Voor het verkrijgen en in stand houden van rechten

15-06-2012 Print this page

B9 11337. Rechtbank ’s-Gravenhage, 13 juni 2012, HA ZA 12-36, Vereenigde Octrooibureaux N.V. tegen ECIM Technologie B.V.

Geen IE, maar mogelijk interessant in verband met IE-debiteurenmanagement. De vorderingen van eiseres Vereenigde tot betaling voor verrichte werkzaamheden worden toegewezen. “De werkzaamheden van Vereenigde, zoals Vereenigde onweersproken heeft gesteld, betroffen dikwijls handelingen die noodzakelijk waren voor het verkrijgen en in stand houden van rechten van ECIM.  Achterwege laten van deze handelingen zou mogelijk tot schade bij ECIM hebben geleid. Vereenigde kan dan ook niet worden verweten dat zij deze handelingen is blijven verrichten.”

3.10. ECIM miskent met haar verwijt dat Vereenigde werkzaamheden is blijven verrichten, terwijl betaling uitbleef – en Vereenigde dus, zo begrijpt de rechtbank het betoog van ECIM, in strijd handelde met haar verplichting de belangen van ECIM in aanmerking te nemen – dat Vereenigde er op mocht vertrouwen dat zij in opdracht en met instemming van ECIM handelde. Mede bezien in het licht van de eerdere vaststelling dat tussen partijen vanaf 2002 een lopende handelsrelatie heeft bestaan die eruit bestond dat ECIM steeds afzonderlijke opdrachten aan Vereenigde verstrekte (vgl. r.o. 2.4. van het tussenvonnis van 7 december 2010), wordt dit vertrouwen naar het oordeel van de rechtbank onder meer gerechtvaardigd door de herhaaldelijk door ECIM aan Vereenigde verstrekte getekende volmachten en de door onder meer Langerak gegeven instructies met betrekking tot ten behoeve van ECIM te verrichten werkzaamheden. Bovendien betroffen de werkzaamheden van Vereenigde, zoals Vereenigde onweersproken heeft gesteld, dikwijls handelingen die noodzakelijk waren voor het verkrijgen en in stand houden van rechten van ECIM. Achterwege laten van deze handelingen zou mogelijk tot schade bij ECIM hebben geleid. Vereenigde kan dan ook niet worden verweten dat zij deze handelingen is blijven verrichten.

3.11. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat de vordering van Vereenigde om ECIM te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 298.109,41 ter zake van door Vereenigde ten behoeve van ECIM verrichte werkzaamheden dient te worden toegewezen. 

Lees het vonnis hier.