IEPT20071001, Rb Zwolle, Striptease Service Nederland v Striptease Nederland
09-04-2008 Print this pageHANDELSNAAMRECHT
Onvoldoende onderscheidende naam
de naam "Striptease Service Nederland" heeft te weinig onderscheidend vermogen om als handelsnaam in de zin van de Handelsnaamwet aangemerkt te kunnen worden, nu deze is samengesteld uit woorden die in het normale taalgebruik gangbaar zijn en als zuiver beschrijvend dienen te worden aangemerkt.
Kenmerkend voor het Handelsnaamrecht is dat aan het onderscheidend vermogen lage eisen worden gesteld en in beginsel iedere aanduiding, ook indien beschrijvend, mits als handelsnaam gevoerd, voor bescherming in aanmerking komt. Volgens vaste jurisprudentie wordt de grens van de bescherming van beschrijvende handelsnamen echter bereikt als de gevraagde bescherming zou leiden tot monopolisering van algemeen beschrijvende woorden, zodanig dat anderen die niet meer zouden kunnen gebruiken als aanduiding van hun onderneming. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de naam "Striptease Service Nederland", naar haar bestanddelen bezien, te weinig onderscheidend vermogen heeft om als handelsnaam in de zin van de Handelsnaamwet aangemerkt te kunnen worden, nu deze is samengesteld uit woorden die in het normale taalgebruik gangbaar zijn en als zuiver beschrijvend dienen te worden aangemerkt. Het woord "Striptease" is een algemeen gangbaar (van oorsprong Engels) woord dat volgens het groot woordenboek der Nederlandse taal Van Dale de volgende betekenis heeft: "voorstelling waarin een dame (of heer) zich met muzikale begeleiding langzaamaan uitkleedt". Het gebruik van het woord "Striptease" is essentieel voor het beschrijven van de door beide partijen aangeboden, identieke diensten. Het dient ondernemingen die diensten op het gebied van striptease aanbieden vrij te staan zich te bedienen van het woord "striptease". Zij hebben een groot belang dat woord, dat immers de kern van hun diensten aanduidt, te mogen gebruiken. Het woord "Service" is een algemeen gangbaar woord dat wijst op het dienstverlenend karakter van de onderneming en is als zodanig ook niet te beschermen in de zin van de Handelsnaamwet. Het woord "Nederland" tenslotte dient om het gebied aan te geven waarbinnen de bedrijfsactiviteiten van de onderneming zich uitstrekken en is evenmin voor bescherming vatbaar. eiser] heeft betoogd dat de naam "Striptease Service Nederland" een originele combinatie van beschrijvende woorden is, die als zodanig een zekere mate van onderscheidend vermogen heeft. Dit betoog gaat niet op. In beginsel kan een combinatie van woorden die op zichzelf bezien beschrijvend van aard zijn wel onderscheidend vermogen in de zin van de Handelsnaamwet hebben, maar in de door [eiser] genoemde gevallen waarin onderscheidend vermogen werd toegekend aan combinaties van beschrijvende woorden was sprake van bijzondere omstandigheden die zich in casu niet voordoen. In de door [eiser] aangehaalde uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 10 oktober 2006 (BIE 2007, 51) werd onderscheidend vermogen toegekend aan een bestanddeel van de naam, omdat daarmee gedoeld werd op één specifieke entiteit. In de door [eiser] aangehaalde uitspraak van het hof Amsterdam van 19 oktober 2006 (BIE 2007, 116) werd onderscheidend vermogen toegekend aan een bestanddeel van de naam, omdat dit -kort gezegd- het kenmerkende bestanddeel in de handelsnaam was. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat aan de combinatie van de beschrijvende bestanddelen "Striptease", "Service" en "Nederland" geen onderscheidende kracht toekomt.
ONEERLIJKE CONCURRENTIE
Geen onrechtmatig gebruik c.q. prestatiebescherming naam
Voorshands wordt geoordeeld dat niet te verwachten valt dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat de handelwijze van [gedaagde], die niet handelsnaaminbreukmakend is, niettemin onrechtmatig jegens [eiser] moet worden geacht.
[eiser] heeft wel gesteld dat hij een exclusieve positie op de stripteasemarkt heeft, waaraan door de handelwijze van [gedaagde] afbreuk wordt gedaan, maar dit is door [gedaagde] gemotiveerd betwist en door [eiser] onvoldoende aannemelijk gemaakt. De stelling van [eiser] dat [gedaagde] een andere weg had kunnen inslaan, is op zich juist, maar het motief van [gedaagde] om te kiezen voor deze naamswijziging -gelet op het door hem geschetste belang om voor het publiek gemakkelijker vindbaar te zijn op Internet- is naar het oordeel van de voorzieningenrechter heel begrijpelijk en plausibel. Daarbij komt dat door [eiser] op geen enkele wijze aannemelijk is gemaakt dat "Striptease Service Nederland" (reputatie)schade lijdt c.q. dreigt te lijden tengevolge van de handelwijze van [gedaagde].
IEPT20071001, Rb Zwolle, Striptease Service Nederland v Striptease Nederland