten meer te krijgen. Dit beeld bevestigt freelance journalist Sheila Sitalsing in een filmpje. Zijzelf heeft niet te klagen, maar ziet om haar heen collega’s dagen ploeteren voor 13 cent per woord. Op papier lijkt het auteurscontractenrecht goed geregeld, maar opdrachtgevers hebben volgens haar een monopoliepositie en dat moet anders. Makers zien onvoldoende terug van de opbrengsten, vindt men. De opmerking van fotojournalist Rogier dat de ACM moet worden afgeremd in haar pogingen om collectief onderhandelen in de sector onmogelijk te maken, levert applaus op.

Grote partijen kunnen doen wat ze willen en de freelancer staat met z’n rug tegen de muur, vinden de makers. […]

 

Wat moet beter?

Kwint pleit voor het verplicht stellen van het toetreden tot de Geschillencommissie. In auteurscontracten moet vervolgens worden opgenomen wat wel mag en wat niet. Daarnaast moet ook de sociale zekerheid volgens hem beter worden geregeld voor ZZP’ers. Iedereen is het erover eens dat zelfregulering niet werkt. Solleveld zou als hij premier was nieuwe regels in het auteursrecht opnemen en daarnaast een moreel appèl doen om gezamenlijk te onderhandelen. Hij is voorstander van een verplichte Geschillencommissie. Hij adviseert om standaard normen in te voeren. Volgens Angad-Gaur kan collectief onderhandelen een onderdeel zijn van de oplossing, maar is er een groter probleem: de markt moet collectief onderhandelen, en mag dat in heel beperkte mate over auteursrechtelijke vergoedingen, maar er is geen prikkel die ervoor zorgt dat de grote marktpartijen gebruik maken van deze mogelijkheid. De behoefte aan tarieven verschilt volgens hem per sector. Maar er zijn ook andere afspraken dan tarieven die een verschil kunnen maken. De overheid moet eerlijke contractvoorwaarden verplicht stellen bij subsidie, daarmee een norm stellen en verschil maken. Hij noemt het nieuwe investeringsfonds Pop als voorbeeld. Daar wordt fair practice met concrete regels onderdeel van subsidievoorwaarden. Van Mill stelt vanuit de zaal dat minimumtarieven de markt nog slechter zullen maken, het wordt al snel de norm; zij pleit voor een basisinkomen voor iedereen. Kwint vindt minimumtarieven geen gek idee, omdat de prijs aan het zakken is en minimumtarieven de druk naar beneden tegenhouden. Angad-Gaur adviseert afspraken die meer behelzen dan een minimumtarief; de behoefte daaraan verschilt per sector. In contracten mag dan bijvoorbeeld niet staan dat de producent zich auteursrechten (via Buma) of naburige rechten (via Sena) die volgens collectieve afspraken aan de maker toebehoren via een kickback laat terugbetalen. Met dergelijke afspraken kunnen we volgens hem verschil maken. Terwijl in andere sectoren een minimumtarief echt een oplossing kan zijn. Ook zou het toestaan van adviestarieven in sommige sectoren al een stuk winst opleveren. Dat moeten de betrokkenen in elke sector zelf bepalen.”

 

Lees het verslag hier.