2016 Hoge Raad

Print this page

IEPT20161223, HR, Ryanair v KRO

Cassatieberoep verworpen (artikel 81 lid 1 RO).
 

IEPT20161216, HR, NFE v De Staat
Goodwill dan wel de waarde van een onderneming is geen eigendom ex artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (EP) indien het bestaan daarvan enkel kan worden onderbouwd door verwijzing naar toekomstige inkomsten. Hof heeft reikwijdte relevante rechtspraak EHRM over artikel 1 EP niet miskend door vast te stellen dat NFE c.s. de waarde of goodwill van hun ondernemingen vrijwel volledig, zo niet uitsluitend, baseren op de toekomstige inkomsten.


IEPT20161209, HR, Synthon v Astellas
De Hoge Raad stelt het HvJEU twee vragen met betrekking tot de exhibitievordering op grond van artikel 6 Handhavingsrichtlijn: moet er bij de toewijsbaarheid van de exhibitievordering onderscheid worden gemaakt tussen een inbreukmaker of een derde? En: wanneer tegen een exhibitievordering verweer wordt gevoerd inhoudende dat een recht waarop exhibitie wordt verlangd nietig is, aan de hand van welke maatstaf moet dat verweer worden beoordeeld?

IEPT20161125, HR, Pretium v Vara
Cassatiemiddel faalt: op grond van art. 81 lid 1 RO behoeft dit geen motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.

IEPT20161118, HR, Synthon v Astellas
Bij vordering van inzage, afschrift of uittreksel op grond van artikel 843 Rv jo art. 392 Rv dient als maatsstaf voor de aannemelijkheid van de rechtsbtrekking dat (a) voldoende aannemelijk moet zijn dat inbreuk op een recht van intellectuele eigendom is of dreigt te worden gemaakt, dat (b) daarbij de stellingen en verweren van partijen en de overtuigingskracht van het eventueel reeds overgelegde bewijsmateriaal dienen te worden betrokken en dat (c) uitgangspunt is dat niet behoeft te zijn voldaan aan de mate van aannemelijkheid die is vereist voor toewijzing in kort geding van een op een (dreigende) inbreuk gebaseerde vordering. Met betrekking tot de exhibitievordering op grond van artikel 6 Handhavingsrichtlijn worden er twee vragen aan het HvJEU gesteld.

IEPT20161111, HR, Foralways v Quilate
Cassatiemiddel faalt: op grond van art. 81 lid 1 RO behoeft dit geen motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.

IEPT20161028, HR, HWS v Vitens
Cassatieberoep verworpen (artikel 81 lid 1 RO)


IEPT20160708, HR, Dierenporno
Cassatieberoep verworpen (artikel 81 lid 1 RO).

IEPT20160708, HR, Diageo v Simiramida
Nationale rechter niet vrij om eigen oordeel in plaats van oordeel HvJEU te stellen. HvJEU heeft klaarblijkelijk geoordeeld dat erkenning van in geding zijnde beslissing niet wegens strijd met openbare orde kan worden geweigerd. Zelfs indien schending artikel 5(3) Merkenrichtlijn door rechtbank in Sofia kennelijke schending openbare orde is heeft Diageo niet alle beschikbare rechtsmiddelen aangewend om schending ongedaan te doen maken. Klachten over uitleg Bulgaars recht falen op grond van artikel 79 (1)(b) Ro. Principaal beroep faalt.


IEPT20160708, HR, Satelliet Meubelen v Robos Contract
Cassatieberoep verworpen (artikel 81 RO)

IEPT20160603, HR, Dahabshiil
Cassatie verworpen. Toepasselijk recht bij internet-publicatie: ‘Het land waar de schade zich voordoet’ (art. 4 lid 1 Vo Rome II jo art. 10:159 BW) is correct uitgelegd als ‘plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen’ (art. 5 aanhef en onder 3, EEX-Vo). Het staat de rechter vrij Vo Rome II uit te leggen met behulp van het begrippenstelsel van EEX-Vo. Toepasselijk recht is het recht van het land waar het centrum van de belangen van benadeelde slachtoffer – Dahabshiil – ligt Engels recht van toepassing.

IEPT20160603, HR, Wieland v GIA

Bepalingen inzake aanhangig zijn van procedure (artt. 125-127 en 249-250 Rv) niet van toepassing op eerste instantie kort geding, wel in hoger beroep. Bij intrekking kort geding, heeft gedaagde tot veertien dagen na oorspronkelijke zittingsdatum om toekenning van proceskosten, al dan niet conform artikel 1019h Rv, te  vorderen. Eiser is griffierecht verschuldigd als zaak niet is ingetrokken voordat zaak is uitgeroepen, gedaagde als zij is verschenen na uitroepen zaak. Artikel 9.1 Procesreglement kort gedingen, waarin bepaald wordt dat intrekking kort geding mogelijk is zonder proceskostenveroordeling, is onverbindend. Overgangsregime: Tot 3 september 2016 mogelijk om alsnog kostenveroordelingen in afzonderlijke – reeds aanhangige of aanhangig gemaakte – procedure te vorderen voor ingetrokken kort geding.

IEPT20160429, HR, TMG
Publicatie. Cassatie tegen IEPT20141209, waarin is geoordeeld dat de aanduiding van [M] als verdachte van oplichting en de melding dat tegen hem tientallen aangiftes zijn gedaan niet onrechtmatig was. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep op grond van artikel 81(1) RO.

IEPT20160429, HR, Tros v Lako Kennels
Publicatie. Cassatie tegen IEPT20141021 en IEPT20130910, waarin Tros wegens onrechtmatige publicatie is veroordeeld om een schadevergoeding van in totaal € 328.109 te betalen aan Lako Kennels. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep op grond van artikel 81(1) RO.

IEPT20160422, HR, Imation v Thuiskopie

Cassatieberoep tegen IEPT20150526 niet-ontvankelijk ex. artikel 401a(2) Rv: vonnis van de rechtbank is een tussenvonnis nu iedere beslissing is aangehouden. Arrest van het hof is een tussenarrest, waardoor beroep in cassatie slechts tegelijk met het eindarrest kan worden ingesteld, aangezien hof niet anders heeft bepaald.


IEPT20160415, HR, SBS

Cassatieberoep verworpen (artikel 81 lid 1 RO)

 

IEPT20160415, HR, Astellas v Synthon
Geen spoedeisend belang vereist voor vordering Astellas tot vernietiging vonnis voorzieningenrechter voor zover zij is veroordeeld in proceskosten. Onvoldoende rechtvaardiging voor aanhouding zaak tot onherroepelijke uitspraak bodemprocedure:  mede gelet op onbepaalde, mogelijk (zeer) lange duur van aanhouding zijn omstandigheden dat Astellas geen spoedeisend belang bij oordeel over proceskostenveroordeling heeft en bodemprocedure aanhangig is, onvoldoende om aanhouding te rechtvaardigen.


IEPT20160311, HR, Ryanair v PR Aviation

Arrest  hof Amsterdam (IEPT20120313) vernietigd naar aanleiding van antwoord HvJEU (IEPT20150115)


IEPT20160219, HR, Burgers v Basil

Appelrechter mag veroordeling eerste aanleg vervangen door zelfde veroordeling op andere grond ook als daaraan dwangsom is verbonden. In casu geen sprake van een “andere veroordeling” door veroordeling op grond van modellenrecht, terwijl in eerste aanleg op grond van auteursrecht was veroordeeld: gedragingen waartegen houder niet-ingeschreven model zich kan verzetten gelden in alle gevallen ook als inbreuk op auteursrecht. Begrip “Namaak” uit artikel 19(2) GMoV ziet op het beletten van modellen die op grond van artikel 10 GMoV zijn ontleend aan ingeroepen model.

IEPT20160205, HR, Bayer v Sandoz

Voor het niet beschermen van equivalente maatregelen is niet vereist dat de octrooihouder een goede grond had om afstand te doen van mogelijke bescherming. Middel miskent oordeel hof dat de stof tempo geen aan het geclaimde rutheniumzout equivalente stof is. Voor bepalen beschermingsomvang van een octrooi is de prioriteitsdatum en niet de inbreukdatum bepalend: gaat het om de vaststelling van hetgeen het octrooi toevoegt aan de stand van de techniek. Niet toepassen van de regel ‘disclosed but not claimed is disclaimed’ komt neer op weginterpreteren van slot van de conclusie.

IEPT20160129, HR, Proceskosten
Proceskosten kunnen alleen in procedure waarin zij zijn gemaakt worden teruggevorderd