December 2020

Print this page

IEPT20201224, Rb Zeeland-West-Brabant, Griebling v Google Ireland

Google hoeft als tussenpersoon geen identificerende gegevens van plaatser negatieve recensie te verschaffen aan Griebling nu niet is voldaan aan criteria van artikel 6:196c lid 4 jo 5 BW: tekst van recensie is op zichzelf geenszins onrechtmatig nu tekst niet onnodig grievend maar betrekkelijk neutraal/zakelijk verwoord is en niet kan worden aangenomen dat recensie ‘vals’ is nu recensies anoniem mogen worden geschreven, Griebling heeft er zelf voor gekozen om niet te reageren op de recensie en heeft daardoor zelf geen hoor- en wederhoor toegepast, Google hoeft recensie ook niet te verwijderen op grond van artikel 6:196c lid 4 BW nu recensie niet evident onrechtmatig is en zijzelf de authenticiteit niet kan achterhalen, niet onderbouwd dat er gegronde vrees is voor herhaling.

 

IEPT20201224, Rb Zeeland-West-Brabant, Stichting Scios

Merkinbreuk op Scios-merken door gedaagde sub 1: gesteld noch aannemelijk gemaakt dat gedaagde sub 2 Scios-merken heeft gebruikt en niet betwist dat gedaagde sub 1 Scios-merken heeft gebruikt. Gedaagden hebben misleidende mededelingen ex 6:194 BW openbaar gemaakt over hun bekwaamheid en herkomst: door op websites te vermelden dat zij Scios-gecertificeerd zijn.

 

IEPT20201224, Rb Noord-Holland, SI Music

[woonplaats] veroordeeld tot (door)betaling van een bedrag van € 191.332,62 (na verrekening bonus) ontvangen uit hoofde van de Regeling Oudedagsvoorziening Auteurs van Buma Stemra aan werkgever SI Music: uit arbeidsovereenkomst en artikel 7 Aw volgt duidelijk dat alle inkomsten en rechten die voortvloeien uit werken geproduceerd door [woonplaats] toekomen aan SI Music, stelling dat arbeidsovereenkomst alleen ziet op primaire exploitatie-inkomsten wordt niet gevogld en [woonplaats] kon niet redelijkerwijs aannemen dat partijen hebben bedoeld af te sperken dat het bedrag uit hoofde van de ROA, dat hoger is dan het jaarsalaris van [woonplaats], aan hem toekwam, geen sprake van reflexwerking van het auteurscontractenrecht nu artikel 25d Aw niet van toepassing is wanneer sprake is van een fictieve maker zoals in het geval van artikel 7 Aw. Gevorderde boete door SI Music van € 257.000,00 uit hoofde van overtreding van de arbeidsovereenkomst gematigd tot € 5.000,00: gevorderde boete is bovenmatig. 

 

IEPT20201222, Hof Amsterdam, Screen Development v Holland Scherming

Toepasselijkheid van de NDA en de provisieregeling in de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen is beperkt tot de ontwikkeling en vermarkting van het DV systeem als geheel en niet op onderdelen daarvan of op andere ideeën van [X]: in de overeenkomst staat dat de samenwerking tussen [X] en HS in het begin alleen ziet op het DV-systeem en in NDA is alleen uitdrukkelijk het DV systeem genoemd, [X] mocht toevoeging ‘en al hetgeen verder op tafel komt’ aan vergoedingsregeling niet opvatten als uitbreiding van de provisieregeling nu veelzeggend is dat deze toevoeging niet is toegevoegd aan de provisieregeling terwijl op andere plaatsen verschillende toevoegingen zijn opgenomen, aan NDA is uitsluitend een tekening van het DV- systeem aangehecht, DV systeem is steeds als geheel beschreven en onderdelen zoals het veerblok zijn niet apart genoemd zodat [X] niet redelijkerwijs mocht verwachten dat de provisieregeling en de NDA ook betrekking zouden hebben op toepassing van zelfstandige onderdelen van het DV systeem buiten het systeem om, door andere producenten worden bovendien ook veerblokken gebruik

 

IEPT20201222, Hof Den Haag, Audi

Aan het vervallen van een ex parte bevel wegens het verstrijken van de ingevolge artikel 1019i Rv bedoelde termijn voor het instellen van een procedure komt geen terugwerkende kracht toe: reeds voor afloop van de 1019i Rv-termijn verbeurde dwangsommen vervallen niet. Andere voorzieningenrechter dan de rechtbank Den Haag slechts bevoegd om voorlopige maatregelen te nemen in kort geding (waaronder een bevel ingevolge artikel 1019e Rv is te begrijpen) ten aanzien van Uniemerken, voor zover die maatregelen beperkt zijn tot Nederland: onjuist is evenwel dat de door Audi verzochte voorzieningen wegens onbevoegdheid van de ex parte-rechter volledig afgewezen hadden moeten worden, zoals door [de vof] is betoogd. Naar Audi terecht heeft opgemerkt was de ex parte-rechter bevoegd de verzochte voorziening gedeeltelijk – namelijk beperkt tot Nederland – te verlenen en zich voor het overige onbevoegd te verklaren. Niet voldaan aan de strenge vereisten voor toewijzing van een ex parte bevel: Audi heeft zonder kenbare reden de door haar als ernstig en schadelijk aangemerkte gestelde inbreuken zes weken laten voortduren alvorens het verzoekschrift in te dienen en onduidelijk waarom niet eerst gesommeerd had kunnen worden of een of een kort geding aanhangig kon worden gemaakt. Herziening van een op de voet van 1019e Rv gegeven beschikking heeft terugwerkende kracht: conform heersende leer in de rechtspraak sinds medio 2011.

 

IEPT20201222, Hof Den Haag, RPM v Philip Morris

Beslag Philip Morris op haar originele merkgoederen alsnog opgeheven nu deze goederen geen inbreuk maken op haar merkrechten: voldoende aannemelijk dat RPM eigenaar/rechthebbende is van de Partij, Class-criterium is van toepassing en niet artikel 9 lid 4 UMVo nu goederen nog niet in de EER in de handel zijn gebracht, Mitsubishi-arrest niet van toepassing nu 'omdozen' niet aan te merken zijn als verpakkingen waarin de merkgoederen aan het publiek worden aangeboden, standpunt Philip Morris dat voor toepassing Class-criterium vereist is dat goederen onder T1-status zijn geplaatst berust op onjuiste lezing arrest, merkenrechtelijke grondslag voor beslag ondeugdelijk nu Partij kwalificeert als niet-Uniegoederen en Philip Morris onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Partij in de EER in de handel zal worden gebracht, onrechtmatig handelen RPM kan niet worden aangenomen, belangenafweging valt ook in voordeel van RPM uit nu zij ten gevolge van het beslag niet vrij kan beschikken over haar goederen.

 

IEPT20201217, HvJEU, Husqvarna

Het tijdstip waarop moet worden bepaald of de ononderbroken periode van vijf jaar van niet-gebruik is verstreken, is het tijdstip waarop de betrokken vordering is ingesteld: beoordeling aan de hand van het tijdstip van de laatste pleitzitting zou ingaan tegen de in de verordening vastgestelde rechtsgevolgen van verval.

 

IEPT20201217, HvJEU, Morbier

Artikel 13 lid 1 van Verordening nr. 1151/2012 (beschermingsomvang BOB) heeft in ruime zin betrekking op alle handelingen die tot gevolg kunnen hebben dat de consument wordt misleid ten aanzien van de werkelijke oorsprong van het betrokken product: verbiedt niet louter het gebruik door een derde van de geregistreerde benaming en verbiedt de reproductie van de kenmerkende vorm of het kenmerkende uiterlijk van een onder een geregistreerde benaming vallend product wanneer deze reproductie de consument kan doen aannemen dat het betrokken product onder deze geregistreerde benaming valt. Beoordeeld moet worden of deze reproductie de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende Europese consument kan misleiden, rekening houdend met alle relevante factoren van het concrete geval.

 

IEPT20201215, Hof Amsterdam, Overamstel

Geen opzegging op grond van artikel 16 lid 1 sub b van de overeenkomst: printing on demand valt onder ‘in boekvorm voor het publiek beschikbaar’ houden. Geen ontbinding op grond van artikel 25e lid 1 Auteurswet: voorhanden zijn van de titel middels printing on demand is voldoende exploitatie en geen omstandigheden aangevoerd waarom dat in dit geval anders ligt.

 

IEPT20201215, Hof Amsterdam, Thuiszorg de Zonnestraal

Bestreden vonnis vernietigd nu artikel 5 Handelsnaamwet ertoe strekt om de plaatselijke bekendheid van een onderneming te beschermen: naamsbekendheid uitstralen in een andere regio levert niet zonder meer schending op van oudere handelsnaamrecht, thuiszorg is naar haar aard lokale bezigheid en geen aanleiding om te vrezen dat het bedrijfsdebiet van S wordt geraakt. 

 

IEPT20201215, Hof Den Haag, Philip Morris v World Freight

Verweren van tussenkomende partij TTL in eerste aanleg, die World Freight tot haar eigen heeft gemaakt, hadden niet buiten beschouwing hoeven blijven zoals Philip Morris aanvoert: rechter niet gebonden aan proces-verbaal en omstandigheid dat vordering van TTL is afgewezen vanwege gebrek aan belang leidt niet tot ander oordeel. Oordeel rechtbank dat beslag onrechtmatig is gelegd juist: Philip Morris was niet genoodzaakt tot leggen van beslag en opslagkosten niet te wijten aan schuld World Freight. Geen sprake van merkinbreuk op tabaksproducten Philip Morris: gaat om niet-Uniegoederen en geen sprake van 'invoeren' in de zin van de Merkenrichtlijn door het enkele binnenbrengen van de goederen op het grondgebied van de EU/EER, artikel 9 lid 4 UMVo komt geen terugwerkende kracht toe, Philip Morris heeft onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat de sigaretten noodzakelijkerwijs bestemd worden om in de EU/EER in de handel te worden gebracht. Beroep Philip Morris op WHO Kaderverdrag afgewezen: artikel 15 Kaderverdrag heeft geen rechtstreekse werking en Kaderverdrag dient niet tot bescherming van tabaksfabrikanten als Philip Morris. Beroep Philip Morris op auteursrecht faalt: totaalindrukken verpakkingen stemmen niet overeen. 

 

IEPT20201211, HR, Asetek v Cooler Master

Klacht tegen oordeel van het hof dat Asetek het standpunt van Cooler Master onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken faalt: oordelen van het hof berusten op waarderingen van feitelijke aard en zijn, mede in het licht van het partijdebat en de foto's 1 en 2, niet onbegrijpelijk.

 

IEPT20201209, Rb Den Haag, Barco v Delta

Nieuwheids- en inventiviteitsaanval Delta op het Nederlandse deel van EP 668 van Barco treft doel uitgaande van Japanse octrooiaanvrage ‘Katsura’. Katsura anticipeert het in conclusie 1 van EP 668 geclaimde vergadersysteem nu Katsura direct en ondubbelzinnig alle kenmerken van conclusie 1 van het octrooi openbaart. Zero footprint-kenmerk verleent geen inventiviteit aan afhankelijke conclusie 2. Het verschil tussen Katsura en conclusie 2 is hooguit dat het screen scrape-programma is ontworpen om een zero footprint achter te laten. Een aanpassing in het ontwerp van een computerprogramma is echter uitgesloten van octrooieerbaarheid op grond van artikel 52(2)(c) EOV. Modelrecht op uiterlijk ClickShare Button Barco geldig maar LauncherPlus van Delta maakt geen inbreuk op Model. Model is niet technisch bepaald - voldoende ingebracht tegen de stellingen van Barco dat zij had kunnen kiezen voor een andere basisvorm, voor andere positioneringen en verhoudingen en voor een andere vlakverdeling. Totaalindruk LauncherPlus van Delta is anders dan die van het Model van Barco.

 

IEPT20201209, Rb Amsterdam, 24Man

K maakt geen inbreuk op merkenrecht 24Man door gebruik Adword 'Amfa4000' in vergelijkende reclame: aanstonds duidelijk voor maatman dat het gaat om twee verschillende producten die met elkaar worden vergeleken, K heeft advertentie waarbij alleen het merk Amfa4000 in de kop voorkomt gewijzigd, geldige reden voor het gebruik van het merk nu een test is uitgevoerd waarbij de producten met elkaar worden vergeleken en vormt toelaatbare concurrentie. Geen sprake van ongeoorloofde, misleidende vergelijkende reclame: vergelijking levert geen oneerlijk voordeel op voor K. 

 

IEPT20201209, Rb Den Haag, Tinnus v Koopman

Voorbijgaand aan voorlopige opinie in oppositieprocedure EOB verklaart de rechtbank Den Haag het waterballonvul-octrooi EP 948 nietig wegens gebrek aan inventiviteit ten opzichte van US 309 als meest nabije stand van de techniek. US 309 geschikt document om te dienen als meest nabije stand van de techniek, dat behuizing US 309 geen manifold-functie heeft niet relevant nu EP 948 beschrijft dat behuizing allerlei vormen kan hebben zo lang aan basiseis van een 'hollow space or chamber enclosed by a rigid or semi-rigid casing' is voldaan, US 309 openbaart kenmerk EP 948 dat ballonnen over uiteinden van buizen geplaatst moeten worden om ze te vullen, ook kenmerk dat ballonnen 'adjacent' zijn geopenbaard in US 309, kenmerk 1.5. niet geheel geopenbaard in US 309, gelijktijdig vullen duidelijk en ondubbelzinnig geopenbaard door US 309, gemakkelijker vullen en van de ballonvuller afhalen van ballonen zijn geen verschilkenrmerken en ook geen onderdeel van het technisch probleem, US 309 openbaart geen alternatieve oplossing voor technisch probleem door ballonnen met membraam-sluiting toe te passen, vraag hoe en wanneer elastische ring om ballon op de buis wordt geplaatst geen onderdeel van leer van het octrooi, EP 948 stelt aantal specifieke kenmerken van product van Tinnus niet onder beschermig, vorm van buizen vormt geen verschilkenmerk, conclusie 2 geanticipeerd door US 309, conclusies 3, 4, 5, 6 en 9 niet inventief nu Tinnus slechts verwijst naar verweren ten aanzien van conclusie 1, conclusie 7 en 8 niet  inventief nu ten aanzien van toepassing elastische ringen geen sprake is van technisch verschilkenmerk ten opzichte van US 309, vakman zou routinematig stuiten op de in conclusie 7 en 8 geclaimde ringen ook wanneer het gaat om een draagbare uitvoeringsvorm, conclusie 10 ook niet inventief gelet op van de hand wijzen verweer ten aanzien van conclusie 1, conclusie 11 verschaft octrooi ook geen inventiviteit. Gevraagde beperking van het octrooi tot waterballonnen kan het octrooi geen inventiviteit verlenen: US 309 openbaart waterballonvuller die bestemd is voor vullen van waterballonnen zodat dit geen aanvullend verschilkenmerk vormt. Andere hulpverzoeken ook van de hand gewezen: niet betoogd dat hulpverzoek tot hulp kan zijn indien EP 948 niet inventief zou zijn. 

 

IEPT20201208, Hof Den Haag, Twisty Petz

Verbod op auteursrechtinbreuk op speelgoedarmbandjes alsnog toegewezen: Spin Master heeft belang bij dit verbod en Ebru heeft inbreuk erkend. Vordering tot rectificatie op website toegewezen: zodat (potentiële) afnemers op de hoogte zijn van inbreuk. Ebru c.s. alsnog veroordeeld in de proceskosten van eerste aanleg en hoger beroep: Ebru c.s. had in eerste aanleg moeten worden aangemerkt als grotendeels in het ongelijk gestelde partij en is ook in hoger beroep de grotendeels in het ongelijk gestelde partij.

 

IEPT20201207, Rb Amsterdam, Sony

Inbreuk op Uniemerken en Beneluxmerk door aanbieden pre-order PlayStation 5 op website: gebruikte tekens zijn gelijk aan de merken van Sony en werden in het economisch verkeer gebruikt. Auteursrechtinbreuk door gebruik artwork van eerdere PlayStation games “Ghost of Tsushima” en “Gran Turismo”: niet weersproken dat Sony rechthebbende is en gebruikte afbeeldingen zijn identiek aan het beschermde werk.

 

IEPT20201203, Rb Zeeland-West-Brabant, Vero

KlaasAuteursrechtelijke bescherming afbeelding Sinterklaas. Door eiser zijn binnen de gebruikelijke kenmerken en de kawaii stijl ontwerpkeuzes gemaakt en het ontwerp heeft voldoende eigen karakter De voorzieningenrechter constateert. voldoende verschillende totaalindrukken Sinterklazen. Gezicht van Sint van eiser is rond en heeft lichte huidskleur met ogen tegen de snor en nauwelijks wenkbrauwen, de Sint van Vero heeft een smal en klein gezicht met een gele teint, met ogen boven de snor en volle wenkbrauwen

 

IEPT20201202, Rb Rotterdam, PH Europe v PH Nederland

Franchiseovereenkomsten tussen PH Europe en PH Nederland rechtsgeldig ontbonden: PH Nederland komt geen beroep op opschorting toe en is in verzuim door niet tijdige betaling van de initial fees.

 

IEPT20201204, HR, Jet Set

Klachten [eiser] kunnen niet leiden tot vernietiging van arrest van het hof en oordeel behoeft geen motivatie: geen vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. 

 

IEPT20201202, Rb Den Haag, Berryworld v Arofa

Geen voldoende serieuze dreiging van kwekersrechtinbreuk in Nederland. Arofa heeft aangevoerd dat de in Nederland aangetroffen bosbessen niet door haar in Nederland op de markt zijn gebracht, maar direct aan BerryWorld zijn geleverd, althans aan de vestiging van BerryWorld in Nederland, zijnde Vita!Berry. Bovendien vormt voortbrenging en verhandeling van oogstmateriaal slechts een aan de kwekersrechthouder voorbehouden handeling indien aan de vereisten van artikel 13 lid 3 GKVo is voldaan. Daarin is voorgeschreven dat het moet gaan om oogstmateriaal dat werd verkregen door het ongeoorloofde gebruik van componenten van het beschermde ras, tenzij de houder een redelijke mogelijkheid gehad heeft om zijn recht met betrekking tot genoemde componenten uit te oefenen. Naar voorlopig oordeel is aan deze vereisten niet voldaan. Rechtbank onbevoegd kennis te nemen van vorderingen jegens Berrynaiz op grond van forumkeuze. Forumkeuze in artikel van de samenwerkingsovereenkomst prevaleert t.o.v. de forumkeuze voor de Haagse rechter in artikel 22 van de Licentieovereenkomst. Rechtbank bevoegd ten opzichte van Spaanse Afora voor gesteld handelen in Nederland (artikel 101(3) GKVo en artikel 7(2) Brussel 1-bis Vo).