Vooralsnog inbreuk

09-02-2012 Print this page

B9 10768. Rechtbank Zwolle-Lelystad, 21 april 2010, 9 maart 2011 en 25 augustus 2011 HA ZA 08-808, Van Cranenbroek tegen Garden Impressions en ’t Inboedelke (met dank aan Niels Mulder, DLA Piper).

Merkenrecht.  Parallelimport. Drie tussenvonnissen uit 2010 en 2011. Eiseres Van Cranenbroek (tuininrichting en tuinonderhoud) is houdster van het Benelux woordmerk Bois Le Duc en het beeldmerk Collection Bois Le Duc. Eiseres treft bij het Belgische ’t Inboedelke een partij stoelen aan met het het merk Bois le Duc en stelt dat ’t Inboedelke hiermee inbreuk op haar merk maakt. De stoelen zouden afkomstig zijn van gedaagde Garden Impressions.

De rechtbank oordeelt dat het op de weg van ’t Inboedelke had gelegen om, al la méthode Stüssy, aan te tonen dat van merkenrechtelijk uitputting wel sprake was en dat van Cranenbroek toestemming had gegeven om de stoelen in het verkeer te brengen. Vooralsnog moet derhalve van inbreuk (op het woordmerk, het beeldmerk was toentertijd nog niet geregistreerd)worden uitgegaan. Aan de andere kant lag het op de weg van Van Cranebroek om afdoende aan te toen dat de stoel afkomstig waren van Garden Impressions. Het kwam de rechtbank in dat verband voor dat een forensisch accountant de in beslag genomen bescheiden onderzoekt en verwees de zaak de naar de rol om Van Cranenbroek gelegenheid te geven om zich uit te laten over de invulling van een dergelijk deskundigenonderzoek. Ook de omvang van de merkinbreuk kan pas worden vastgesteld nadat duidelijkheid is verkregen over de vordering tegen Garden Impressions.

In het vonnis van maart 2011 concludeert de rechtbank dat de omstandigheden dat Van Cranenbroek de kosten van het deskundigenonderzoek te hoog vindt, geen grond is om terug te komen op de eerdere beslissing dat een dergelijk onderzoek nodig was. Dat dit onderzoek nu ‘een gepasseerd station is’, met alle gevolgen van dien,  betekent echter nog niet dat Van Cranenbroek haar recht tot het leveren van getuigenbewijs is verloren’. De rechtbank houdt de zaak wederom aan (met het krachtige verzoek de zaak te schikken).

Uit het vonnis van 25 augustus 2011 blijkt dat partijen eenparig een deskundige hebben voorgedragen. “Partijen hebben niets gezegd over de kosten van de deskundige, maar aangezien zij deze zelf hebben aangedragen, mag de rechtbank aannemen dat zij instemmen met diens begroting.” De rechtbank bepaalt dat Van Cranenbroek een voorschot dient over te maken aan de deskundige.

Lees de vonnissen hier, hier en hier