2017 Hof Den Haag

Print this page

IEPT20171219, Hof Den Haag, NZO v Alpro

Op grond van HvJEU Tofu Town (IEPT20170614) mogen voorbehouden zuivelbenamingen niet worden gebruikt als benaming of aanduiding van zuiver plantaardige producten. Dit betekent niet dat het Alpro in het geheel niet is toegestaan deze benamingen te gebruiken voor haar sojaproducten: gebruik is immers alleen niet toegestaan als benaming of als aanduiding, bij gebruik “(plantaardige) variatie op yoghurt/yoghurtvariatie” is hier geen sprake van, ook “room” wordt niet als benaming of aanduiding gebruikt, hetzelfde geldt voor “melk”. Wel sprake van misleiding door wijze van presenteren van enkele sojaproducten: bij adverteren sojaproduct is indruk gewekt dat sprake is van (dierlijk) zuivelproduct, in advertentie voor ander sojaproduct is de suggestie gewekt dat het ging om melk.

 

IEPT20171219, Hof Den Haag, Ethiopian Meadows

Met getuigenverklaringen en erkenning Ethiopian Meadows voldoende bewezen dat tijdens audit juni 2014 planten van Cherry Brandy en Inka op locatie Holetta aanwezig waren en er Polar Star planten hebben gestaan. Appellant heeft bewezen dat op locatie Holetta 75.000 planten per hectare staan. Op locatie Holetta stonden 91.570 Cherry Brandy planten, 352.745 Inka planten en 180.840 Polar Star planten. Ethiopian Meadows moet € 42.595 (Cherry Brandy) + € 129,207,40 (Inka) + € 3.360 (Polar Star) = € 175.162,40 aan royalty’s betalen. Voor locatie Wolisso is Ethiopian Meadows € 127.500 aan royalty’s verschuldigd gelet op 2 hectare á 75.000 planten per hectare. Proceskostenveroordeling eerste aanleg in stand gehouden, terwijl vonnis voor het overige wordt vernietigd: kosten nodeloos veroorzaakt nu appellant in hoger beroep eis dusdanig heeft gewijzigd dat vorderingen niet op grondslag eerste aanleg kunnen worden toegewezen.

 

IEPT20171219, Hof Den Haag, Tata Steel v ArcelorMittal

Rb terecht zich onbevoegd verklaard m.b.t. verklaringen voor recht die zien op niet-Nederlandse delen EP 044: valt onder werkingssfeer artikel 7 sub 2 Brussel I bis Vo en plaats waar onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden niet in Nederland. Nederlandse rechter wel bevoegd inzake overige vorderingen: voldoende aanknopingspunten met Nederland, nu mag worden aangenomen dat ArcelorMittal Tata Steel zal betichten van inbreuk op EP 044 NL. Uitvindingsgedachte: het aanbrengen van de bekleding voordat de thermische behandeling voor het verkrijgen van de gewenste sterkte plaatsvindt, niet de in de conclusies vermelde samenstelling van het staal. Ondergrens van 0,0005 wt % uit EP 044 alleen gekozen om aan te sluiten bij gebruikelijke standaard en niet om beschermingsomvang octrooi te beperken. Staalplaat met 0,00044 wt % en 0,00006 wt % chroom of mangaan vormt inbreukmakend equivalent van staalplaat met 0,0005 wt % boorgehalte: gelijkwaardig element, uitvindingsgedachte niet gelegen in toepassing boor of in octrooi opgenomen gewichtspercentages, vervanging realiseert uitvindingsgedachte, geen strijd met rechtszekerheid. Rb heeft ten onrechte proceskostenveroordeling gehalveerd vanwege feit dat ArcelorMittal 2x zoveel uren heeft gemaakt als Tata Steel: aantal uren dat verliezende partij aan zaak heeft besteed geen goede maatstaf voor bepaling redelijkheid en evenredigheid uren wederpartij zeker niet als wederpartij is geconfronteerd met weinig concrete en daarom lastig te bestrijden vorderingen.

 

IEPT20171205, Hof Den Haag, AD

Hof bekrachtigt vonnis kantonrechter Rotterdam. Uitlatingen column AD niet onrechtmatig: column snijdt onderwerp aan wat voor onrust in de gemeente heeft gezorgd, betreft een actueel maatschappelijk relevant onderwerp (de vestiging van een veroordeelde pedoseksueel) en uitlatingen hadden niet tot doel appellant te kwetsen. Appellant moet zich in meerdere mate beledigingen laten welgevallen: appellant zocht zelf de media op en trad in de openbaarheid door provocerende berichten op zijn weblog.

 

IEPT20171114, Hof Den Haag, Ruby Decor v Basic Holdings

Ruby heeft “voldoende belang” ex artikel 3:303 BW om risico te vermijden dat zij een dwangsom uit hoofde van Vonnis I zal verbeuren en kosten zal maken in verband met ontwikkeling, productie en marketing van een nieuw product dat volgens Basic Holdings onder in Vonnis I (IEPT20160504) opgelegd verbod valt. Partijen staan op grond van betekening Vonnis I in door artikel 6:2 beheerste rechtsverhouding als schuldenaar en schuldeiser: op hen rust daarom verplichting zich te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid. Ruby mocht Basic Holdings de redelijke vraag voorleggen of alternatieve constructieve maatregelen uit Varianten 1-3 onder reikwijdte verbod vallen Vonnis I: waarbij op haar de verplichting rustte voor een goede beoordeling benodigde informatie te verstrekken. Basic Holdings mocht gelet op beperkt aantal, zeer abstracte tekeningen, Ruby laten weten dat zij pas bij een concreet product de vraag kon beantwoorden. Dat sprake is van concrete, reële dreiging van executiemaatregelen door Basic Holdings niet aannemelijk. Basic Holdings veroordeeld in te voorkomen proceskosten van Ruby, nu zij na ontvangen prototype Variant 3, pas ter zitting heeft toegezegd geen dwangsommen te innen t.a.v. Varianten 1-3, terwijl dat eerder kon en moest.

 

IEPT20171107, Hof Den Haag, Leo Pharma v Sandoz

EP 083 niet inventief. Technisch probleem: verbeteren van therapietrouw met behoud van de stabiliteit op de korte termijn. Algemene vakkennis dat combinatieproduct therapietrouw vergroot en dat gebruik van niet-waterig product logische eerste stap is om stabiliteitsproblemen die samenhangen met verschil in pH te vergroten. Sandoz draagt bewijslast van stelling dat door Leo Pharma gesteld synergetisch effect - dat inventief zou zijn - niet plausibel is nu zij zich op nietigheid octrooi beroept. Gebrek aan plausibiliteit voldoende aannemelijk gemaakt: synergetisch effect staat op gespannen voet met gang van zaken in oppositieprocedure, effect is onverwacht en niet in octrooischrift benoemd, vakman zou verwachten dat synergetisch effect ook bij alternerend regime uit stand van techniek optrad. Gesteld beter behandelingsresultaat leidt niet tot inventiviteit: niet op voorhand plausibel dat gesteld beter behandelingsresultaat over gehele breedte van de conclusies optreed.

 

IEPT20171107, Hof Den Haag, Fyffes v Chiquita

Geen sprake van verwarringsgevaar tussen Beneluxwoordmerk HOYA en “Hola Banana!”-tekens: beoordeling niet gereduceerd tot vergelijking HOYA met bestanddeel HOLA, slechts beperkte visuele overeenstemming door verschil in de derde letter van het eerste woord en de toevoeging van BANANA!, deze toevoeging zorgt er voor dat merk en teken ook auditief duidelijk van elkaar verschillen, geen begripsmatige overeenstemming die kan bijdragen aan verwarringsgevaar nu relevante publiek betekenis HOYA (grafkuil) niet kent, zelfs sprake van begripsmatig verschil nu HOLA BANANA! wel een duidelijke en vaste betekenis heeft, omstandigheid dat sprake is van normaal onderscheidend vermogen en identieke waren is hierdoor onvoldoende om verwarringsgevaar aan te nemen. Ditzelfde geldt om vergelijkbare redenen voor HOYA Uniewoord-/beeldmerken: visuele overeenstemming bovendien nog kleiner door verschil in beeldelementen, begripsmatig verschil nog duidelijker nu aanzienlijk deel publiek Spaanse taal machtig is.

 

IEPT20171031, Hof Den Haag, Sandoz v Astrazeneca

EP 138 nieuw: niet alle elementen conclusie 1 in McLeskey geopenbaard. EP 138 nawerkbaar. EP 138 plausibel: anti-oestrogene werking van actieve stof fulvestrant was op de prioriteitsdatum algemene vakkennis, in de aanvrage wordt geopenbaard dat geclaimde formulering bestemd en geschikt is voor de behandeling van borstkanker en dat daarmee therapeutisch significante vloedplasmaconcentratie aan fulvestrant gedurende ten minste 2 weken wordt bereikt en voor gemiddelde vakman voldoende aannemelijk dat dat dit effect ook daadwerkelijk zal optreden. McLeskey geen realistisch uitgangspunt voor beoordeling inventiviteit. Of vakman Howell en daarna McLeskey zou raadplegen houdt hof in het midden: gemiddelde vakman, uitgaand van Howell en kennis nemend van McLeskey, zou niet zonder inventieve denkarbeid tot uitvinding volgens het octrooi zou komen.

 

IEPT20170919, Hof Den Haag, Ans Trading v Parfumswinkel

ANS heeft belang bij hoger beroep, ondanks dat zij geen eigenaar meer is van onderneming die werd gevoerd onder naam “Parfumswebwinkel”: enige mogelijkheid om titel om proceskosten te innen van Parfumswinkel te ontnemen en om proceskostenveroordeling ten gunste van haarzelf te verkrijgen. Artikel 5 Hnw kan bij louter beschrijvende handelsnaam blijkens Artiestenverloningen-arrest (IEPT20151211) alleen met vrucht worden ingeroepen wanneer er naast verwarringsgevaar sprake is van bijkomende omstandigheden. Dit blijkt ook uit parlementaire geschiedenis en oudere rechtspraak van Hoge Raad. Handelsnaam “Parfumswebwinkel” louter beschrijvend: geen enkel element dat niet van huis uit beschrijvend is voor onderneming. Daadwerkelijke verwarring is geen bijkomende omstandigheid. In casu geen bijkomende omstandigheden aanwezig: stellingen van Parfumswinkel m.b.t. bijkomende omstandigheden zien op dat daadwerkelijke verwarring is opgetreden. Ook als enkel verwarringsgevaar in casu wel voldoende is voor artikel 5 Hnw vordering geen sprake van verwarringsgevaar: grote verschillen in vormgeving handelsnamen in combinatie met niet groot, maar niet te verwaarlozen verschil tussen handelsnamen en geringe beschermingsomvang oudere handelsnaam.

 

IEPT20170829, Hof Den Haag, ToN v Cresco

Conclusie 1, 5 en 11 EP 938 niet nieuw: [P] beschikte vóór datum aanvraag octrooi over aantal paarse spruiten van Raphanus sativa-plant in de zin van conclusie 1, 5 en 11 EP 938. Voorgebruik door [P] ook schadelijk voor conclusie 2 en hulpverzoek waarbij in conclusie 1 kenmerk van conclusie 2 is opgenomen: voorgebruikte spruiten hebben absortiespectrum als vermeld in conclusie 2. Voor zover conclusies 3, 4, 6-10 en 12-14 op grond van r.o. 4.8 al niet nieuwheid missen zijn zij niet inventief: maatregelen uit deze conclusies door gemiddelde vakman af te leiden uit beschikbaarheid op aanvraagdatum van een Raphanus sativa-spruit met een anthocyaninegehalte van tenminste 800 nmol per gram versgewicht.

 

IEPT20170829, Hof Den Haag, Chiever v BBIE

Merkenbureau Chiever heeft geen gerechtvaardigd belang in de zin van art. 3:303 BW bij oordeel over mogelijkheid om De Nachtwacht als Benelux-merk in te schrijven: depot als grap verricht om bij canvas-actie van het BBIE een canvas van De Nachtwacht te krijgen, interesse van potentiele klanten en de belang voor praktijk leveren mede gelet op overbelasting en beperkte financiële middelen rechterlijke macht geen gerechtvaardigd belang op, door het merk in te schrijven voor strontium is gekozen voor extreme casus waarvan niet is gesteld of gebleken dat deze in de praktijk van belang is, depot-taxen in eerste instantie betaald om canvas De Nachtwacht te krijgen welke Chiever ook heeft ontvangen en Chiever kan zich in Benelux reeds beroepen op haar Nachtwacht Uniemerk. Inschrijving overigens terecht geweigerd nu de gemiddelde consument direct zal herkennen als schilderij en niet zal opvatten als merk: De Nachtwacht is een van de beroemdste schilderijen ter wereld, De Nachtwacht komt op groot aantal waren voor als versiering en op strontium-markt wordt geen gebruik gemaakt van merken althans afbeeldingen.

 

IEPT20170822, Hof Den Haag, Ruby Decor v Basic Holdings

Conclusie 1 van EP 941 voor een ‘artificial fireplace’ is inventief : opgeloste probleem en bereikte technisch effect hoeven niet met zo veel woorden in octrooibeschrijving te zijn vermeld, gemiddelde vakman ziet in dat verbeterde simulatie van rook/vlammen wordt bereikt nu kanalisatie en voortstuwing zorgen dat de damp verder boven het openingenbed uitstijgt, terwijl tegelijkertijd meer ontwerpvrijheid wordt verkregen nu watercontainer ook achter of boven openingenbed geplaatst kan worden, onvoldoende onderbouwd waarom toepassing kenmerkende maatregelen voor de hand liggend zou zijn. Ruby-sfeerhaarden voldoen aan alle deelkenmerken van conclusie 1 en maken derhalve inbreuk: openingenbed (deelkenmerk A) hoeft niet noodzakelijkerwijs meerdere openingen te hebben, openingenbed van Ruby-sfeerhaarden heeft bovendien meerdere openingen, nu de houder een dampuitlaatpoort omvat (deelkenmerk E) en deze zo is aangebracht dat de luchtstromingsweg de houder beneden het van openingen voorziene bed verlaat (deelkenmerk F3) is ook voldaan aan overige deelkenmerken.

 

IEPT20170801, Hof Den Haag, BRRLS

Terecht geoordeeld dat rechtsgrond en belang bij door gestelde licentienemer gevorderd inbreukverbod ontbrak: bestaan licentieovereenkomst gelet op betwisting onvoldoende onderbouwd, licentiehouder bovendien niet bevoegd om verbodsactie in te stellen en gestelde inbreuk vond bovendien plaats vóór sluiten gestelde licentieovereenkomst. Vonnis rechtbank vernietigd voor zover appellant is veroordeeld in € 13.451 aan proceskosten: indicatietarief van € 8.000 euro toegepast nu sprake is van een eenvoudige bodemzaak.

 

IEPT20170725, Hof Den Haag, Monster v Unilever

Oppositie van Monster tegen inschrijving van het Benelux woordmerk RELEASE THE BEAST van Unilever alsnog toegewezen voor zover het de waren ‘ice cream’, ‘water ices’ en ‘frozen yoghurt’ betreft. Geringe mate van soortgelijkheid tussen ‘non-alcoholic beverages’ (Monster) en ‘ice cream’, ‘water ices’ en ‘frozen yoghurt’ (Unilever): allen bestemd ter verfrissing en verkoeling, enigszins uitwisselbaar, vaak via dezelfde distributiekanalen verkocht en de trend dat drankproducenten onder hun drankmerken ook ijsproducten op de markt brengen ondersteunt dit oordeel. Geringe mate van soortgelijkheid gecompenseerd door grote mate van overeenstemming tussen teken RELEASE THE BEAST en Monsters’ merk UNLEASH THE BEAST!: grote gelijkenis op visueel vlak nu merk en teken elk 15 letters hebben en uit drie woorden bestaan, waarbij de laatste twee woorden identiek zijn en het eerste woord grotendeels gelijk is, grote auditieve gelijkenis nu merk en teken vrijwel hetzelfde worden uitgesproken, grote begripsmatige gelijkenis nu de laatste twee woorden identiek zijn en betekenis van release en unleash zeer dicht bij elkaar ligt.

 

IEPT20170725, Rb Den Haag, Millennium v Teva

Op EP 360 gebaseerd Aanvullend Beschermingscertificaat voor bortezomib inventief: technisch probleem is het vinden van verbinding met verbeterde activiteit en selectiviteit bij remming van proteasoom binnen de groep verbindingen als geopenbaard in WO 904, onvoldoende aannemelijk dat selectie van bortezomib voor de gemiddelde vakman op prioriteitsdatum voor de hand lag.

 

IEPT20170711, Hof Den Haag, ITT v Karl Dungs

Verklaring voor recht dat [eiser 1] op basis van de SIDN-geschillenregeling voor .nl domeinnamen en zonder meeweging van WIPO-beslissing  houder van domeinnaam dungs.nl is afgewezen: WIPO-beslissing legt geen gewicht in de schaal in procedure voor overheidsrechter, overheidsrechter dient niet te oordelen aan de hand van de geschillenregeling. Er kan niet worden vastgesteld dat Karl Dungs onrechtmatig handelt door domeinnaam  op grond van WIPO-beslissing aan zich te laten overdragen en ook niet dat zij door die overdracht ongerechtvaardigd wordt verrijkt: nu [eiser 1] zijn vorderingen uitsluitend op grond van onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking beoordeeld wil zien - zonder een oordeel te krijgen over eventuele merkinbreuk - kan niet worden vastgesteld dat van merkinbreuk door [eiser 1] geen sprake is.

 

IEPT20170704, Hof Den Haag, De Staat v Warner-Lambert
Voorshands oordeel dat publicatie full label Summary of Product Characteristics (SmPC) en bijsluiter door CGB in geneesmiddeleninformatiebank (GIB) geen directe of indirecte octrooi-inbreuk betreft. Prejudiciële vragen: moet de mededeling door de aanvrager of houder van een handelsvergunning voor een generiek geneesmiddel dat hij gebruik maakt van een carve out worden aangemerkt als verzoek tot beperking handelsvergunning m.b.t. geoctrooieerde indicaties of doseringsvormen? Mag de bevoegde autoriteit bij een carve out de volledige samenvatting van de productkenmerken en bijsluiter openbaarmaken inclusief de door de carve out weggelaten kenmerken? Maakt het voor vraag 2 uit dat de bevoegde autoriteit eist dat de vergunninghouder bij de bijsluiter in de verpakking een verwijzing opneemt naar de door de bevoegde autoriteit op haar website gepubliceerde volledige samenvatting van de productkenmerken inclusief de door de carve out weggelaten kenmerken?

IEPT20170627, Hof Den Haag, De Gekooide Recherche
Geen schending ambtsgeheim m.b.t. passages in boek “De Gekooide Recherche” over appellant: gebruik gemaakt van openbare bronnen. Producties die bij pleidooi in geding zijn gebracht buiten beschouwing gelaten wegens strijd met goede procesorde en twee-conclusies-regel. Afweging recht op eerbiediging persoonlijke levenssfeer appellant tegen vrijheid van meningsuiting [P] valt in nadeel uit van appellant: sprake van maatschappelijk debat, tonen naam appellant en portret appellant dient algemeen belang, in boek genoemde feiten reeds openbaar uit andere publicaties, steun in feitenmateriaal en toonzetting gerechtvaardigd door doel en inhoud van het boek. Ook als geen gebruik had mogen worden gemaakt van informatie uit boek “De Club van Dollars” is publicatie niet onrechtmatig, nu wijze van verkrijging informatie één van de relevante factoren is voor rechtmatigheid publicatie en sprake is van steun in feitenmateriaal. Beroep op Wbp faalt: aantal artikelen niet van toepassing op gegevensverwerking voor uitsluitend journalistieke doeleinden, voor andere artikelen valt belangenafweging in nadeel appellant uit. Geen beroep op Google Spain arrest (IEPT20140513): ziet op specifieke gegevensverwerking in een zoekmachine.

IEPT20170627, Hof Den Haag, Tommy Hilfiger
Bestuurdersaansprakelijkheid appellant [X] voor merkinbreuk Tommy Hilfiger. Sprake van persoonlijk handelen door appellant verricht waarbij hem zelf een ernstig verwijt moet worden gemaakt: vervalste facturen, prijzen ver onder whole sale en e-mails waarin wordt gesproken van kleding die via de achterdeur van de fabriek op de markt worden gebracht. Appellante [Y] niet als bestuurder aansprakelijk voor merkinbreuk: omstandigheden aangebracht door TH dat echtgenoot [X] in eerdere procedures was betrokken en dat er facturen die correspondeerden met facturen in een computer onder een tabblad met haar naam erop, bij een inbeslagname waren aangetroffen, acht het hof onvoldoende.

IEPT20170620, Hof Den Haag, Inrichting Website
Inbreukvordering op grond van gebruik foto’s op website appellant ten onrechte toegewezen: onvoldoende onderbouwd dat geïntimideerde auteursrechthebbende is. Appellant mocht teksten waarvan wordt verondersteld dat appellant en geïntimideerde gemeenschappelijk auteursrecht toekomt, niet gebruiken: exploitatie gemeenschappelijk auteursrecht mag enkel geschieden met toestemming van alle deelgenoten, toestemming ontbrak. Auteursrechtinbreuk op inrichting website onvoldoende onderbouwd.

IEPT20170530, Hof Den Haag, Spartan Race v TERN

Onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Uniemerken van Spartan Race bekende merken zijn in de zin van artikel 9 lid 2 sub c UMVo: ingebrachte stukken duiden niet op groot marktaandeel in de EU, reclame-inspanningen en publiciteit vooral gericht op VS.  Beroep op Uniewoord-/beeldmerk voor kleding en sportartikelen SPARTAN RACE verworpen: waren niet soortgelijk aan tv-programma SPARTAN X waarin deelnemers Spartaanse opdrachten uitvoeren. Beroep op Uniewoordmerk voor kleding en organisatie van obstacle races SPARTAN RACE eveneens verworpen: ook obstacle races niet soortgelijk aan tv-programma. Zelfs indien enige soortgelijkheid wordt aangenomen is geen sprake van verwarringsgevaar: weliswaar enige overeenstemming tussen merk en teken wegens identieke bestanddeel SPARTAN,  overeenstemming beperkt door afwijking in meest onderscheidende bestanddeel, SPARTAN RACE heeft op zijn best zeer beperkt onderscheidend vermogen voor obstacle races. Ook geen verwarringsgevaar tussen teken SPARTAN X en merk SPARTAN UP dat onder meer is ingeschreven voor publicaties op het gebied van lichaamsoefening inclusief video-opnamen: merk heeft hooguit beperkt onderscheidend vermogen, beperkte overeenstemming tussen merk en teken.

 

IEPT20170523, Hof Den Haag, HP v Digital Revolution

Een product uit de stand van de techniek dat zonder aanpassing ‘geschikt’ (suitable for) is om die functie(s) te vervullen, is nieuwheidsschadelijk zelfs als dat product nog nooit op de geclaimde manier is gebruikt of beschreven. Conclusie 1 van EP 617 nietig wegens gebrek aan nieuwheid ten opzichte van Paulsen octrooi. Productconclusies niet inventief wegens onduidelijkheid inzake op te lossen probleem. Tweede en derde hulpverzoek: sprake van toegevoegde materie omdat wijze waarop van toekomstig gebruik printsysteem afhankelijke foutdetectiecodes niet in oorspronkelijke aanvrage te lezen is. Werkwijzeconclusies nieuw: werkwijze Paulsen wijkt wezenlijk af van werkwijze volgens conclusie 7. Geen directe inbreuk werkwijzeconclusies door verkoop printercartridges met voor werkwijze geschikte geheugeneenheden: stappen die zien op berekening foutdetectiecodes vinden plaats in de printer en niet in geheugeneenheid cartridges Digital Revolution. Geen indirecte inbreuk werkwijzeconclusies door verkoop aan consument van printercartridges met voor werkwijze geschikte geheugeneenheden: impliciete licentie HP aan consument om printer inclusief cartridges, die zelf geen inbreuk maken op enige productconclusie, te gebruiken.

 

IEPT20170523, Hof Den Haag, HP v De Staat en Thuiskopie

Regeling thuiskopieheffing in AMvB’s 2012/2013 en 2015 niet onverbindend en onrechtmatig: onvoldoende aannemelijk gemaakt dat smartphones, computers, externe HDD drives en tablets zo weinig voor privé-kopiëren worden gebruikt dat de schade voor de rechthebbenden minimaal is, rekening mee gehouden dat capaciteit voor groot deel wordt gevuld met niet-heffingsplichtig materiaal, bedragen uit de AMvB’s voldoen ondanks feit dat werkelijke schadebedragen lager liggen aan eisen Auteursrechtrichtlijn ten aanzien van vaststelling billijke vergoeding, geen schending willekeurverbod ondanks inconsistentie met betrekking tot kopieën uit illegale bron.

 

IEPT20170523, Hof Den Haag, Google v Advocaat

Google verwerkt blijkens HvJEU Costeja (IEPT20140513) bijzondere (stafrechtelijke) persoonsgegevens door pagina’s over veroordeling advocaat in zoekresultaten op te nemen. Verbod op verwerken bijzondere persoonsgegevens uit artikel 16 Wbp niet absoluut: blijkens HvJEU Satamedia (IEPT20081216) kan journalistieke exceptie verbod doorbreken, ook Google kan zich hierop beroepen.  URL’s dienen wel te worden verwijderd uit zoekresultaten: privacybelang natuurlijk persoon prevaleert in de regel boven belang gebruikers bij toegang tot informatie en economisch belang Google, veroordeling zag niet op ernstige vorm van verboden wapenbezit, advocaat speelt rol van ondergeschikte betekenis in openbare leven, geen relatie tussen veroordeling en werkzaamheden.

 

IEPT20170523, Hof Den Haag, Aebi v Rasco

Onterecht geoordeeld dat Aebi geen spoedeisend belang had bij inbreukverbod op octrooi voor een opzetstrooiwerktuig wegens onvoldoende voortvarend optreden: concrete dreiging van inbreuk ontstond pas toen [geintimeerden] aangaf niet aan sommatie te voldoen  Verbodsvordering had moeten worden toegewezen zodat gevorderde proceskostenveroordeling in beide instanties toewijsbaar is: op grond van afstemmingsregel wordt oordeel uit inmiddels gewezen bodemprocedure (IEPT20170104) gevolgd. 

 

IEPT20170321, Hof Den Haag, NLE v NIM

Oppositie Nederlandse Energiemaatschappij tegen inschrijving beeldmerk Nederlandse Internet Maatschappij terecht afgewezen. Geen sprake van enige overeenstemming met beeldmerk 3 waardoor soortgelijkheid en onderscheidend vermogen niet hoeven worden onderzocht: teken bestaat uit felle contrasterende kleuren en doet denken aan een stopbord, terwijl beeldmerk bestaat uit een aantal cirkels met zachter in elkaar overlopende kleuren dat doet denken aan een dartbord. Geen verwarringsgevaar met beeldmerk 2: visuele overeenstemming door uit drie woorden bestaand woordelement dat zich op ongeveer gelijke afstand van een daarvoor geplaatste cirkel bevindt, deze is echter gering nu cirkels afwijken en woorden Nederlandse en Maatschappij algemene benamingen zijn, zeer geringe auditieve overeenstemming door afwijking in meest bepalende woord, geen begripsmatige overeenstemming nu Nederlandse Maatschappij algemeen begrip is en de diensten afwijken, geen begripsmatige overeenstemming nu Nederlandse Maatschappij algemeen begrip is en de diensten afwijken, vanwege bestaan (zeer) geringe overeenstemming had Bureau soortgelijkheid waren en verwarringsgevaar moeten onderzoeken, gelet op geringe overeenstemming kan verwarringsgevaar echter alleen worden aangenomen als merk 2 een (zeer) groot onderscheidend vermogen heeft, hier is geen sprake van. Geen verwarringsgevaar met beeldmerk 1:teken wijkt meer af van merk 1 dan van merk 2 door plaatsing woordelement zodat overeenstemming geringer is, merk niet gebruikt sinds 2010 waardoor onderscheidend vermogen niet groter kan zijn dan bij merk 2.


IEPT20170314, Hof Den Haag, Red Bull v Bulldog
Geen overeenstemming tussen Red Bull-merk en woordmerk ‘THE BULLDOG’: de visuele overeenstemming is niet groot, de auditieve overeenstemming is uiterst gering en het begripsmatige verschil is zodanig dat de overeenstemming tussen de merken daardoor volledig wordt opgeheven. Ook geen overeenstemming tussen het Red Bull-merk en de BULLDOG-woord/beeldmerken: de mate van visuele en begripsmatige overeenstemming ligt hier nog lager.

 

IEPT20170314, Hof Den Haag, De Staat v Warner-Lambert

Hof voornemens prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie omtrent vraagstuk of het CBG de vrijheid heeft de full label versie van de SmPC en de bijsluiter te publiceren als de vergunninghouder heeft gekozen voor een carve-out: geschil betreft de uitleg van Europees recht waarvan de oplossing niet evident is en ook niet volgt uit de rechtspraak.

 

IEPT20170307, Hof Den Haag, Productie Straatmeubilair

[onderneming 2] heeft geen exclusiviteitsbepalingen jegens [onderneming 1] geschonden: tussen hen gesloten overeenkomst was beëindigd en onvoldoende onderbouwd dat exclusiviteitsbedingen ook na beëindiging van kracht zouden blijven. Onvoldoende aanwijzingen dat tekening van [onderneming 1] door [onderneming 2] zijn gekopieerd: tekeningen niet identiek. Geen aanwijzingen dat [onderneming 2] met Velopa zou hebben samengespannen of Velopa heeft uitgelokt om wanprestatie te plegen jegens [onderneming 1]: uit getuigenverklaringen blijkt dat initiatief tot rechtstreekse levering van Velopa is uitgegaan.

 

IEPT20170307, Hof Den Haag, VEOB en SUEPO v Octrooiorganisatie
Immuniteit. Stakingsrecht. Vonnis bekrachtigd naar aanleiding van oordeel Hoge Raad (
IEPT20170120
) over immuniteit Europese Octrooi Organisatie.

IEPT20170228, Hof Den Haag, Levola v FFF
Verwarringsgevaar tussen Beneluxwoordmerk ‘HEKSENKAAS’ en (aanvrage voor) Benelux woordmerk ‘WITTE WIEVENKAAS’: begripsmatige overeenstemming tussen dominante bestanddelen ‘HEKSEN’ en ‘WITTE WIEVEN’ - beide zijn immers bovennatuurlijke magische vrouwelijke verschijningen met een negatieve connotatie. Geringe mate sprake van visuele en auditieve overeenstemming tussen merk en teken vanwege het in beide tekens voorkomende elementen KAAS en daarvoor de lettercombinatie –EN en soortgelijke waren. Het voorgaande geldt dienovereenkomstig voor de oppositie tegen de depots van het woord-/beeldmerk en het verpakkingsbeeldmerk. Waar bij de beoordeling van het woord-/beeldmerk door het hof wordt toegevoegd dat de beeldelementen de begripsmatige overeenstemming versterken gezien de associatie met onheil.

 

IEPT20170221, Hof Den Haag, Consumentenbond

Onrechtmatige publicatie jegens Eye Center niet ook onrechtmatig jegens enige aandeelhouder van Eye Center: de enkele omstandigheid dat een vordering van een derde door de Publicaties van de Consumentenbond waardeloos is geworden, brengt nog niet nog niet met zich brengt dat laatstgenoemde onrechtmatig tegenover die derde heeft gehandeld en appellant heeft niet gesteld dat de Consumentenbond daadwerkelijk wist of behoorde te weten dat hij borgsteller voor ECE was.

 

IEPT20170131, Hof Den Haag, Verzuu v Holland Scherming

Verzuu en Holland Scherming mochten ten aanzien van de provisieregeling en de Non Disclosure Agreement in redelijkheid verwachten dat deze enkel betrekking hebben op het DV-systeem en niet op andere ideeën: uit tekst samenwerkingsovereenkomst en verklaringen partijen volgt dat het de bedoeling van partijen was dat zij enkel samenwerking aangingen ten aanzien van het DV-systeem. De stelling van Verzuu dat het veerblok onderdeel uitmaakt van het DV-systeem en daarom afzonderlijk onder de provisieregeling valt, wordt verworpen: in de samenwerkingsovereenkomst wordt het DV-systeem in zijn geheel genoemd, losse onderdelen worden niet beschreven. Er heeft geen vermarkting van het systeem plaatsgevonden: Verzuu heeft onvoldoende onderbouwd dat systeem is vermarkt en D. Verzuu heeft aangegeven dat het systeem nog niet is uitontwikkeld.

IEPT20170131, Hof Den Haag, SNRC
Geïntimideerde mag zich aanduiden als chiropractor: Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg stelt geen (opleidings-) eisen en ‘chiropractor’ en ‘chiropractie’ zijn geen beschermde titels, niet aan SNRC om te bepalen wie als chiropractor kan worden aangemerkt nu haar normen niet als professionele standaard worden aangemerkt.

 

IEPT20170124, Hof Den Haag, ITT v Karl Dungs

Geen spoedeisend belang bij vorderingen omtrent inbreuk op merk DUNGS op website www.dungs.nl nu te lang is gewacht met optreden: nadat op 9 juli 2014 duidelijk werd dat WIPO-procedure over domeinnaamgeschil niet kon worden geëffectueerd is pas op 8 maart 2016 dagvaarding in kort geding ingesteld.

 

IEPT20170117, Hof Den Haag, Dow v Organik

Aanwijzing deskundige op gebied van informatietechnologie voor uitvoering eerste twee stappen van selectie van voor opheffing en inzage in aanmerking komende delen van in bewaring genomen materiaal. Voorstel om deskundige bij selectie correspondentie met advocaten te laten bijstaan door advocaat om vertrouwelijkheid communicatie vast te stellen afgewezen: selectie moet plaatsvinden op eenvoudige, objectief vaststelbare factoren, waarbij alle correspondentie met advocaten als vertrouwelijk wordt aangemerkt. Aanwijzing deskundige op gebied van polymeerchemie voor uitvoeren laatste twee stappen van  selectie, inhoudende de beoordeling of documenten informatie verschaffen over (delen van de) recepten of productieprocessen van Dow. Geen gelegenheid voor Organik om selecties die deskundigen hebben gemaakt te controleren: met door hof vastgestelde inzageprocedure wordt de bescherming van vertrouwelijke informatie voldoende gewaarborgd en Dow bevolen krachtens artikel 843a (2) Rv de verkregen informatie uitsluitend als bewijs in een gerechtelijke procedure te gebruiken.

 

IEPT20170117, Hof Den Haag, Remu v Knoop

Voldoende vast komen te staan dat MA-55 brochure voor de prioriteitsdatum van EP 687 tot stand van de techniek hoorde. Conclusies 1, 5, 6 en 10 niet nieuw in licht van MA-55. Inventiviteit conclusies 2-4 en 7-9 als verleend niet verdedigd. Hulpverzoeken 5, 6 en 8 niet inventief en hulpverzoek 6 tevens niet toelaatbaar wegens toegevoegde materie. Hulpverzoeken 7, 9 en 10 niet inventief: mere aggregation of features van niet inventieve hulpverzoeken 5, 6 en 8. Conclusies 1, 5, 6 en 10 zoals verleend niet inventief in licht van Bruyas, Althaus en Haest. Inventiviteit conclusie 2-4 en 7-9 niet verdedigd in MvA in incidenteel appel en argumenten ter zitting in strijd met twee-conclusieregel althans goede procesorde. Hulpverzoeken 1 en 2 en 4 niet inventief en hulpverzoek 3 in strijd met artikel 84 EOV. Hulpverzoeken 6 – 10 in strijd met twee-conclusieregel. Hof onbevoegd ten aanzien van vordering van in Finland gemaakte proceskosten wegens tenuitvoerlegging Nederlandse vonnissen: geen sprake van een ‘ander aanknopingspunt’.