Artikel 10

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Een beschermingstermijn die op 1 juli 1995 in een lidstaat al was aangevangen en die langer is dan de overeenkomstige termijn die bij deze richtlijn wordt vastgesteld, kan in die lidstaat door deze richtlijn niet worden verkort.

 

2. De beschermingstermijnen waarin deze richtlijn voorziet, gelden voor alle werken en voorwerpen die op de in lid 1 genoemde datum in ten minste één lidstaat beschermd werden door de nationale wetgeving op het gebied van het auteursrecht of de naburige rechten, of die aan de beschermingscriteria van Richtlijn [92/100/EEG van de Raad van 19 november 1992 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom] (5) voldoen.

 

3. Deze richtlijn laat alle vóór de in lid 1 genoemde datum verrichte exploitatiehandelingen onverlet. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om met name de verworven rechten van derden te beschermen.

 

4. De lidstaten hoeven artikel 2, lid 1, niet toe te passen op cinematografische of audiovisuele werken die vóór 1 juli 1994 tot stand zijn gekomen.