Vorderingen met gelijke inhoud zijn al aan de orde gesteld

23-05-2012 Print this page

B9 11255. Rechtbank ’s-Gravenhage, 16 mei 2012, HA ZA 11-1939, Informa Europe c.s. tegen Multi Tasking c.s. (met dank aan Jesse Hofhuis, Hofhuis Alkema Groen).

Auteursrecht. Merkenrecht. Vonnis in incident in geschil over onrechtmatig door distributeur verstrekte softwarelicenties op softwarepakket voor de advocatuur. In het incident vorderen Multi Tasking c.s. ‘in essentie’ dat het kort geding vonnis van 30 mei 2011 (B9 9736) uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, zodat de daar omschreven beslagen zijn opgeheven (het hoger beroep tegen dat vonnis loopt nog).

De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de incidentele vordering in strijd is met de goede procesorde, althans misbruik van procesrecht oplevert, omdat  het een vordering betreft die in een eerder kort geding al op dezelfde juridische en feitelijke grondslagen naar voren is gebracht. “Informa c.s. heeft in dit verband terecht aangevoerd dat een voorlopige voorziening binnen een bodemprocedure vergelijkbaar is met een kort gedingprocedure.”

4.5. Multi Tasking c.s. dient in de thans geformuleerde incidentele vordering naar het oordeel van de rechtbank om dezelfde redenen die aan de orde waren in het kort gedingvonnis van 26 september 2011 (B9 10187) niet-ontvankelijk te worden verklaard. De incidentele vorderingen komen er in essentie op neer dat alsnog de desbetreffende onderdelen uit het kort geding vonnis van 30 mei 2011 uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Dit terwijl vorderingen met gelijke inhoud (het uitvoerbaar verklaren van de opheffing van de beslagen) ook al aan de orde zijn gesteld in twee eerdere procedures, de procedures die hebben geleid tot de kort gedingvonnissen van 30 mei en 26 september 2011.

4.6. De rechtbank overweegt dat het instellen van een vordering in kort geding die in een eerder kort geding al op dezelfde juridische en feitelijke grondslagen naar voren is gebracht, in strijd is met de goede procesorde, althans misbruik van procesrecht oplevert (vgl. HR 27 mei 1983, LJN AG4601). Informa c.s. heeft in dit verband terecht aangevoerd dat een voorlopige voorziening binnen een bodemprocedure vergelijkbaar is met een kort gedingprocedure. Het verbod van herhaling van een vordering met eenzelfde inhoud of strekking tegen eenzelfde wederpartij geldt eveneens voor ordemaatregelen zoals vorderingen in kort geding of verzoeken om voorlopige voorzieningen. Daarvan is in dit geval sprake.

Multi Tasking c.s. heeft immers zowel in het eerste als het tweede korte geding uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de opheffing van de beslagen gevorderd. Die vorderingen zijn, zonder motivering, in het kort gedingvonnis van 30 mei 2011 niet toegewezen. De voorzieningenrechter heeft in het kort gedingvonnis van 26 september 2011 met redenen omkleed geen aanleiding gezien Multi Tasking c.s. in haar vorderingen betreffende de uitvoerbaarverklaring van de opheffing van de beslagen uit het eerdere kort gedingvonnis te ontvangen. Alleen als er na de beslissing van de voorzieningenrechter een wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden of als men feiten of omstandigheden kan aanvoeren waarmee de rechter destijds geen rekening heeft kunnen houden, kan de rechter opnieuw worden geadiëerd. Van enige verandering van feiten of omstandigheden is de rechtbank echter niet gebleken, althans hetgeen door Multi Tasking c.s. in dit verband is aangevoerd biedt daartoe onvoldoende onderbouwing.

Lees het vonnis hier.