IEPT20071213, Hof Amsterdam, M-Media v Taminiau

11-01-2008 Print this page
IEPT20071213, Hof Amsterdam, M-Media v Taminiau

OVEREENKOMSTENRECHT

 

Uitleg vaststellingsovereenkomst
Niet in bijlage genoemde facturen vallen niet onder vaststellingsovereenkomst

Weliswaar heeft M-Media de facturen 2005-12 en 2005-14 - die beide dateren van voor de vaststellings-overeenkomst - voldaan na ondertekening van die overeenkomst, maar M-Media heeft onvoldoende gesteld dat kan leiden tot de conclusie dat deze facturen door de vaststellingsovereenkomst werden bestreken en dat met betaling van het in artikel 1.1 van de vaststellingsovereenkomst genoemde totaalbedrag ook deze facturen zijn voldaan. In de aanhef onder (E) is immers uitdrukkelijk vermeld welke facturen M-Media onbetaald heeft gelaten. Daarbij wordt verwezen naar bijlage 1 bij de overeenkomst. In die bijlage zijn de facturen 2005-12 en 2005-14 die op dat moment ook nog niet betaald waren, niet vermeld. Zo de stelling van M-Media juist is dat deze facturen bestreken worden door de vaststellingsovereenkomst, dan acht het hof het voorts zonder nadere toelichting, die evenwel ontbreekt, onbegrijpelijk dat M-Media deze facturen - onder de expliciete vermelding van de factuurdata en factuurnummers - na 12 mei 2005 heeft voldaan.

 

Boete
Geen matiging boete van, ten opzichte van factuur-bedrag van € 17.751 zeer hoge boete van € 2860.000 omdat deze door partijen, beide handelend in het kader van hun professionele bedrijfsvoering, expliciet zijn overeengekomen in een vaststellingsovereenkomst, die is gesloten vanwege een reeds bestaand geschil terzake door M-Media onbetaald gelaten facturen en de boetes het gevolg zijn van het wederom onbetaald laten van facturen door M-Media.
Met grief V komt M-Media op tegen de overweging van de rechtbank waarbij haar beroep op matiging van de boete is afgewezen. Volgens M-Media is zij op grond van het vonnis waarvan beroep in totaal € 286.000,- aan boetes verschuldigd, een bedrag dat in geen enkele verhouding staat tot de toegekende hoofdsom ad € 17.751,76, temeer nu Taminiau voor de factuur 2005-27 waarop de boetes zijn gebaseerd geen werkzaamheden heeft verricht. Ook deze grief faalt. De in art. 6:94 BW opgenomen maatstaf dat voor matiging slechts reden kan zijn indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, brengt mee dat de rechter pas als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt, van zijn bevoegdheid tot matiging gebruik mag maken. Daarbij zal de rechter niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen (NJ 2007, 262). Terecht heeft M-Media aangevoerd dat de door haar verschuldigde boetes ten opzichte van het factuurbedrag dat zij nog aan Taminiau verschuldigd was zeer hoog is. Desalniettemin ziet het hof geen aanleiding tot matiging van de boetes, omdat deze door partijen, beide handelend in het kader van hun professionele bedrijfsvoering, expliciet zijn overeengekomen in een vaststellingsovereenkomst, die is gesloten vanwege een reeds bestaand geschil terzake door M-Media onbetaald gelaten facturen en de boetes het gevolg zijn van het wederom onbetaald laten van facturen door M-Media. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de omstandigheid dat er aan de boetes geen maximum is verbonden door M-Media had kunnen worden ondervangen door de nog openstaande factuur onder protest te betalen, zoals zij al eerder had gedaan.

 

IEPT20071213, Hof Amsterdam, M-Media v Taminiau