2014 HvJEU

Print this page

IEPT20141218, HvJEU, International Stem Cell Corporation v Patent Office
Onbevruchte eicel die niet het inherente vermogen heeft zich tot een mens te ontwikkelen is geen "menselijke embryo" in de zin van artikel 6(2) Biotechnologierichtlijn.


IEPT20141211, HvJEU, Rynes
Videobewakingssysteem dat openbare ruimte bestrijkt en hierdoor buiten privésfeer geraakt is geen activiteit die met uitsluitende persoonlijke of huishoudelijke doeleinden wordt verricht in de zin van artikel 3 (2) Gegevensbeschermingsrichtlijn.

IEPT20141021, HvJEU, BestWater
Het embedden van een film op de eigen website, waardoor met “framing” de film die op YouTube staat getoond wordt, kan niet worden aangemerkt als een “mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1 auteursrechtrichtlijn, voor zover het betrokken werk niet wordt doorgegeven aan een nieuw publiek, noch wordt meegedeeld volgens een specifieke technische werkwijze die verschilt van de werkwijze bij de oorspronkelijke mededeling.

IEPT20140918, HvJEU, Hauck v Stokke

Begrip "vorm die door de aard van de waar bepaald wordt”: niet uitsluitend vorm die voor functie van betrokken waar onontbeerlijk is, maar ook vorm waarin één of meerdere wezenlijke gebruikskenmerken aanwezig zijn die inherent zijn aan de generieke functie(s) van de waar en waarnaar de consument mogelijkerwijs in de waren van concurrenten zoekt. Begrip “vorm die een wezenlijke waarde aan de waar geeft” is niet beperkt tot uitsluitend esthetische elementen maar omvat ook de vorm van een waar met verschillende kenmerken die aan de waar verschillende wezenlijke waarden kunnen geven. Geen weigering vormmerk mogelijk indien geen van de drie weigeringsgronden volledig van toepassing is.

IEPT20140911, HvJEU, Papasavvas v OFDE
Diensten van informatiemaatschappij omvat ook online-informatiediensten waarbij dienstverlener niet wordt vergoed door afnemer, maar door inkomsten uit op website gepubliceerde reclame. E-commerce richtlijn verzet zich niet tegen toepassing van nationale regeling voor civiele aansprakelijkheid voor smaad op in die lidstaat bevindende dienstverleners. Aansprakelijkheidsbeperkingen voor tussenpersonen niet van toepassing op persbedrijf met website waarop elektronische versie van krant wordt gepubliceerd: weet welke informatie wordt gepubliceerd en heeft daarover controle. Aansprakelijkheidsbeperkingen voor tussenpersonen kunnen van toepassing zijn op gedingen tussen particulieren over civiele aansprakelijkheid voor smaad. Geen rechtstreeks beroep op aansprakelijkheidsbeperkingen in richtlijn; wel beroep op in nationaal recht geïmplementeerde bepalingen of richtlijnconforme uitleg van nationale recht.

IEPT20140911, HvJEU, TU Darmstadt v Eugen Ulmer
Begrip “te koop aangeboden of aan licentievoorwaarden onderworpen” in artikel 5(3)(n) Auteursrechtrichtlijn omvat daadwerkelijke tussen rechthebbende en instelling gesloten licentie- of gebruiksovereenkomsten; niet slechts aanbod tot sluiten van dergelijke overeenkomst. Digitalisering van een werk is een reproductiehandeling. Beschikbaarstelling door bibliotheken aan publiek van werken via speciale terminals voor onderzoek of privéstudie in zin van artikel 5(3)(n) is een mededeling aan publiek. Auteursrechtrichtlijn staat niet eraan in weg dat lidstaten bibliotheken ook (accessoir) recht tot digitalisering van werken geven, indien dit nodig is om deze werken via speciale terminals beschikbaar te stellen. Afdrukken van digitaal werk op papier of opslaan ervan op USB-stick is eveneens een reproductie. Afdrukken van werken op papier of opslag ervan op USB-stick valt niet onder artikel 5(3)(n); kan wel toegestaan zijn onder artikel 5(2)(a) en (b) mits aan voorwaarden is voldaan, zoals billijke vergoeding.

IEPT20140904, HvJEU, Europese Commissie v Raad van Europese Unie

Nietigverklaring besluit Raad EU tot deelname van zowel EU als lidstaten aan onderhandelingen over verdrag van Raad van Europa over bescherming van naburige rechten van omroeporganisaties. Exclusieve bevoegdheid van de Unie (artikel 3 lid 2 VWEU): betreft een grotendeels door gemeenschappelijke regels van de Unie bestreken gebied en deze onderhandelingen kunnen gemeenschappelijke regels van de Unie aantasten of de strekking ervan kunnen wijzigen: het recht op heruitzending, het recht op mededeling aan het publiek, de bescherming inzake pre-broadcast programmadragende signalen en de eerbiediging van de naburige rechten van omroeporganisaties.

IEPT20140903, HvJEU, Deckmyn en Vrijheidsfonds v Vandersteen

Begrip “Parodie” is autonoom Unierechtelijk begrip. Wezenlijke kenmerken parodie: dat een bestaand werk wordt nagebootst doch met duidelijke verschillen en aan humor wordt gedaan of de spot wordt gedreven. Auteursrechthebbende heeft in beginsel rechtmatig belang bij dat werk niet met discriminerende boodschap van parodie wordt geassocieerd. Parodie hoeft geen ander oorspronkelijk karakter te vertonen dan louter duidelijke verschillen met geparodieerde oorspronkelijk werk, hoeft niet aan andere persoon dan auteur van oorspronkelijke werk te worden toegeschreven, betrekking op oorspronkelijke werk zelf te hebben of bron van oorspronkelijke werk te vermelden. Evenwicht tussen belangen auteursrechthebbende en vrijheid van meningsuiting vereist.

 

IEPT20140710, HvJEU, Apple v Deutsches Patent- und Markenamt
Voorstelling van inrichting van een verkoopruimte van waren als "Apple" flagship store zonder opgave van maten of verhoudingen kan merk zijn indien zij waren en diensten van een onderneming kan onderscheiden van die van andere ondernemingen en geen weigeringsgrond inschrijving belet. Inschrijving ook mogelijk voor diensten die bestaan uit verrichtingen met betrekking tot verkochte waren, indien deze diensten niet een integrerend deel van verkoop van deze waren zijn.

IEPT20140710, HvJEU, Netto Marken-Discount v Deutsches Patent- und Markenamt
Samenbrengen van diensten opdat de consument deze gemakkelijk kan vergelijken en verwerken, kan vallen onder het in artikel 2 van de Merkenrichtlijn bedoelde begrip “diensten”. Hierbij is vereist dat een merkenaanvraag voor een dienst van samenbrenging van diensten voldoende duidelijk en nauwkeurig is geformuleerd opdat de bevoegde autoriteiten en de andere marktdeelnemers kunnen weten welke diensten de aanvrager voornemens is samen te brengen.

IEPT20140619, HvJEU, Oberbank en Santander Consumer Bank v DSGV

Opinieonderzoek met herkenningsgraad van minstens 70% mag niet de enige doorslaggevende factor zijn op basis waarvan tot de conclusie kan worden gekomen dat sprake is van door gebruik verkregen onderscheidend vermogen van een contourloos kleurmerk. Wanneer lidstaat geen gebruik heeft gemaakt van mogelijkheid om inburgering ook na (aanvrage van) inschrijving van merk te laten plaatsvinden, kan onderscheidend vermogen slechts vóór datum van indiening inschrijving worden verkregen. Merk kan in dat geval nietig worden verklaard wanneer houder ervan niet in slaagt om aan te tonen dat vóór datum indiening onderscheidend vermogen is verkregen.

 

IEPT20140619, HvJEU, Bayer v Patent und Markenamt

Beschermstof kan “product” en “werkzame stof” zijn in ABC-Vo als stof eigen toxische fytotoxische of gewasbeschermende werking heeft.

 

IEPT20140619,HvJEU, Donaldson v BHIM
Geen rechtsmisbruik: actie inzake absolute nietigheidsgronden vereist geen procesbelang, daar daaraan bescherming van het algemeen belang ten grondslag ligt. Goede of kwade trouw irrelevant.

 

IEPT20140619, HvJEU, Karen Millen Fashions v Dunnes Stores

Eigen karakter moet niet worden beoordeeld aan de hand van combinatie afzonderlijke kenmerken van meerdere oudere modellen, maar aan de hand van een of meer individueel beschouwde oudere modellen. Houder niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel hoeft eigen karakter niet te bewijzen, om van rechtsgeldig model te spreken, maar moet enkel aangeven in welk opzicht het model volgens hem een eigen karakter heeft.


IEPT20140605, HvJEU, Coty v First Note Perfumes
Geen bevoegdheid op grond van lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden t.a.v. oorspronkelijke verkoper inbreukmakend product die zelf niet heeft gehandeld in lidstaat aangezochte rechter. Geen bevoegdheid tot kennisneming vorderingen ongeoorloofde vergelijkende reclame of slaafse nabootsing op grond van plaats schadebrengende feit, wanneer veronderstelde inbreukmaker niet in lidstaat aangezochte rechter heeft gehandeld. Bevoegdheid in een dergelijk geval wel mogelijk op grond van plaats waar de schade is ingetreden.
 

IEPT20140605, HvJEU, PRCA v NLA

Reproductiehandelingen bij raadplegen internetsite in de zin van kopieën op het scherm en kopieën in cachegeheugen zijn van tijdelijke aard en integraal en essentieel onderdeel van technische procedé. Levensduur kopieën op het scherm en in de cache is “van voorbijgaande aard” en “van incidentele aard”. Raadplegen internetsite doet geen afbreuk aan belangen auteursrechthebbenden: toestemming verschaft aan uitgever internetsite. Kopieën op scherm en in cache bij raadplegen internetsite zijn normale exploitatie van betrokken werken: in het bezit komen van mededeling aan publiek van de uitgever van de internetsite.

IPPT20140515, ECJ, Louis Vuitton v OHIM
Gerecht EU heeft terecht jurisprudentie over het onderscheidend vermogen van driedimensionale merken op het onderhavige tweedimensionaal vorm/beeldmerk voor een sluitmechanisme toegepast. Deze jurisprudentie moet ook worden toegepast als slechts een deel van het aangeduide product door het merk wordt weergegeven, omdat het merk dan niet meer bestaat uit een teken dat onafhankelijk is van het uiterlijk van het product dat het aanduidt en daardoor geen indicatie van de commerciële herkomst van het product kan zijn.

IEPT20140513, HvJEU, Google Spain v AEPD
Verwerking van persoonsgegevens door exploitant van zoekmachine in zoekresultaten. Exploitant van zoekmachine is verantwoordelijke voor deze verwerking: stelt doel van en middelen voor de verwerking vast. Verwerking persoonsgegevens door zoekmachine wordt verricht in kader van activiteiten van vestiging van verantwoordelijke op grondgebied van lidstaat, wanneer vestiging is opgericht ten behoeve van promotie en verkoop van door zoekmachine aangeboden advertentieruimte. Exploitant zoekmachine kan onder bepaalde voorwaarden verplicht zijn om links naar door derden gepubliceerde webpagina’s met persoonsgegevens uit zoekresultaten te verwijderen, zelfs indien publicatie ervan op deze webpagina’s rechtmatig is. Recht om vergeten te worden, wanneer verwerking door zoekmachine thans onverenigbaar is met richtlijn, tenzij bijzondere redenen zich hiertegen verzetten.

IEPT20140508, HvJEU, Salame Felino
Verordening inzake bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen verzet zich niet tegen aanvullende nationale beschermingsregeling, mits deze niet in strijd is met doelstellingen van verordening en vrije verkeer van goederen.

IEPT20140508, HvJEU, Bimbo v BHIM
Oppositie Spaanse woordmerk DOGHNUTS versus woordmerk BIMBO DOUGHNUTS. Zelfstandige onderscheidende plaats van het voor het relevante publiek niet-beschrijvende bestanddeel “doughnuts” in merk “Bimbo Doughnuts”. Onderzoek of een van bestanddelen van samengesteld teken zelfstandige onderscheidende plaats heeft, strekt ertoe vast te stellen welke bestanddelen door publiek worden waargenomen in totaalindruk. Dit onderzoek vindt derhalve plaats vóór globale beoordeling van verwarringsgevaar tussen tekens.
 

IEPT20140410, HvJEU, ACI v Thuiskopie

Strikte uitleg uitzonderingen verzet zich tegen verplichting voor auteursrechthebbenden om rechtsschendingen te gedogen waarmee vervaardiging van privékopieën gepaard kan gaan. Nationale wettelijke regeling die geen onderscheid maakt tussen privékopieën uit geoorloofde en uit ongeoorloofde bronnen in strijd met doelstellingen van Auteursrechtrichtlijn. Dergelijke regeling is geen correcte toepassing van thuiskopie-exceptie, ongeacht feit dat er geen technische voorzieningen bestaan om ongeoorloofde privékopieën te bestrijden. Vergoedingsstelsel op grond van dergelijke regeling biedt geen rechtvaardig evenwicht aan belangen van auteurs en van gebruikers van beschermd materiaal: indirecte bestraffing van gebruikers. Handhavingsrichtlijn niet van toepassing op procedure inzake billijke compensatie.

 

IEPT20140409, HvJEU, Sintax Trading
Douaneautoriteiten mogen op eigen initiatief een artikel 13 (1) Douanebeslagverordening procedure instellen zonder verzoek IE-rechthebbende. Douaneautoriteiten mogen zelf uitspraak doen over of een intellectueel eigendomsrecht is geschonden, op voorwaarde dat tegen deze beslissing rechtsmiddelen openstaan.


IEPT20140408, HvJEU, DRI
Richtlijn 2006/24 is ongeldig: Uniewetgever heeft de door het evenredigheidsbeginsel gestelde grenzen overschreden die hij in het licht van de artikelen 7, 8 en 52, lid 1, van het Handvest in acht dient te nemen.

IEPT20140403, HvJEU, Hi Hotel v Spoering
Rechter van plaats van schadebrengende feit waar schadeveroorzaker niet heeft gehandeld is alleen bevoegd ter zake van in zijn rechtsgebied ingetreden schade.
 

IEPT20140327, HvJEU, UPC Telekabel v Constantin Film
Zonder toestemming van rechthebbende beschermde werken op een website voor het publiek beschikbaar stellen is gebruik maken van diensten van als tussenpersoon aan te merken internet provider. Maatregelen die internet provider moet nemen ter uitvoering van rechterlijk verbod om toegang tot een website te verschaffen moeten doeltreffend zijn en niet-toegestane oproepingen van beschermde werken verhinderen of ten minste bemoeilijken: volledige beëindiging niet vereist.

 

IEPT20140327, HvJEU, BHIM v National Lottery Commission

Gerecht mag ambtshalve inlichtingen inwinnen over de inhoud, toepassingsvoorwaarden en draagwijdte van door verzoeker van nietigverklaring aangevoerde nationale regels. Schending hoor en wederhoor door oordeel te baseren op nationale rechtspraak, maar partijen niet in gelegenheid te stellen zich hierover uit te laten. 

 

IEPT20140313, HvJEU, Posteshop

Misleidende reclame en ongeoorloofde vergelijkende reclame zijn twee zelfstandige inbreuken: misleidende reclame hoeft voor een verbod niet tevens ongeoorloofde vergelijkende reclame te zijn.

 

IEPT20140306, HvJEU, Backaldrin v Pfahnl

Verval wegens verwording tot soortnaam is mogelijk indien het merk door toedoen of nalaten van de houder - louter uit het oogpunt van de eindverbruikers ervan - de gebruikelijke benaming voor de waar is geworden. De omstandigheid dat de verkopers wel op de hoogte zijn van het bestaan van het merk en de herkomst die erdoor wordt aangeduid, kan op zich niet in de weg staan aan een dergelijke vervallenverklaringFeit dat merkhouder verkopers er niet toe aanzet het merk meer te gebruiken bij de verkoop van de waar kan als “nalaten” door de merkhouder worden aangemerkt. Voor vervallenverklaring van een merk, dat de gebruikelijke benaming is geworden voor een waar, is niet relevant of er alternatieve benamingen voor de waar bestaan.


IEPT20140227, HvJEU, OSA
Mededeling aan nieuw publiek in kuurinrichting. Vrijstelling voor mededelingen aan het publiek in kuurinrichtingen in strijd met Auteursrechtrichtlijn. Geen rechtstreekse werking Auteursrichtlijn in verhouding tussen beheersorganisatie en particulieren, maar nationale rechter dient zoveel mogelijk richtlijnconform uit te leggen. Beheersorganisatie moet beschouwd worden als verrichter van een dienst ten behoeve van gebruiker van beschermde werken (kuurinrichting). Collectief beheer van auteursrechten in lidstaat toekennen aan één collectieve beheersorganisatie niet in strijd met EU-recht. Aanwijzing misbruik machtspositie indien beheersorganisatie tarieven oplegt die aanzienlijk hoger zijn dan in andere lidstaten, dan wel prijzen hanteert die te hoog zijn en niet in een redelijke verhouding staan tot de economische waarde van de geleverde prestatie.

 

IEPT20140213, HvJEU, Merck Canada

Geldigheidsduur van ABC niet langer dan 15 jaar vanaf eerste in de Europese Unie uitgegeven handelsvergunning (VHB). Portugese arbitragerechtbank (Tribunal Arbitral necessário) is een rechterlijke instantie in zin van artikel 267 VWEU.

 

IEPT20140213, HvJEU, Gautzsch v Joseph Duna

Distributie van afbeeldingen van een model onder handelaars in betrokken sector in Unie kan voldoende zijn voor kennisname van niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel door ingewijden. Mogelijk geen kennisname door ingewijden in betrokken sector, wanneer model beschikbaar is gesteld aan slechts één onderneming of louter is voorgesteld in tentoonstellingsruimte van onderneming buiten Unie. Bewijslast ter zake van namaak van niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel rust op modelhouder. Nationaal recht van toepassing op bewijslevering, verjarings- en verval van rechtsverweren tegen verbodsvordering op grond van niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel. Vorderingen tot vernietiging van inbreukmakende modellen zijn “andere passende sancties” (artikel 89(1)(d) GMoV) naar het nationale recht van de lidstaat waar inbreukmakende handelingen zijn verricht (lex loci protectionis). Vorderingen met betrekking schadevergoeding vallen onder nationaal recht van de rechtbank waarbij zaak is ingeleid (lex fori).

 

IEPT20140213, HvJEU, Hongarije v Europese Commissie

Automatische inschrijving door Europese Commissie van reeds beschermde wijnnamen in E-Bacchusdatabase brengt geen dwingende rechtsgevolgen tot stand en is dus niet vatbaar voor beroep.

 

IEPT20140213, HvJEU, Svensson v Retriever
Plaatsing hyperlink is mededeling aan publiek: beschikbaarstelling aan onbepaald en vrij groot aantal ontvangers. Geen mededeling aan een nieuw publiek wanneer hyperlinks rechtstreeks toegang geven tot oorspronkelijke website; gebruikers te beschouwen als onderdeel van het publiek van de oorspronkelijke mededeling. Ligt niet anders indien indruk wordt gewekt dat de werken getoond worden op de verwijzende website. Mededeling aan een nieuw publiek, wanneer hyperlink gebruikers in staat stelt om toegangsbeperkende maatregelen  op oorspronkelijke website te omzeilen. Geen ruimere uitleg “mededeling aan publiek” door lidstaten toegestaan.

 

IEPT20140206, HvJEU, Blomqvist v Rolex
Douaneverordening biedt bescherming op het ogenblik waarop een via een verkoopsite in een derde land verkocht goed, op het grondgebied van lidstaat binnenkomt louter op grond van de verkrijging van dat goed, ongeacht of daarvoor een verkoopaanbieding is gedaan of reclame is gemaakt bij de consumenten van diezelfde staat. 

 

IEPT20140206, HvJEU, Bulldog v Red Bull
Geldige reden is niet beperkt tot objectief dwingende redenen, maar omvat ook subjectieve belangen derden. Geldige reden is geen erkenning van rechten ten opzichte van het bekende merk, maar verplicht merkhouder gebruik te tolereren. Eerder gebruik te goeder trouw van overeenstemmend teken voor dezelfde waren als waarvoor het bekende merk is ingeschreven kan geldige reden opleveren. Daarbij dient met name rekening te worden gehouden met: (i) de inburgering en de reputatie van het teken bij het relevante publiek; (ii) de mate waarin de waren en diensten waarvoor het teken oorspronkelijk is gebruikt en de waren waarvoor het bekende merk is ingeschreven, gerelateerd zijn, en (iii) de economische en commerciële relevantie van het gebruik voor die waren van het teken dat overeenstemt met dat merk.

 

IEPT20140123, HvJEU, BHIM v WeserGold
Western Gold v Wesergold: Indien is vastgesteld dat conflicterende merken niet overeenstemmen en verwarringsgevaar derhalve is uitgesloten, kan een eventueel toegenomen onderscheidend vermogen als gevolg van gebruik van oudere merken het ontbreken van overeenstemming van deze merken niet compenseren.

 

IEPT20140123, HvJEU, Nintendo v PC Box
Videogame: complex werk bestaande uit computerprogramma en grafische en geluidselementen. Rechtsbescherming tegen omzeiling van doeltreffende technische voorzieningen geldt enkel voor handelingen waarvoor toestemming van auteursrechthebbende is vereist. Een "technische voorziening" kan ook een herkenningscode op een draagbaar apparaat of spelcomputers zijn waarmee toegang tot werken (games) wordt verkregen en ze kunnen worden gebruikt. Aan nationale rechter om doeltreffendheid van andere voorzieningen of niet op spelcomputers geïnstalleerde inrichtingen te toetsen, met inachtneming van effectiviteit, proportionaliteit en feitelijk gebruik.

 

IEPT2014116, HvJEU, Juvelta v Lietuvos
Vrij verkeer van goederen verzet zich tegen maatregelen die inhouden dat een edelmetalen werk dat in uitvoerende lidstaat in de handel mag worden gebracht en is voorzien van een waarborgmerk, slechts mag worden ingevoerd als zij opnieuw wordt gestempeld door in lidstaat erkende onafhankelijke waarborginstelling. Niet relevant dat het teken op ingevoerde edelmetalen werken niet is aangebracht door een door een invoerende lidstaat erkende onafhankelijke waarborginstelling, indien werken eerder door uitvoerende lidstaat erkende waarborginstelling zijn gestempeld.