Wat en op welke grondslag?

14-02-2012 Print this page

B9 10791. Gerechtshof ’s-Gravenhage, 31 januari 2012, LJN: BV3775, The Sun Company Benelux B.V. tegen Sol De Mallorca B.V. c.s.

Franchise/licentie-overeenkomst.  Merkenrecht. Auteursrecht huisstijl en software. Gesteld voortgezet gebruik handelsnaam, merk en huisstijl door licentienemer Sol de Mallorca na beëindiging overeenkomst. Het Hof, dat zich zo te lezen niet overal duidelijk over geïnformeerd voelt,  vernietigt het vonnis waarvan beroep (Rb. Den Haag, 25 juni 2008).

De rechtbank verklaarde, na eerdere uitspraken in 2005 en 2006,  o.a. voor recht dat Sol de Mallorca het gebruik van handelsnaam, het merk en de huisstijl van Sun binnen twee weken na betekening van het vonnis van 22 juni 2006 had gestaakt en gestaakt had gehouden. Het hof acht de stellingen van Sol de Mallorca echter, kort gezegd,  onvoldoende onderbouwd en volgt het oordeel van de rechtbank niet, maar merkt ten overvloede wel op “dat de omstandigheid dat de gevorderde verklaring voor recht niet wordt toegewezen, niet zonder meer betekent dat Sol de Mallorca genoemde verboden heeft overtreden en - thans nog te vorderen - dwangsommen heeft verbeurd. Die kwestie is in deze procedure niet aan de orde.”

De conventionele grief van de Sun Company  m.b.t. het merkenrecht (“vast te stellen "het merkrecht van Sun en de inbreuk daarop door Sol de Mallorca") wordt eveneens door het hof afgewezen. “25. (…) Deze stellingen en stukken kunnen echter niet leiden tot toewijzing van de vordering, nu daaruit niet blijkt van "het merkrecht van Sun" (integendeel; daaruit blijkt het merkrecht van [S]), en evenmin dat zij een volmacht heeft van de merkhouder om op eigen naam een inbreukverbod te vorderen. Daarvoor is een licentie niet voldoende.

Het optreden als gevolmachtigde dient duidelijk en tijdig te worden vermeld in de procedure. (…) Bovendien lijkt bedoeld "recht" te zien op de toestemming bedoeld in artikel 2:32, leden 4 en 5, BVIE en daarbij gaat het niet om het instellen van een inbreukverbod. Daarvoor is een last of volmacht van de merkhouder om voor deze (al dan niet op eigen naam) op te treden nodig. Dat zodanige last of volmacht aanwezig is, is niet voldoende onderbouwd gesteld. Ook deze vordering dient derhalve te worden afgewezen. Grief V faalt dan ook.

Ook de  conventionele grief m.b.t. de gestelde auteursrechtinbreuk op het computerprogramma wordt afgewezen. “28. Sol de Mallorca heeft betwist dat het programma van Sun een auteursrechtelijk beschermd werk is (…) Wat betreft de betwisting dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk volstaat zij met een verwijzing naar de door haar als productie 17 overgelegde verklaring van CB plan. Daaruit valt naar het oordeel van het hof af te leiden dat de programmatuur van Sun zich slechts onderscheidt van (die) standaard/basissoftware door een aantal daarop aangebrachte aanpassingen. In die verklaring wordt immers slechts een aantal punten opgesomd die "het Suncompany programma speciaal maken".

De eerste twee punten betreffen de naamsaanduidingen, waarvan niet gesteld is - en ook niet voor de hand ligt - dat die zijn overgenomen. De andere twee punten betreffen, naar het oordeel van het hof algemene, functionaliteiten, waarvan de aanwezigheid, zonder toelichting, die ontbreekt, niet de conclusie rechtvaardigt dat deze het resultaat zijn van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes. Bovendien is niet voldoende gemotiveerd gesteld dat het door Sol de Mallorca na januari 2006 gebruikte programma overeenstemt met het programma van Sun juist wat betreft die gedeelten of aspecten die het "speciaal maken". (…) Gelet op het bovenstaande gaat het hof aan de gestelde auteursrechtinbreuk op de programmatuur als onvoldoende onderbouwd voorbij, zodat grief VI niet tot vernietiging kan leiden.

Lees het arrest hier.