Wet bescherming bedrijfsgeheimen wordt dinsdag aangenomen door Eerste Kamer

De Wet bescherming bedrijfsgeheimen wordt op dinsdag 16 oktober als hamerstuk afgedaan. Afgelopen woensdag verscheen het verslag en donderdag verscheen de nota naar aanleiding van het verslag, een brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat inzake toezeggingen betreffende het wetsvoorstel en de tweede nota van wijziging. 

Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer zijn door leden van verschillende fracties zorgen geuit over de toepassing van het voorgestelde artikel 1019ie Rv, dat de rechter de mogelijkheid geeft de in het ongelijk gestelde partij in een procedure over de inbreuk op een bedrijfsgeheim in de volledige proceskosten van de wederpartij te veroordelen. Naar aanleiding van deze kritiek heeft de minister aangegeven dat de toepassing van dit artikel zorgvuldig zal worden gemonitord en geëvalueerd. Vervolgens is de minister gevraagd op welke termijn en op welke wijze stappen worden gezet om tot een wettelijke verankering van regels

die uitleg geven over in welke gevallen de rechter de in het ongelijk gestelde partij kan veroordelen in de kosten te komen. In de nota naar aanleiding van het verslag antwoordt de minister dat als de toegezegde evaluatie van de Wbb daartoe aanleiding heeft, bij algemene maatregel van bestuur kan worden geduid in welke gevallen artikel 1019ie Rv zal worden toegepast.