IEPT20071114, Rb Den Haag, Nokia v Qualcomm

19-11-2007 Print this page
IEPT20071114, Rb Den Haag, Nokia v Qualcomm

PROCESRECHT - IPR

 

Bevoegdheid nationale rechter
Bij Amerikaanse gedaagde conform wetgeving van iedere lidstaat (art.  4 EEX-Vo)
Voor vaststelling van de bevoegdheid is allereerst Verordening (EG) 44/2001 (verder: EEX-Vo.) van belang. Nu Qualcomm geen woonplaats heeft op het grondgebied van een EEX-lidstaat, wordt volgens artikel 4 EEX-Vo. de bevoegdheid in elke lidstaat geregeld door de wetgeving van die lidstaat.
Nederlandse rechter bevoegd terzake van uitputting Nederlandse octrooien
Op grond van artikel 10 Rv jo. artikel 80 lid 2 ROW 1995 is deze rechtbank bevoegd van de vorderingen tegen Qualcomm kennis te nemen voor zover deze zien op uitputting van de in Nederland geldende octrooirechten van Qualcomm. (...).In dat verband is van belang dat de vordering van Nokia een zuiver beroep op artikel 53 lid 5 ROW 1995 inhoudt.
Nederlandse rechter niet bevoegd terzake van uitputting buitenlandse octrooirechten
Nokia heeft zich ter zake beroepen op artikel 6 aanhef en sub e jo. artikel 102 Rv, daartoe stellende dat Qualcomm onrechtmatig in het arrondissement Den Haag zou handelen wanneer zij ondanks de gestelde uitputting zou optreden tegen de verhandeling van de producten van Nokia. Dit beroep faalt. De hiervoor in r.o. 4.6. genoemde vordering ziet immers op het gestelde mogelijke optreden van Qualcomm in andere lidstaten van de Europese Unie en in de gehele Europese Economische Ruimte, zodat er geen sprake is van (dreigend) onrechtmatig handelen in Nederland door Qualcomm. Aan de genoemde artikelen kan de Nederlandse rechter dan ook geen internationale bevoegdheid ontlenen. Dit wordt niet anders door het feit dat deze rechtbank wel internationaal (en relatief, zoals hiervoor overwogen) bevoegd is voor zover de vordering op Nederland ziet, doch die op artikel 6 sub e Rv te baseren bevoegdheid is volgens vaste rechtspraak niet grensoverschrijdend van aard. (...). Aan bepalingen van het EG-verdrag of artikel 94 Grondwet kan geen internationale (grensoverschrijdende) bevoegdheid worden ontleend. Zoals hiervoor reeds is overwogen, is de bevoegdheid van de Nederlandse rechter beperkt tot een beoordeling of de handelingen van Nokia strijdig zijn met Nederlandse octrooien of Nederlandse delen van Europese octrooien van Qualcomm. De vaststelling of andere dan de hiervoor genoemde octrooirechten zijn uitgeput, dient – bij gebreke van andere aanknopingspunten – plaats te vinden door de rechter van het land van het buitenlandse octrooirecht (waar het schadebrengende feit zich voordoet). De Nederlandse rechter heeft te dien aanzien geen bevoegdheid.

 

Litispendentie
Artikel 27 EEX-Vo van toepassing ook bij Amerikaanse gedaagde

Qualcomm heeft beroep gedaan op het bepaalde in artikel 27 EEX-Vo. Hoewel Qualcomm niet is gevestigd op het grondgebied van de EU, is artikel 27 EEX-Vo. wel van toepassing. Voor toepasselijkheid van deze bepalingen is niet de woonplaats van partijen beslissend, maar het feit dat er voor verschillende lidstaten parallelle procedures aanhangig zijn (zie HvJ EG 27 juni 1991, zaak 351/89, NJ 1993/527).
Procedures in Italië en Duitsland zien op octrooien voor 2G technologie en niet 3G en betreffen geen uitputting NL octrooien
Voor zover het beroep van Qualcomm op artikel 27 EEX, gedaan in het licht van haar verweer tegen grensoverschrijdende bevoegdheid in Duitsland, tevens ziet op de gevorderde verklaring voor recht met betrekking tot de uitputting voor Nederland, wordt het verworpen omdat, zoals hiervoor is overwogen, de procedures in Düsseldorf en Milaan op andere octrooien zien (voor de 2G technologie en niet de 3G technologie zoals in deze zaak). De procedure bij het Landgericht in Mannheim ziet niet op uitputting van Nederlandse octrooien en Nederlandse delen van Europese octrooien zodat niet gesproken kan worden van vorderingen die hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten in de zin van voornoemd artikel.

 

Afwijzing verklaring voor recht
Gevraagde verklaring dat Qualcomm gehele octrooiportefeuille niet tegen Nokia kan inroepen te vaag en onbepaald – Ars Aequi-casus
De vordering (....) is te ruim en onvoldoende bepaald geformuleerd. In de gebezigde formulering (“octrooien van Qualcomm die worden verwezenlijkt door middel van deze chip”, zie r.o. 3.2. onder b.) valt niet vast te stellen of uitputting heeft plaatsgevonden. Daartoe geldt dat Nokia heeft nagelaten de octrooien van Qualcomm en de relevante conclusies daarvan te specificeren. Zij heeft slechts één voorbeeld overgelegd, dat bovendien nog slechts een aanvrage (EP 1 239 465 A2) betreft. Nokia heeft voorts niet gespecificeerd welke concrete producten in het vrije verkeer van goederen zouden worden gebracht en wat de exacte configuratie is van deze producten, noch waar het de chips van Texas Instruments betreft, noch waar het haar eigen mobiele telefoons betreft. Nokia specificeert evenmin hoe deze producten werken en wat de functionaliteit is van de chips in relatie tot andere, mogelijk van derden afkomstige, componenten in of buiten de mobiele telefoons, zoals de software die op de chip geladen wordt. Het is geenszins denkbeeldig dat eerst na toepassing van dergelijke van derden afkomstige componenten sprake is van inbreuk op bepaalde conclusies van bepaalde Qualcomm octrooien. Hiernaar blijft het echter gissen, nu de betreffende octrooien, het zij herhaald, niet zijn overgelegd of verder gespecificeerd. Nokia heeft ook niet gespecificeerd welke kenmerken van welke octrooi(en)(conclusies) zouden lezen op welke onderdelen van de chips of mobiele telefoons. Gelet op de verschillende typen mogelijke conclusies – Nokia zelf spreekt over inrichtingsconclusies, werkwijzeconclusies en systeemconclusies – geldt dat er vele permutaties denkbaar zijn. Gelet op het vorenstaande is onduidelijk welk type conclusies in relatie tot welke producten mogelijk zouden zijn uitgeput. Daarbij komt nog dat het ook van het type conclusie zal afhangen of er al dan niet (impliciete) toestemming door de octrooihouder is gegeven voor het in het verkeer brengen van de producten, zo de TI Patent portfolio agreement al dergelijke toestemming zou inhouden, hetgeen Qualcomm gemotiveerd heeft bestreden. Reeds daarom zijn de vorderingen in de door Nokia gekozen algemene formulering niet toewijsbaar.

 

Proceskosten
Conform liquidatietarief bij gebreke specificatie of specifiek bedrag

Deze zullen worden begroot conform het liquidatietarief nu Qualcomm niet geacht kan worden een proceskostenveroordeling op de voet van artikel 1019h Rv (onderbouwd) te hebben gevorderd. Hoewel in de pleitnota van mr. Hoyng (slot) is vermeld dat deze zou worden aangehecht, heeft Qualcomm nagelaten een specificatie van de werkelijk gemaakte proceskosten in het geding te brengen. Nu bovendien geen specifiek bedrag is genoemd, zullen de proceskosten conform het liquidatietarief worden toegewezen.

 

IEPT20071114, Rb Den Haag, Nokia v Qualcomm