B9 10031. Vzr. Rechtbank Breda, 20 juli 2011, LJN: BR4900, Vereniging Verkeersslachtoffers tegen Stichting Voor Verkeers Slachtoffers.
Handelsnaamwet. Auteursrecht. Schisma. Geschil tussen de Vereniging Verkeersslachtoffers en de van de vereniging afgesplitste Stichting Voor Verkeers Slachtoffers (met spatie). De vereniging stelt dat de stichting inbreuk maakt op haar handelsnaamrecht en op haar auteursrechten m.b.t. de website van de vereniging, maar ziet haar vorderingen afgewezen.
Noch de vereniging, noch de stichting zijn ondernemingen in de zin van art. 1 Hnw en van een handelsnaam is derhalve bij geen van beiden sprake. Ook een theoretisch mogelijk beroep op de aanvullende werking van art. 6:162 BW (met analoge maatstaf 5 Hnw) is niet aan de orde: De aanduiding ‘verkeerslachtoffer(s) is ‘zodanig essentieel voor het beschrijven van de door partijen beoogde belangenbehartiging dat deze niet door één partij kan worden geclaimd. Een alternatieve keuze in de vorm van een gangbaar synoniem is ook niet gesteld.’ (…) “De term verkeersslachtoffer(s) mag in principe dus ook door de stichting in haar naam gebruikt worden. Dit zou slechts anders zijn indien de stichting met het voeren van die naam geen ander doel heeft dan de vereniging schade toe te brengen. Daarvan is geen sprake.”
De auteursrechtelijke vordering wordt afgewezen, aangezien de vereniging onvoldoende onderbouwd heeft dat zij auteursrechthebbende is op de website en niet slechts, net als de stichting licentiehouder van de (gezamenlijke) webbouwer.
Lees het vonnis hier.
