Buiten exploitatiebevoegdheid getreden door concept haakpatronen in losse onderdelen te verkopen
23-08-2024 Print this page
[Handelsnaam] maakt met losse verkoop haakpatronen inbreuk op auteursrechten [eiseres]: patronen zijn auteursrechtelijk beschermd en auteursrechten rusten bij [eiseres]. Geen sprake van overdracht van auteursrechten aan [handelsnaam], enkel licentie verleend. Het buiten bepaalde projecten (los) te koop aanbieden van de door [eiser] voor deze specifieke projecten ontworpen patronen, valt buiten de verleende licenties. [Handelsnaam] moet inzicht geven in winst die is behaald met de inbreuk, rechtbank houdt beslissing aan. Beroep op (aanvullende) billijke vergoeding ex. art. 25c Aw afgewezen: onvoldoende onderbouwd dat de vergoeding onbillijk is. Inzagevordering ex. art. 843a Rv afgewezen: [eiseres] ontbreekt een rechtmatig belang.
AUTEURSRECHT - OVERDRACHT EN LICENTIE
Eiseres heeft in opdracht van handelsnaam haakpatronen ontworpen. Handelsnaam - opgericht in 2014 - biedt via haar website een concept aan waarbij een koper iedere maand gedurende een half jaar een patroon en garen krijgt, het eindresultaat blijft een verrassing, en heeft koper toegang tot uitlegvideo's. In totaal heeft eiseres 28 haakpatronen gemaakt en verschillende voortgangvideo's gemaakt, daarvoor heeft zij vergoedingen ontvangen. Sinds 2020 zijn de patronen ook los te koop en dat valt volgens eiseres buiten de exploitatiebevoegdheid.
Auteursrecht op haakpatroon
Het patroon bestaat feitelijk uit een stuk tekst waarin wordt beschreven welke handelingen de haakster dient te verrichten, van foto’s voorzien van de handeling of het eindresultaat. Tussen partijen is niet in geschil dat de patronen oorspronkelijk zijn en dat [eiseres] bij het bedenken daarvan creatieve keuzes heeft gemaakt.
Vast staat dat de ontwerpwerkzaamheden in opdracht van [handelsnaam] zijn verricht. Handelsnaam doet beroep op 8 Aw dat zij als maker moet worden beschouwd. Echter uit het overlegde patronenboek blijkt dat eiseres als medemaker is vermeld, dus 8 Aw mist toepassing. Een beroep op 3.8 jo. 3.29 BVIE (model op bestelling ontworpen), slaagt evenmin. De haakpatronen die onderwerp zijn van dit geschil bestaan zoals gezegd uit tekst en niet uit een tekening of model in de zin van het BVIE.
Geen overdracht volgens akte
Voor wat betreft de concept 2015 geldt dat de opdrachtverlening mondeling is verlopen. En is er geen akte. Voor wat betreft de [concept] 2016 geldt dat er wel afspraken op papier zijn gezet, hoewel deze stilzwijgend zijn geaccepteerd door over te gaan tot ontwerpen. Er is nog geen sprake van overdracht, vanwege ontbreken van een voor overdracht noodzakelijke (door [eiseres] ondertekende) akte.
Voor het concept 2022 staat iets op papier, wederom eenzijdig opgesteld waarin ook staat dat handelsnaam de rechten wil hebben, maar er is nog geen schriftelijke instemming, hooguit een licentie waarbij de exploitatiemogelijkheden buiten het project om nog worden opengelaten. Er is dus sprake van auteursrechtinbreuk.
Voor de begroting van de schade draagt de rechtbank handelsnaam op om bij akte inzicht te geven in de door haar genoten winst als gevolg van het inbreukmakend handelen. Er dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds verkochte patroonpakketten en anderzijds de losse verkoop van patronen.
Dat eiseres niet wist dat zij recht had op een dergelijke vergoeding (op grond van 25c Aw) en dat het wat haar betreft dus bij de onderhandeling over de prijs ook niet in beeld was, wil nog niet automatisch zeggen dat de overeengekomen vergoeding niet billijk is. Zij vordert een rapportage op grond van 25ca Aw, maar dit artikel is pas in 2022 in werking getreden. Uit de overlegde administratie blijkt dat er een totale winst van € 6.517 is behaald. De vergoeding van € 2.750,- voor het ontwerpen van in totaal 38 patronen is in verhouding tot de behaalde winst billijk. Inzage vordering ex 843a Rv wordt afgewezen. Omdat er reeds inzicht wordt verschaft vanwege de winstbegroting.
IEPT20240731, Rb Midden-Nederland, haakpatronen
