Wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten

25-10-2011 Print this page

B9 10325. Rechtbank Zwolle, 12 juli 2011, LJN: BT6575, Food & Fun B.V. tegen trebs B.V. & Nearbor Ltd. 

Merkenrecht. Auteursrecht. Samenwerkingsovereenkomst. Kort geding na ex parte. Eiser Food & Fun is houder van het beeldmerk ‘Food & Fun en het woordmerk ‘Pizzarette’ en verhandelt onder dat laatste merk haar pizzaovens voor thuisgebruik. In een eerdere ex parte procedure is het gedaagde Trebs op verzoek van eiseres verboden nog langer inbreuk te maken op het auteursrecht van eiseres en diende zij de verhandeling van haar Comfortcook Pizzaoven te staken. Partijen hebben vervolgens een samenwerkingsovereenkomst besloten.

Die samenwerkingsovereenkomst is het onderwerp van het onderhavige kort geding. Eiser stelt dat gedaagden een verplichting tot levering aan bepaalde partijen hebben en dat gedaagden bovendien inbreuk maken op haar merkrechten en  voornemens zijn nagebootste verpakkingen op de markt te brengen. De vorderingen worden afgewezen. “Het marketing-, prijs- en verkoopbeleid ligt exclusief in handen van Trebs c.s.. Food & Fun c.s. kunnen dus niet de condities vaststellen waarop Trebs c.s. de pizzarettes moeten verkopen aan Broszio en Trade2Go.” En: “Nu Food & Fun c.s. zich voor toekomstige verpakkingen hebben gecommitteerd aan vermelding van het logo van Trebs naast het merk van Food & Fun en dus voor die verpakkingen blijkbaar in hun visie geen sprake is van merkenrechtelijke verwarring, valt niet in te zien waarom dit anders zou zijn voor de huidige verpakking met, naast het merk Food & Fun, het logo van Trebs.”

De 1019h-vordering tot betaling van de kosten die samenhangen met de behandeling van het (ingetrokken) ex parte-verbod, het (ingetrokken) opheffingskort geding en het tot stand brengen van de samenwerkingsovereenkomst worden eveneens afgewezen.

Verplichting tot levering: 5.2.1. (…) De kernvraag die aldus aan de orde wordt gesteld is of Trebs c.s. zich blijkens de samenwerkingsovereenkomst hebben verplicht tot levering van de Pizzarette aan de distributeurs van Food & Fun (tegen een redelijke prijs).

5.2.3.  (…) Bij een zuiver commerciële transactie als de onderhavige tussen twee professionele marktpartijen ligt het voor de hand dat groter gewicht wordt toegekend aan de taalkundige betekenis van de door partijen gehanteerde woorden.

5.2.4.  Ook indien zou moeten worden aangenomen dat Trebs c.s. op de hoogte waren van het bestaan van distributiecontracten van Food & Fun met Broszio en Trade2Go - hetgeen overigens stellig wordt betwist door Trebs c.s. - dan leidt dat nog niet tot de conclusie dat de overeenkomst moet worden uitgelegd op de door Food & Fun c.s. voorgestane wijze. Daarbij is in de eerste plaats van belang dat in het geheel niet aannemelijk is geworden dat Trebs c.s. op de hoogte waren van de exclusiviteit van voormelde distributiecontracten. In de tweede plaats wijst de taalkundige betekenis van de in artikel 2.1. van de samenwerkingsovereenkomst gehanteerde bewoordingen er - naar het oordeel van de voorzieningenrechter - ondubbelzinnig op dat krachtens deze overeenkomst: 1. Trebs het exclusieve verkooprecht heeft ten aanzien van - onder andere - de Pizzarette in Nederland, Duitsland en België; 2. Trebs c.s. de vrije hand hebben ten aanzien van marketing-, prijs- en verkoopbeleid van - onder andere - de Pizzarette.

Inbreuk merkrechten: 5.5.3.  De voorzieningenrechter zal de vordering afwijzen. Redengevend daarvoor is dat het blijkens artikel 3.1 van de samenwerkingsovereenkomst de bedoeling is van partijen dat op de verpakkingen van de Food & Fun lijn (waaronder ook de Pizzarettes kunnen worden geschaard) tenminste (ook) het logo van Trebs zal worden aangebracht. Nu Food & Fun c.s. zich voor toekomstige verpakkingen hebben gecommitteerd aan vermelding van het logo van Trebs naast het merk van Food & Fun en dus voor die verpakkingen blijkbaar in hun visie geen sprake is van merkenrechtelijke verwarring, valt niet in te zien waarom dit anders zou zijn voor de huidige verpakking met, naast het merk Food & Fun, het logo van Trebs. Van een rechtens te beschermen belang (tegen verwarring) is, gelet hierop, niet (langer) sprake.

Nagebootste verpakkingen: 5.6.1/2.  Voor toewijzing van vordering 2 is slechts dan plaats indien aannemelijk is dat Trebs c.s. voornemens zijn nagebootste verpakkingen op de markt te brengen en aldus op onrechtmatige wijze te profiteren. (…) In het licht van de stellingname van Food & Fun c.s. is daarvan niet gebleken. Food & Fun c.s. betogen immers dat het Trebs c.s. wel is toegestaan Pizzarettes in de originele (en dus identieke) verpakking op de markt te brengen - overigens dan wel op de door Food & Fun genoemde condities - maar niet in de juist afwijkende (en in dat opzicht kan dus geen sprake zijn van nabootsing) verpakkingen die Trebs voornemens is op de markt te brengen. Reeds daarom ligt deze vordering voor afwijzing gereed.

1019h Proceskosten: 5.8. Voormelde specificatie ziet echter niet op kosten die samenhangen met onderhavig kort geding, zij zien op kosten die samenhangen met de behandeling van het (ingetrokken) ex parte-verbod, het (ingetrokken) opheffingskort geding en het tot stand brengen van de samenwerkingsovereenkomst. Die kosten kunnen niet worden gekwalificeerd als proceskosten die aan de zijde van Trebs c.s. in het onderhavige kort geding zijn gevallen, en dienen om die reden te worden afgewezen, nog daargelaten dat slechts een beperkt deel van deze werkzaamheden zijn te scharen onder het toepassingsbereik van artikel 1019 Rv. Bij deze stand van zaken ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te begroten op de gebruikelijke wijze aan de hand van artikel 237 e.v. Rv.

Lees het vonnis hier.