Zeer veel op elkaar lijken

16-02-2012 Print this page

B9 10805. Rechtbank ’s-Gravenhage, 15 februari 2012, Selecta Klemm GmBH c.s. tegen Van Santen Garden Plant B.V. (met gelijktijdige dank aan Hidde Koenraad, Vondst).

Kwekersrecht. Eisers beroepen zich, hetzij als houdster, hetzij als gevolmachtigde, op diverse kwekersrechten met betrekking tot, kort gezegd, de ‘Spaanse margriet’(Osteospermum ecklonis). Met deskundigen van Naktuinbouw concluderen eisers dat bij gedaagden aangekochte planten “zeer veel op elkaar lijken” op de planten van eisers zelf en leggen conservatoir beslag tot afgifte en bewijsbeslag onder gedaagden. Bij beschikking heeft de voorzieningenrechter vervolgens bepaald dat nader morfologisch en/of genetisch onderzoek door het Bundessortenamt (BSA) verricht diende te worden.

Eisers vorderen i.c. een pan-Europees inbreukverbod. Gedaagden stellen dat het bewijs van inbreuk is verkregen door de onrechtmatig gelegde beslagen. De rechtbank is van oordeel dat het verlof tot beslaglegging weliswaar beperkt had moeten worden tot het bedrijf van gedaagde sub 1, maar dat dat niet meebrengt dat het verkregen bewijs niet gebruikt kan worden in de hoofdzaak tegen gedaagden sub 2 en sub 3. Gedaagden hebben bovendien ‘feitelijk berust’ in de tenuitvoerlegging door mee te werken aan de onderzoeken aan de monsters.

Met betrekking tot de gestelde inbreuk gaat de rechtbank er vervolgens onweersproken van uit dat die monsters waarvan gedaagden niet hebben aangegeven dat ze ‘onderscheidbaar’ zijn, wel inbreuk maken op de rechten van eisers. 

Met betrekking tot de gevorderde schadevergoeding stellen gedaagden dat de ZPW bepaalt dat schadevergoeding slechts gevorderd kan worden van degene die de inbreukmakende handelingen bewust heeft verricht. Dat is volgens gedaagden niet het geval en ‘in elk geval zijn zij niet gesommeerd en is er geen desbewustheidsexploit uitgebracht.” Dat laatste doet naar mening van de rechtbank (onder verwijzing naar Trips en de VCK)  echter niet ter zake:  onachtzaam handelen volstaat. Nu gedaagden ervaren en professionele telers zijn wordt opzet of onachtzaamheid aangenomen.

Gedeeltelijk ondeugdelijke betwisting en beslaglegging op oneigenlijke gronden zorgen tenslotte voor een matiging van de proceskosten (gevorderd: €131.000,-) tot het indicatietarief voor eenvoudige zaken: ieder van de drie gedaagden afzonderlijk €8000, -

Lees het vonnis hier.